Ik ga nu op mijn wachtpost staan, betrek mijn post op het bolwerk, kijk uit om te zien wat de HEER mij zal zeggen, wat Hij mij antwoordt op mijn verwijt. Dit was het antwoord van de HEER. Schrijf dit visioen op, grif het duidelijk in platen, zodat het snel te lezen is. Het visioen wacht tot zijn tijd gekomen is, het getuigt ervan, het liegt niet. Ook al is het nog niet vervuld, wacht maar, het komt zeker, het zal niet uitblijven.
Lees meer ...Habakuk 2:11-20 2
Zelfs de stenen klagen je aan vanuit de muur, en de balken stemmen ermee in vanuit het gebinte. ‘Wee hem die een stad bouwt op bloed en een vesting op onrecht.’ Is dit niet de wil van de HEER van de hemelse machten: volken zwoegen voor een verslindend vuur, landen matten zich af voor niets? Maar zoals de zee vol water is, zo zal de aarde vol kennis van de grootheid van de HEER zijn. ‘Wee hem die iemand te drinken geeft en daar gif aan toevoegt,
Lees meer ...Habakuk 3:1-11 1
Gebed van de profeet Habakuk. Als een klaaglied. HEER, ik heb Uw aankondiging gehoord. Voor wat U gaat doen, HEER, heb ik ontzag. Breng het in deze tijd tot stand, maak het in deze tijd bekend, maar toon Uw mededogen als het tumult losbarst. God komt uit Teman, de Heilige komt uit de bergen van Paran. Zijn glorie straalt aan de hemel, de aarde is vol van Zijn roem.
Lees meer ...Habakuk 3:12-19 2
Grimmig schrijdt U voort over de aarde, volken vertrapt U in toorn. Om Uw eigen volk te redden trekt U uit, U komt tot redding van Uw gezalfde. Het dak van de wetteloze slaat U stuk, U legt de fundamenten bloot tot de laatste steen. Met zijn eigen pijlen doorboort U de aanvoerder van de krijgers. Zij stormen aan om mij te breken, het doet ze plezier om in het geniep een arme stakker te verslinden.
Lees meer ...Sefanja 1:1-9 1
Dit zijn de woorden die de HEER richtte tot Sefanja, de zoon van Kusi, de zoon van Gedalja, de zoon van Amarja, de zoon van Hizkia, toen Josia, de zoon van Amon, in Juda regeerde. De dag van de HEER. Alles zal Ik van de aardbodem wegvagen – spreekt de HEER. Mens en dier zal Ik wegvagen. Ik zal de vogels aan de hemel wegvagen en de vissen in de zee, alles wat de zondaars ten val heeft gebracht.
Lees meer ...Sefanja 1:10-18 2
Op die dag – spreekt de HEER – klinkt er geschreeuw uit de Vispoort, gehuil uit de nieuwe stad, en heerst er verslagenheid in de heuvels. Huil, bewoners van de Vijzelbuurt: de handelaars zijn omgekomen, de geldwegers zijn uitgeroeid. Dan doorzoek Ik Jeruzalem met lampen, straf Ik hen die zich aan wijn te buiten gaan en denken: De HEER doet geen goed en geen kwaad. Hun bezittingen worden buitgemaakt, hun huizen verwoest.
Lees meer ...Sefanja 2:1-7 1
Kom tot jezelf en kom samen, schaamteloos volk, voordat Mijn besluit gestalte krijgt – een dag verwaait als kaf -, voordat de brandende toorn van de HEER zich tegen je keert, voordat de dag van de toorn van de HEER zich tegen je keert. Zoek de HEER, allen in het land die nederig zijn en naar Zijn wetten leven, zoek rechtvaardigheid,
Lees meer ...Sefanja 2:8-15 2
Ik heb de hoon van Moab gehoord en de spot van Ammon, Ik heb gehoord hoe ze Mijn volk hoonden en zijn gebied bedreigden. Daarom, zo waar Ik leef – spreekt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël – zal Moab worden als Sodom en Ammon als Gomorra: een distelveld, een zoutput, voor altijd een woestenij. Wat er nog over is van Mijn volk zal ze plunderen, wat er van Mijn natie nog rest zal ze in bezit nemen.
Lees meer ...Sefanja 3:1-10 Profetie over Jeruzalem 1
Wee de opstandige, bezoedelde, gewelddadige stad! Ze luistert naar niemand, neemt geen terechtwijzing aan, vertrouwt niet op de HEER, wendt zich niet tot haar God. Haar leiders zijn brullende leeuwen, haar rechters wolven in de avond die ’s ochtends niets meer te kluiven hebben. Haar profeten zijn gewetenloze bedriegers, haar priesters ontwijden wat heilig is en doen de wet geweld aan. Maar de HEER is in haar midden, Hij is rechtvaardig, Hij doet geen onrecht.
Lees meer ...Sefanja 3:11-20 Profetie over Jeruzalem 2
Op die dag hoef je je niet meer te schamen voor alle daden waarmee je tegen Mij in opstand kwam. Wie van overmoed vrolijk is laat Ik uit je midden verdwijnen, op Mijn heilige berg zul je niet meer hoogmoedig zijn. Ik zal een arm en zwak volk binnen je muren achterlaten dat in de naam van de HEER een toevlucht vindt. Wie er van Israël overblijven, zullen niet langer onrecht doen, ze zullen geen leugens spreken, uit hun mond zal geen bedrieglijke taal meer klinken. Ze zullen weiden en rustig liggen, en niemand die ze stoort.
Lees meer ...