Adam, Set, Enos, Kenan, Mahalalel, Jered, Henoch, Metuselach, Lamech, Noach, Sem, Cham en Jafet.
Zonen van Jafet:
Gomer, Magog, Madai, Jawan, Tubal, Mesech en Tiras. Zonen van Gomer:
Askenaz, Difat en Togarma. Zonen van Jawan:
Elisa en Tarsis; andere nakomelingen van Jawan:
Kittiërs en Rodanieten.
Zonen van Cham:
Kus, Misraïm, Put en Kanaän. Zonen van Kus:
Saba, Chawila, Sabta, Rama en Sabtecha. Zonen van Rama:
Seba en Dedan. Kus was ook de vader van Nimrod, de eerste machthebber op Aarde. Misraïm was de stamvader van de Ludieten, de Anamieten, de Lehabieten, de Naftuchieten, de Patrusieten, de Kasluchieten – uit wie de Filistijnen zijn voortgekomen – en de Kretenzers. Kanaän was de vader van Sidon, die de oudste was, en van Chet, en de stamvader van de Jebusieten, Amorieten, Girgasieten, Chiwwieten, Arkieten, Sinieten, Arwadieten, Semarieten en Hamatieten.
Nakomelingen van Sem:
Elam, Assur, Arpachsad, Lud en Aram, Us, Chul, Geter en Mesech. Arpachsad was de vader van Selach, en Selach de vader van Eber. Eber kreeg twee zonen. De ene heette Peleg; in zijn tijd werd de Aarde verdeeld. De andere heette Joktan. Joktan was de vader van Almodad, Selef, Chasarmawet, Jerach, Hadoram, Uzal, Dikla, Ebal, Abimaël, Seba, Ofir, Chawila en Jobab. Zij allen waren zonen van Joktan.
Sem, Arpachsad, Selach, Eber, Peleg, Reü, Serug, Nachor, Terach, Abram, dat is Abraham.