Hij legde de verbondstekst in de ark, bevestigde de draagbomen aan de ark en legde de verzoeningsplaat erop. Hij zette de ark in de tabernakel en hing ter afscherming van de ark met de verbondstekst het voorhangsel op, zoals de HEER hem had opgedragen. Hij zette de tafel aan de noordkant van de tabernakel, de ontmoetingstent, buiten het voorhangsel, en schikte daarop het brood, ten overstaan van de HEER, zoals de HEER hem had opgedragen. De lampenstandaard zette hij aan de zuidkant van de tabernakel, tegenover de tafel, en hij stak de lampen voor de HEER aan, zoals de HEER hem had opgedragen. Het gouden altaar zette hij voor het voorhangsel in de ontmoetingstent en hij brandde er geurig reukwerk op, zoals de HEER hem had opgedragen. Hij hing het gordijn voor de ingang van de tabernakel, zette het brandofferaltaar bij de ingang van de tabernakel, de ontmoetingstent, en bracht daarop het brandoffer en het graanoffer, zoals de HEER hem had opgedragen. Tussen de ontmoetingstent en het altaar plaatste hij het wasbekken, en hij vulde het met water; daarmee moesten Mozes en Aäron en zijn zonen hun handen en hun voeten wassen voordat ze de ontmoetingstent binnengingen of het altaar naderden; zo had de HEER het Mozes opgedragen. Hij schermde de ruimte rondom de tabernakel en het altaar af en hij hing voor de ingang het gordijn op. Zo legde Mozes de laatste hand aan het werk.