De ram voor het hersteloffer wordt geslacht, en de priester neemt wat bloed van het offerdier en strijkt dat aan de rechteroorlel van degene aan wie de reiniging wordt voltrokken, op de duim van zijn rechterhand en op de grote teen van zijn rechtervoet. Daarna giet de priester wat olie in zijn linkerhandpalm en sprenkelt met zijn rechterwijsvinger zevenmaal wat olie in de richting van de ontmoetingstent. Een klein deel van de olie in zijn linkerhandpalm strijkt hij aan de rechteroorlel van de persoon in kwestie, op de duim van zijn rechterhand en op de grote teen van zijn rechtervoet, over het bloed van het hersteloffer heen. Wat er nog aan olie in zijn hand over is, strijkt hij op diens hoofd. Zo voltrekt de priester voor hem ten overstaan van de HEER de verzoeningsrite. Hij draagt een van de tortelduiven of een van de jonge gewone duiven – al naargelang de betreffende persoon zich heeft kunnen veroorloven – als reinigingsoffer op en de andere, samen met het graanoffer, als brandoffer. Zo voltrekt de priester voor hem de verzoeningsrite ten overstaan van de HEER.’
Dit zijn de voorschriften die van toepassing zijn wanneer iemand die door huidvraat is getroffen, zich de normale offergaven voor zijn reiniging niet kan veroorloven.
De HEER zei tegen Mozes en Aäron:
‘Wanneer jullie eenmaal in Kanaän zijn, het land dat Ik jullie in bezit zal geven, en Ik daar een huis door vraat laat aantasten, moet de eigenaar bij de priester melden dat zijn huis is aangetast. De priester moet het huis laten ontruimen voordat hij het verschijnsel komt onderzoeken; zo voorkomt hij dat alles wat zich in het huis bevindt onrein verklaard moet worden. Vervolgens komt de priester het aangetaste huis onderzoeken. Als hij vaststelt dat er groen- of roodachtige putjes in de muren zijn ingevreten, gaat hij naar buiten en verbiedt voor zeven dagen de toegang tot het huis. Op de zevende dag komt hij terug om te zien of de muren van het huis verder zijn aangetast. Als dat zo is, moet hij de aangetaste stenen laten wegbreken en ze laten weggooien buiten de stad, op een onreine plaats.