Toen ze in Gilead waren aangekomen, bij de nakomelingen van Ruben en Gad en de eerste helft van de stam Manasse, zeiden ze tegen hen:

‘Wij spreken namens het volk van de HEER. De volksvergadering wil weten waarom u de God van Israël ontrouw bent geworden door dat altaar te bouwen. Vanwaar deze ontrouw waarmee u zich van de HEER hebt afgekeerd en tegen Hem in opstand bent gekomen? Waren de wandaden bij de Peor nog niet rampzalig genoeg voor ons? Daar hebben we ons tot op de dag van vandaag nog niet van gereinigd, en het volk van de HEER heeft er zwaar onder te lijden gehad. En nu wilt u zich opnieuw van de HEER afkeren? Zodra u tegen Hem in opstand komt, treft Zijn woede onmiddellijk het hele volk. Is uw eigen land soms onrein? Kom dan naar het land van de HEER, waar Hij Zijn tabernakel heeft; kom bij ons wonen. Maar kom niet in opstand tegen de HEER; en kom ook niet in opstand tegen ons door nog een tweede altaar te bouwen, naast het altaar van de HEER, onze God. Heeft Achan, de nakomeling van Zerach, zich soms niet vergrepen aan goederen waarop de ban van de HEER rustte? Trof de woede van de HEER toen niet het hele volk? Achan was niet de enige die om die misdaad stierf.’

De stammen Ruben en Gad en de eerste helft van de stam Manasse antwoordden de stamhoofden van Israël:

‘Maar de God der goden, de HEER, weet toch … En ook Israël moet weten dat wij beslist niet tegen Hem in opstand zijn gekomen en Hem niet ontrouw zijn geweest. Als het wel zo is … HEER, God der goden, trek dan onmiddellijk uw handen van ons af. Als wij dit altaar inderdaad zouden hebben gebouwd om ons van de HEER af te keren, om er brand- of graanoffers op te brengen of vredeoffers, dan mag de HEER ons daarvoor laten boeten. We hebben het alleen maar uit voorzorg gedaan. We wilden voorkomen dat uw nakomelingen tegen die van ons zouden zeggen:

“Wat hebt u eigenlijk met de HEER, de God van Israël, te maken? De HEER heeft immers tussen u, nakomelingen van Ruben en Gad, en ons de Jordaan als grens gesteld. U hoort helemaal niet bij de HEER.” Kortom, we waren bang dat uw nakomelingen die van ons zouden beletten de HEER te dienen.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Jozua 24:13-18 Volksvergadering in Sichem 2
Jozua 24:19-28 Volksvergadering in Sichem 3
Jozua 24:29-33 Dood van Jozua en Eleazar
Jozua 8:10-17 Vernietiging van Ai 2
Jozua 18:20-28 Het grondgebied van de stam Benjami...
Jozua 9:1-13 List van de Chiwwieten 1
Jozua 22:1-14 Bouw van een altaar aan de Jordaan 1
Jozua 2:1-14 Spionnen in Jericho 1
Jozua 13:8-14 Verdeling van het land ten oosten va...
Jozua 16:1-4 Het grondgebied van de nakomelingen v...
Jozua 12:1-24 Lijst van verslagen koningen
Jozua 1:1-9 Opdracht van de HEER aan Jozua 1
Jozua 18:1-10 Volksvergadering in Silo
Jozua 23:1-10 Afscheidsrede van Jozua 1
Jozua 7:22-26 Schending van de ban 3
Jozua 21:1-8 Steden voor de Levieten 1
Jozua 17:1-8 Het grondgebied van de tweede helft v...
Jozua 5:2-12 Besnijdenis en pesach
Jozua 14:1-5 Verdeling van het land ten westen van...
Jozua 17:9-13 Het grondgebied van de tweede helft ...
Jozua 7:12-21 Schending van de ban 2
Jozua 22:26-34 Bouw van een altaar aan de Jordaan ...
Jozua 20:1-9 Vrijplaatsen
Jozua 11:1-9 Verovering van het noorden 1
Jozua 21:41-45 Steden voor de Levieten 4
Jozua 4:13-24-5:1 Overtocht over de Jordaan 4
Jozua 7:1-11 Schending van de ban 1
Jozua 3:1-13 Overtocht over de Jordaan 1
Jozua 6:15-25 Vernietiging van Jericho 3
Jozua 14:6-15 Toewijzing van Hebron aan Kaleb
Jozua 15:1-11 Het grondgebied van de stam Juda 1
Jozua 19:24-31 Het grondgebied van de stam Aser
Jozua 13:1-7 Nog te veroveren gebieden
Jozua 13:24-28 Het grondgebied van de stam Gad
Jozua 15:48-63 De steden van de stam Juda 2
Jozua 19:40-48 Het grondgebied van de stam Dan
Jozua 6:26-27 Vernietiging van Jericho 4
Jozua 10:26-28 Slag bij Gibeon 3
Jozua 4:1-12 Overtocht over de Jordaan 3
Jozua 10:12-25 Slag bij Gibeon 2
Jozua 13:29-33 Het grondgebied van de eerste helft...
Jozua 21:27-40 Steden voor de Levieten 3
Jozua 17:14-18 Efraïm en Manasse beklagen zich
Jozua 19:32-39 Het grondgebied van de stam Naftali
Jozua 11:10-15 Verovering van het noorden 2
Jozua 8:18-29 Vernietiging van Ai 3
Jozua 19:1-9 Het grondgebied van de stam Simeon
Jozua 10:1-11 Slag bij Gibeon 1
Jozua 24:1-12 Volksvergadering in Sichem 1
Jozua 2:15-24 Spionnen in Jericho 2
Jozua 3:14-17 Overtocht over de Jordaan 2
Jozua 19:49-51 Een stad voor Jozua
Jozua 8:30-35 Plechtigheid op de Ebal
Jozua 15:21-47 De steden van de stam Juda 1
Jozua 21:9-26 Steden voor de Levieten 2
Jozua 15:12-20 Het grondgebied van de stam Juda 2
Jozua 6:1-14 Vernietiging van Jericho 2
Jozua 23:11-16 Afscheidsrede van Jozua 2
Jozua 19:17-23 Het grondgebied van de stam Issacha...
Jozua 1:10-18 Opdracht van de HEER aan Jozua 2
Jozua 5:13-15 Vernietiging van Jericho 1
Jozua 16:5-10 Het grondgebied van de stam Efraïm
Jozua 18:11-19 Het grondgebied van de stam Benjami...
Jozua 8:1-9 Vernietiging van Ai 1
Jozua 13:15-23 Het grondgebied van de stam Ruben
Jozua 19:10-16 Het grondgebied van de stam Zebulon
Jozua 11:16-23 Overzicht van de veroveringen
Jozua 10:29-43 Verovering van het zuiden
Jozua 9:14-27 List van de Chiwwieten 2
0Shares