Dat is de dag om je muren op te bouwen, de dag dat je grenzen worden verlegd. Die dag zal men bij je komen, van Assyrië tot de steden van Egypte, van Egypte tot aan de Eufraat, en vanaf de zee in het westen tot aan de hoogste berg. En de aarde zal worden verwoest, om haar bewoners, vanwege hun daden.

Weid Uw volk met Uw staf, Uw geliefde kudde die eenzaam leeft in het woud, omringd door vruchtbaar land. Mogen ze weiden in Basan en Gilead, als in de dagen van weleer. Als in de dagen van zijn bevrijding uit Egypte laat ik dit volk wonderbaarlijke daden zien. De volken zullen het zien en beschaamd staan, beroofd van hun kracht, doof en met de hand op de mond. Ze zullen stof likken als een slang, als dieren die kronkelen over de grond. Sidderend zullen ze uit hun burchten komen, vol ontzag voor de HEER, onze God. Ze zullen U vrezen!

Wie is een God als U, die schuld vergeeft en aan zonde voorbijgaat? U blijft niet woedend op wie er van Uw volk nog over zijn; liever toont U hun Uw trouw. Opnieuw zult U zich over ons ontfermen en al onze zonden tenietdoen. Onze zonden werpt U in de diepten van de zee. U bewijst Jakob Uw trouw en Abraham Uw goedheid, zoals U gezworen hebt aan onze voorouders, in de dagen van weleer.

Loading

0Shares