De HEER zei tegen Mozes:
‘Zeg tegen de Israëlieten:
“Neem wel steeds Mijn sabbat in acht, want elke generatie opnieuw is die dag voor Mij en voor jullie een teken dat eraan herinnert dat Ik, de HEER, jullie geheiligd heb. Neem de sabbat in acht, want het is voor jullie een heilige dag. Wie hem schendt, moet ter dood gebracht worden; ieder die dan werkt, moet uit de gemeenschap gestoten worden. Zes dagen mag je werken, maar de zevende dag is het sabbat, een dag van volstrekte rust, die aan de HEER gewijd is. Wie op sabbat werkt, moet ter dood gebracht worden.” Generatie na generatie moeten de Israëlieten de sabbat in acht nemen en vieren. Voor Mij en hen is die dag een teken van een eeuwigdurend verbond, want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zevende dag heeft Hij gerust om op adem te komen.’
De stenen platen geschonken.
Nadat de HEER dit alles op de Sinai tegen Mozes had gezegd, gaf Hij hem de twee platen van het verbond, de stenen platen, door Gods vinger beschreven.