Dit zegt de HEER:

Misdaad op misdaad heeft Moab begaan:

ze hebben de beenderen van de koning van Edom verbrand om er kalk van te maken. Daarom zal Ik Mijn vonnis niet herroepen. Ik zal Moab in vlammen doen opgaan; vuur zal de burchten van Keriot verteren. Moab zal sterven onder oorlogsgeraas en krijgsgeschreeuw en onder de dreigende klanken van de ramshoorn. Hun vorst breng Ik om, en met hem zal Ik alle andere leiders van dat rijk doden – zegt de HEER.

Dit zegt de HEER:

Misdaad op misdaad heeft Juda begaan:

ze hebben de wetten van de HEER verworpen en zich niet gehouden aan Zijn geboden; de valse goden waar hun voorouders al achteraan liepen, hebben ook hen doen dwalen. Daarom zal Ik Mijn vonnis niet herroepen. Ik zal Juda in vlammen doen opgaan; vuur zal de burchten van Jeruzalem verteren.

Dit zegt de HEER:

Misdaad op misdaad heeft Israël begaan – daarom zal Ik Mijn vonnis niet herroepen! Ze verkopen de rechtvaardigen voor zilver en de armen voor een paar sandalen. Ze zijn eropuit de zwakken in het stof te laten kruipen, en de machtelozen dringen ze opzij. Een zoon en zijn vader komen bij hetzelfde meisje en maken zo Mijn heilige naam te schande.

Loading

0Shares