Page 2 of 7
1 2 3 4 7

Job 7:1-21 Jobs antwoord op Elifaz’ eerste betoog 3

Is het aardse leven van de mens geen slavendienst, brengt hij zijn dagen niet door als een dagloner? Als een slaaf smacht hij naar schaduw, als een dagloner wacht hij op zijn loon. Maanden van leegte heb ik ervaren, nachtenlang werd ik door ellende overmand. Als ik ga slapen, vraag ik: “Wanneer sta ik weer op?” Maar de avond duurt en duurt en onrust vervult me tot de ochtendwind komt. Mijn lichaam is met wormen en korsten bedekt, mijn huid verschilfert en laat los. Mijn dagen gaan sneller dan een weversspoel, ze haasten zich naar een einde zonder hoop. Bedenk toch: in een zucht is mijn leven voorbij, nooit weer zal mijn blik het goede aanschouwen.

0Shares
Lees meer ...

Job 8:1-22 Bildads eerste betoog 1

Toen nam Bildad uit Suach het woord: ‘Hoe lang blijf je deze dingen nog verkondigen? Al die woorden van je – ze zijn niets dan wind. Is God dan onrechtvaardig? Zou de Ontzagwekkende het recht verdraaien? Als je kinderen tegen Hem gezondigd hebben, gingen zij te gronde aan wat zij zelf misdeden. Als jij je zelf tot God zult wenden en de Ontzagwekkende om genade smeekt, als je rein bent, en rechtschapen – dan zal Hij het voor je opnemen en zal de gerechtigheid weer wonen in je huis. En al was je verleden onbeduidend, je toekomst zal des te grootser zijn.

0Shares
Lees meer ...

Job 9:1-24 Jobs antwoord op Bildads eerste betoog 1

Hierop antwoordde Job: ‘Zeker, ik weet dat het zo is, hoe kan een mens in zijn recht staan tegenover God? Als je met Hem een rechtsgeding wilt aangaan, heb je niet één op de duizend maal een weerwoord. Hoe wijs van hart, hoe sterk een mens ook is, God kan hij nimmer straffeloos trotseren. Hij verplaatst bergen, voor men het merkt; in Zijn woede stoot Hij ze omver. De aarde schudt Hij van haar plaats, zodat haar zuilen wankelen. De Zon houdt op te schijnen als Hij het beveelt, en Hij sluit de sterren weg, verzegeld. Hij spant het hemelgewelf, Hij alleen, en wandelt op de hoog oprijzende zee. De Grote Beer heeft Hij gemaakt, en Orion, de Plejaden en de sterren van het zuiden.

0Shares
Lees meer ...

Job 9:25-35 Jobs antwoord op Bildads eerste betoog 2

Mijn dagen gaan sneller dan een ijlbode; ze vliegen voorbij zonder enige vreugde. Ze spoeden langs als rieten boten, als een adelaar die wegschiet naar zijn prooi. Als ik zeg: “Laat ik mijn geklaag nu staken en een vrolijker gezicht zetten,” dan blijft mijn pijn me angst aanjagen en weet ik: nooit verklaart U mij onschuldig.

0Shares
Lees meer ...

Job 10:1-22 Jobs antwoord op Bildads eerste betoog 3

Vervuld van afschuw voor het leven laat ik mijn klacht de vrije loop en zal ik spreken uit het bitterst van mijn ziel. Tegen God zal ik zeggen: “Veroordeel mij niet, laat me weten waarom U mij bestrijdt. Doet het U goed mij te verdrukken, te verachten wat Uw handen hebben voortgebracht en de plannen van de goddelozen te begunstigen? Hebt U de ogen van een mens, ziet U zoals mensenogen zien? Zijn Uw dagen als de dagen van een sterveling, Uw jaren als de levensdagen van een mens? Zoals U naar mijn fouten speurt, zoals U probeert te ontdekken wat ik heb misdaan! U weet dat ik niet schuldig ben, maar niets kan mij uit Uw macht bevrijden.

0Shares
Lees meer ...

