Vrouwen, luister naar deze woorden! Jullie zijn als vette koeien die de berg van Samaria kaalgrazen:

jullie onderdrukken de zwakken, mishandelen de armen en zeggen tegen je man:

‘Breng ons iets te drinken!’ God, de HEER, zweert bij Zijn heiligheid:

Weet dat de dagen niet ver zijn dat jullie als vissen met hengels worden opgehaald, en wie er dan nog overblijven met haken. Eén voor één worden jullie door de bressen in de stadsmuur naar buiten gedreven en naar Harmon weggeslingerd – spreekt de HEER.

Kom naar Betel en zondig er maar, kom naar Gilgal en zondig daar nog meer. Breng er ’s ochtends je offerdieren, de volgende dag je tienden. Breng er een dankoffer met gedesemd brood, en beroem je op je vrijwillige gaven – want zo willen jullie het toch, Israëlieten? – spreekt God, de HEER. Ik was het die jullie in elke stad honger liet lijden en maakte dat er in geen enkel dorp brood was:

maar jullie zijn niet naar Mij teruggekeerd – spreekt de HEER. Ik was het die jullie de regens onthield, drie maanden voor de oogst. Op de ene stad liet Ik het regenen, op de andere liet Ik het niet regenen; op het ene veld regende het, en het veld waarop het niet regende verdorde.

Loading

0Shares