Joas was zeven jaar oud toen hij koning werd, in het zevende regeringsjaar van Jehu. Veertig jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder heette Sibja en was afkomstig uit Berseba. Zijn leven lang deed Joas wat goed is in de ogen van de HEER, zoals de hogepriester Jojada hem geleerd had. Toch bleven de offerplaatsen bestaan, en bleven de Judeeërs daar offers brengen en wierook branden.

Joas droeg de priesters het volgende op:

‘De priesters mogen al het zilver dat als wijgeschenk voor de tempel van de HEER wordt afgedragen voor zichzelf houden, ieder wat hij persoonlijk ontvangt. Dat geldt niet alleen het zilver dat moet worden betaald wanneer men bij een volkstelling wordt geregistreerd en het zilver dat volgens tarief moet worden betaald om iemand vrij te kopen, maar ook al het zilver dat vrijwillig aan de tempel van de HEER wordt afgestaan. Zij moeten er dan wel voor zorgen dat de tempel van de HEER overal waar dat nodig is hersteld wordt.’ Maar in Joas’ drieëntwintigste regeringsjaar waren de priesters nog steeds niet aan het herstel van de tempel begonnen. Daarom liet de koning de hogepriester Jojada en de andere priesters bij zich komen en vroeg:

‘Waarom doet u niets om de tempel te herstellen? Voortaan mag u het zilver dat ieder van u ontvangt niet meer voor uzelf houden, maar moet u het direct afdragen voor het herstel van de tempel.’ De priesters stemden ermee in dat ze geen zilver van het volk meer zouden aannemen, maar dan ook geen verantwoordelijkheid zouden dragen voor het herstel van de tempel.

De hogepriester Jojada nam een kist, boorde een gat in het deksel en zette de kist bij het altaar, rechts bij de ingang van de tempel. Daarin deden de priesters die de ingang bewaakten al het zilver dat voor de tempel van de HEER werd afgedragen. Wanneer ze zagen dat er veel zilver in de kist lag, lieten ze de hofschrijver en de hogepriester komen om het zilver dat zich in de tempel bevond in zakjes over te doen en die te tellen.

Loading

Lees ook deze Berichten:

2 Koningen 15:13-16 Sallum, koning van Israël
2 Koningen 14:23-29 Jerobeam, koning van Israël
2 Koningen 4:8-23 Elisa en de vrouw uit Sunem 1
2 Koningen 15:1-7 Azarja, koning van Juda
2 Koningen 18:1-12 Hizkia, koning van Juda
2 Koningen 10:21-31 Jehu roeit het koningshuis van...
2 Koningen 16:1-11 Achaz, koning van Juda 1
2 Koningen 23:31-35 Joachaz, koning van Juda
2 Koningen 13:10-19 Joas, koning van Israël; de do...
2 Koningen 3:22-27 Joram, koning van Israël, trekt...
2 Koningen 4:38-41 Het bittere gerecht
2 Koningen 3:1-11 Joram, koning van Israël, trekt ...
2 Koningen 5:9-19 De genezing van Naäman 2
2 Koningen 6:24-33 Het beleg van Samaria 1
2 Koningen 15:27-31 Pekach, koning van Israël
2 Koningen 23:36-37-24:1-7 Jojakim, koning van Jud...
2 Koningen 15:17-22 Menachem, koning van Israël
2 Koningen 19:29-37 Jeruzalem door Sanherib bedrei...
2 Koningen 15:8-12 Zecharja, koning van Israël
2 Koningen 9:14-22 De dood van Joram en Achazja 1
2 Koningen 20:1-11 Hizkia's ziekte en genezing 1
2 Koningen 25:27-30 Gratie voor Jojachin
2 Koningen 19:14-28 Jeruzalem door Sanherib bedrei...
2 Koningen 4:1-7 Elisa helpt een arme weduwe
2 Koningen 14:1-11 Amasja, koning van Juda 1
2 Koningen 12:12-22 Joas, koning van Juda 2
2 Koningen 15:32-38 Jotam, koning van Juda
2 Koningen 21:19-26 Amon, koning van Juda
2 Koningen 7:10-15 Het beleg van Samaria 3
2 Koningen 4:42-44 Een maal voor honderd profeten
2 Koningen 22:1-11 Josia, koning van Juda 1
2 Koningen 14:12-22 Amasja, koning van Juda 2
2 Koningen 5:20-27 De genezing van Naäman 3
2 Koningen 5:1-8 De genezing van Naäman 1
2 Koningen 17:19-29 Beschouwing over de ondergang ...
2 Koningen 4:24-37 Elisa en de vrouw uit Sunem 2
2 Koningen 17:7-18 Beschouwing over de ondergang v...
2 Koningen 23:19-30 Maatregelen tegen de afgodendi...
2 Koningen 23:1-9 Maatregelen tegen de afgodendien...
2 Koningen 9:30-37 De dood van Izebel
2 Koningen 21:1-9 Manasse, koning van Juda 1
2 Koningen 7:16-20 Het beleg van Samaria 4
2 Koningen 9:1-13 Jehu, koning van Israël
2 Koningen 16:12-20 Achaz, koning van Juda 2
2 Koningen 8:16-24 Joram, koning van Juda
2 Koningen 11:1-11 Atalja, koningin van Juda 1
2 Koningen 25:18-26 Sedekia, koning van Juda; de v...
2 Koningen 17:1-6 Hosea, koning van Israël; de val...
2 Koningen 24:8-17 Jojachin, koning van Juda
2 Koningen 1:1-8 De dood van Achazja 1
2 Koningen 20:12-21 Hizkia's ziekte en genezing 2
2 Koningen 8:1-6 De vrouw uit Sunem krijgt haar be...
2 Koningen 6:8-14 Elisa's optreden in de oorlog te...
2 Koningen 8:7-15 Elisa in Damascus
2 Koningen 13:20-25 Joas, koning van Israël; de do...
2 Koningen 18:30-37 Jeruzalem door Sanherib bedrei...
2 Koningen 1:9-18 De dood van Achazja 2
2 Koningen 7:1-9 Het beleg van Samaria 2
2 Koningen 10:32-36 Jehu roeit het koningshuis van...
2 Koningen 21:10-18 Manasse, koning van Juda 2
2 Koningen 23:10-18 Maatregelen tegen de afgodendi...
2 Koningen 6:1-7 De drijvende bijl
2 Koningen 18:13-23 Jeruzalem door Sanherib bedrei...
2 Koningen 18:24-29 Jeruzalem door Sanherib bedrei...
2 Koningen 11:12-20 Atalja, koningin van Juda 2
2 Koningen 8:25-29 Achazja, koning van Juda
2 Koningen 2:11-18 Elia in de hemel opgenomen 2
2 Koningen 17:30-41 Beschouwing over de ondergang ...
2 Koningen 10:12-20 Jehu roeit het koningshuis van...
2 Koningen 22:12-20 Josia, koning van Juda 2
0Shares