Job 11:1-20 Sofars eerste betoog

Toen nam Sofar uit Naäma het woord: ‘Vraagt die woordenstroom niet om een tegenstem? Zo’n zwetser krijgt toch niet zomaar gelijk?  Denk je dat jouw dwaasheid ons tot zwijgen brengt? Dat je spot door niemand aan de kaak gesteld wordt?  Je beweert: “Zuiver zijn mijn woorden en onschuldig ben ik in Uw ogen.”  O, wilde God zelf toch eens spreken en zich tot jou richten,  om de geheimen van Zijn wijsheid te onthullen – want ondoorgrondelijk zijn Zijn werken -, dan zou je weten: God rekent je niet al je zonden aan.  Kun jij Gods wijsheid ten diepste doorvorsen, het wezen van de Ontzagwekkende geheel omvatten?

0Shares
Lees meer ...

Job 12:1-25 Jobs antwoord op Sofars eerste betoog 1

Hierop antwoordde Job: ‘Ja, jullie zijn werkelijk onovertroffen, met jullie zal de wijsheid sterven! Maar net als jullie heb ik mijn verstand, ik ben niet jullie mindere. Wie weet dit soort dingen niet? Een mikpunt van spot ben ik voor mijn vrienden, terwijl ik God aanroep en op Zijn antwoord wacht! Spot valt hem ten deel die onberispelijk en rechtvaardig is. Ongeluk verdient verachting, denkt de zorgeloze, de wankelende wordt omvergestoten. De huizen van geweldplegers staan onbedreigd, Gods beschimpers zijn volkomen veilig, ze hebben Hem naar hun hand gezet. Vraag het vee hiernaar, het zal je onderrichten, vraag de vogels in de lucht, ze zullen het verkondigen. Of spreek tot de aarde, ze zal je onderrichten, het wordt je verteld door de vissen van de zee.

0Shares
Lees meer ...

Job 13:1-28 Jobs antwoord op Sofars eerste betoog 2

Mijn ogen hebben alles gezien, mijn oren alles gehoord en begrepen.  Wat jullie weten, weet ik ook, ik ben niet jullie mindere.  Nu zal ik spreken tot God, de Ontzagwekkende, ik wil me verdedigen ten overstaan van God.  Want jullie dekken alles toe met leugens, kwakzalvers zijn jullie, allemaal!  O, wilden jullie maar eens zwijgen, dat zou wel een blijk van wijsheid zijn.  Luister goed naar mijn verweer, hoor het pleidooi dat over mijn lippen komt.  Spreken jullie onwaarheid namens God? Willen jullie God met leugens dienen?  Zien jullie Hem naar de ogen? Is het Zijn zaak waarvoor jullie pleiten?  Loopt het goed af, als Hij jullie onderzoekt? Kun je Hem bedriegen zoals je een mens bedriegt?

0Shares
Lees meer ...

Job 14:1-22 Jobs antwoord op Sofars eerste betoog 3

Een mens, geboren uit een vrouw – kort zijn zijn dagen, doordrenkt van onrust. Als een bloem ontluikt hij en verwelkt, hij vlucht als een schaduw en houdt geen stand. En op zo’n mens richt U Uw blik; mij daagt U voor het gerecht? Kan een mens tot reinheid brengen wat onrein is? Nee, dat kan hij niet! Als de dagen van de mens al vaststaan, als U het aantal maanden dat hij leeft bepaalt en de grens stelt die hij niet kan overschrijden, wend Uw blik dan af en gun hem rust, zodat hij als een dagloner van zijn dag geniet. Voor een boom is er altijd hoop: als hij wordt omgehakt, loopt hij weer uit, er blijven nieuwe loten komen.

0Shares
Lees meer ...

Job 15:1-16 Elifaz’ tweede betoog 1

Toen nam Elifaz uit Teman het woord: ‘Zou een wijs man antwoorden met zoveel onverstand? Zou hij zijn binnenste vullen met niets dan lucht? Wijst hij terecht met zinloze frasen, met woorden waarmee niemand gebaat is? Daarbij tast je ook het ontzag voor God aan en verzwak je de eerbied voor Hem. Schuld geeft jou je woorden in, dwingt jou een taal te spreken die misleidt.

0Shares
Lees meer ...
Page 2 of 7
1 2 3 4 7