Kondig een vastentijd af en roep op tot een plechtige samenkomst, verzamel de oudsten en alle inwoners van het land in de tempel van de HEER, jullie God, en roep luid tot de HEER!
O angstwekkende dag! Nabij is de dag van de HEER, de dag van ondergang die komt van de Ontzagwekkende! Is het voedsel niet voor onze ogen vernietigd? Is de vreugdezang niet verstomd in de tempel van onze God? Het zaad rust vergeefs in de verdroogde aarde, de voorraden zijn verwoest, de graanschuren zijn vernield:
verloren is het graan. Hoor hoe het vee loeit:
runderen dolen maar rond want nergens kunnen ze grazen, zelfs schapen en geiten worden gestraft. Tot U, HEER, roep ik, nu het groen voor het vee door vuur is verteerd en een vlam de bomen heeft verzengd. Zelfs de dieren van het veld roepen om U, nu elke waterstroom is opgedroogd en het laatste groen door vuur is verteerd.