Haat het kwade, heb het goede lief en zorg dat er recht gedaan wordt in de poort. Misschien zal dan de HEER, de God van de hemelse machten, genade schenken aan wie er overgebleven zijn van Jozefs volk. Daarom – zegt de HEER, de God van de hemelse machten, de Heer – zal er op alle pleinen worden gerouwd, in alle straten gejammerd; boeren worden opgeroepen om te weeklagen, klaagzangers om te rouwen, en ook in alle wijngaarden zal er worden gerouwd wanneer Ik zelf in jullie midden rondga – zegt de HEER.
Wee degenen die verlangen naar de dag van de HEER! Wat zal Hij jullie brengen, de dag van de HEER? Duisternis, geen licht. Zoals wanneer iemand die vlucht voor een leeuw, aangevallen wordt door een beer, en dan, als hij een huis binnenvlucht en met zijn hand tegen de muur leunt, gebeten wordt door een slang. De dag van de HEER zal duisternis zijn, en geen licht; aardedonker, zonder glans.
Ik heb een afkeer van jullie feesten, Ik wijs ze af, jullie samenkomsten verdraag Ik niet. Ik schep geen behagen in de brand- en graanoffers die jullie Mij brengen; de vetgemeste beesten van jullie vredeoffers keur Ik geen blik waardig. Bespaar Mij het geluid van jullie liederen; de klank van jullie harpen wil Ik niet horen. Laat liever het recht stromen als water, en de gerechtigheid als een altijd voortvloeiende beek.
Israëlieten, hebben jullie Mij die veertig jaar in de woestijn ooit zulke offers en gaven gebracht? Nu zullen jullie de beelden die jullie zelf gemaakt hebben – je koning Sakkut en je sterrengod Kewan – met je mee moeten dragen, want Ik zal jullie in ballingschap voeren, tot voorbij Damascus. Dit zegt de HEER, wiens naam is:
God van de hemelse machten.