Wie een kadaver van een onrein dier aanraakt, is tot de avond onrein, en wie iets van zo’n kadaver meeneemt, moet zijn kleren wassen en is tot de avond onrein. Dit geldt voor alle dieren die geen volledig gespleten hoeven hebben en alle dieren die niet herkauwen; deze dieren gelden voor jullie als onrein. Wie het kadaver van zo’n dier aanraakt, wordt zelf ook onrein. Ook alle zoolgangers onder de viervoetige dieren gelden voor jullie als onrein. Wie het kadaver van zo’n dier aanraakt, is tot de avond onrein, en wie zo’n kadaver meeneemt, moet zijn kleren wassen en blijft tot de avond onrein. Zulke dieren gelden voor jullie als onrein.
Van de kruipende dieren gelden de volgende voor jullie als onrein:
blindmuizen, ratten en muizen, de verschillende soorten padden, gekko’s, varanen, hagedissen, skinken en kameleons. Deze kruipende dieren gelden voor jullie als onrein. Wie het kadaver ervan aanraakt, is tot de avond onrein, en alles waarop het kadaver van zo’n dier wordt aangetroffen, is ook onrein. Houten, stoffen, leren of geitenharen gebruiksvoorwerpen die hierdoor onrein zijn geworden, moeten in water worden ondergedompeld. Ze blijven tot de avond onrein en daarna zijn ze weer rein. Wanneer zo’n kadaver in een aarden kruik wordt aangetroffen, is de inhoud onrein; de kruik moet worden stukgeslagen. Voedsel in een vat waarop zo’n kadaver is aangetroffen, is onrein wanneer het met water in aanraking is geweest; drank in zo’n vat is in alle gevallen onrein. Ook al het overige waarop het kadaver van een onrein dier wordt aangetroffen, is onrein. Ovens en kookstellen die met zo’n kadaver in aanraking zijn geweest, zijn en blijven onrein en moeten worden stukgeslagen. Een bron of een waterput echter blijft rein als er een kadaver van een onrein dier in aangetroffen wordt, maar ieder die dat kadaver aanraakt, is onrein. Als zo’n kadaver op zaaigoed gevonden wordt, blijft het zaad rein, maar als het wordt gevonden op zaad dat in water staat, geldt dat zaad voor jullie als onrein.