Joël 1:1-13 1

Dit zijn de woorden die de HEER richtte tot Joël, de zoon van Petuël. Het verwoeste land. Hoor Mij aan, oudsten, leen Mij allen het oor, inwoners van het land! Is iets als dit ooit geschied in jullie dagen of in de dagen van jullie voorouders? Vertel het aan je kinderen, en laten je kinderen het aan hun kinderen vertellen en hun kinderen aan het volgende geslacht. Wat de ene sprinkhaan overliet, heeft de tweede afgeknaagd, wat de tweede nog overliet, heeft de derde afgemaaid en wat na de derde overbleef, heeft de vierde kaalgevreten.

0Shares
Lees meer ...

Joël 1:14-20 2

Kondig een vastentijd af en roep op tot een plechtige samenkomst, verzamel de oudsten en alle inwoners van het land in de tempel van de HEER, jullie God, en roep luid tot de HEER! O angstwekkende dag! Nabij is de dag van de HEER, de dag van ondergang die komt van de Ontzagwekkende!

0Shares
Lees meer ...

Joël 2:1-14 Naderend onheil 1

Blaas de ramshoorn op de Sion, blaas alarm op Mijn heilige berg; laat alle inwoners van het land beven van ontzetting: de dag van de HEER komt! Hij is nabij! Het is een dag van duisternis en donkerheid, een dag van dreigende, donkere wolken. Als het morgenlicht over de bergen, zo nadert een groot en machtig volk, zoals er nooit tevoren is geweest of ooit nog zal zijn tot in het verste nageslacht. Hun voorhoede is een verterend vuur, hun achterhoede een verzengende vlam; als de tuin van Eden ligt het land voor hen, achter hen blijft een kale woestijn. Niets en niemand kan ontkomen. Het is alsof het paarden zijn, als strijdrossen draven ze voort;

0Shares
Lees meer ...

Joël 2:15-27 Naderend onheil 2

Blaas de ramshoorn op de Sion, kondig een vastentijd af en roep op tot een plechtige samenkomst. Breng het volk bijeen, laat heel Israël zich reinigen. Breng de oude mensen tezamen, verzamel de kinderen, ook de kleintjes aan de borst. Laat de bruidegom opstaan van het bruidsbed, laat zijn bruid het slaapvertrek verlaten. Priesters, dienaren van de HEER, hef een smeekbede aan in de tempel, tussen altaar en voorhal: ‘Ach HEER, spaar Uw volk, Uw eigendom, geef het niet prijs aan spot en hoon van andere volken. Waarom zouden zij mogen schimpen: “En waar is nu hun God?”’ Belofte van herstel en zegen. Dan zal de HEER het opnemen voor Zijn land en zich ontfermen over Zijn volk.

0Shares
Lees meer ...

Joël 4:1-10 De dag van de HEER 1

In dezelfde tijd dat Ik het lot van Juda en Jeruzalem ten goede keer, zal Ik alle volken bijeenbrengen en wegvoeren naar de vallei van Josafat om daar een oordeel over hen te vellen. Want zij hebben Mijn volk Israël, Mijn eigendom, onder vreemde volken verstrooid, ze hebben Mijn land verdeeld en om Mijn volk het lot geworpen; ze hebben jongens geruild tegen hoeren en meisjes verkocht voor wijn, om zich te bedrinken.

0Shares
Lees meer ...

Joël 4:11-21 De dag van de HEER 2

Haast je, volken rondom, verzamel je. – O HEER, zend dan Uw legermacht daarheen! – Laat de volken aantreden, laat ze optrekken naar de vallei van Josafat; daar zal Ik Mijn oordeel over hen vellen. Sla de sikkel erin, het is tijd om te oogsten. Kom de wijnpers treden, de persbak is vol, de kuipen lopen over, zó talrijk zijn hun misdaden. Dichte drommen bijeen in de vallei van het oordeel! Nabij is de dag van de HEER. Daar zal Hij oordelen!

0Shares
Lees meer ...