Page 1 of 2
1 2

Jozua 24:13-18 Volksvergadering in Sichem 2

Ik heb jullie een land gegeven waarvoor jullie niets hebben hoeven te doen, steden die jullie niet hebben gebouwd en waarin jullie zomaar konden gaan wonen, wijngaarden en olijfbomen die jullie niet hebben geplant en waarvan jullie zomaar kunnen eten. Nu dan,’ vervolgde Jozua, ‘eerbiedig de HEER, dien Hem met onvoorwaardelijke trouw en doe de goden weg die uw voorouders ten oosten van de Eufraat en in Egypte hebben gediend.

0Shares
Lees meer ...

Jozua 24:19-28 Volksvergadering in Sichem 3

Jozua antwoordde het volk echter: ‘U zult niet in staat zijn de HEER te dienen, want Hij is een heilige God, Hij duldt niemand naast zich, Hij zal u uw overtredingen en zonden niet vergeven. Wanneer u de HEER verlaat en andere goden gaat dienen, zal Hij zich tegen u keren. Dan zal Hij u niet langer weldaden bewijzen, maar u kwaad doen en u vernietigen.’

0Shares
Lees meer ...

Jozua 24:29-33 Dood van Jozua en Eleazar

Korte tijd later stierf Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van de HEER, op de leeftijd van honderdtien jaar. Hij werd begraven in het gebied dat hem was toegewezen: in Timnat-Serach in het bergland van Efraïm, ten noorden van de Gaäs. Zolang Jozua leefde diende het volk de HEER. Ook na zijn dood bleven ze de HEER dienen zolang de stammen werden aangevoerd door Jozua’s leeftijdsgenoten, die getuige waren geweest van de grootse daden die de HEER voor Israël had verricht.

0Shares
Lees meer ...

Rechters 1:1-15 Vestiging in Kanaän 1

Na de dood van Jozua raadpleegden de Israëlieten de HEER: ‘Wie van ons moet als eerste de strijd aanbinden met de Kanaänieten?’ De HEER antwoordde: ‘Juda moet als eerste oprukken; hun geef Ik het land in handen.’ Toen zeiden de Judeeërs tegen de stam Simeon, hun broeders: ‘Trek met ons op naar het grondgebied dat ons door het lot is toegewezen en bind samen met ons de strijd aan tegen de Kanaänieten. Daarna zullen wij op onze beurt met u meegaan naar het grondgebied dat u door het lot is toegewezen.’ Hierop ging Simeon met hen mee. Juda rukte op, en de HEER leverde de Kanaänieten en Perizzieten aan hen uit; bij Bezek versloegen ze er tienduizend. Ze kwamen daar tegenover Adonibezek te staan, bonden de strijd met hem aan en versloegen de Kanaänieten en Perizzieten.

0Shares
Lees meer ...

Rechters 1:16-26 Vestiging in Kanaän 2

Vanuit de Palmstad waren met de Judeeërs ook de Kenieten, stamgenoten van de schoonvader van Mozes, naar de woestijn van Juda opgetrokken. Zij vestigden zich te midden van de bewoners van het gebied rond Arad. Samen met de stam Simeon versloegen de Judeeërs vervolgens de Kanaänieten in Sefat en vernietigden de stad. Sindsdien heet die stad Chorma. Ook veroverden de Judeeërs het hele gebied van Gaza, het hele gebied van Askelon en het hele gebied van Ekron.

0Shares
Lees meer ...

Rechters 1:27-36 Vestiging in Kanaän 3

De stam Manasse heeft zich niet meester gemaakt van Bet-San en Taänach en de omliggende dorpen. Ze verdreven ook de inwoners van Dor, Jibleam en Megiddo en de omliggende dorpen niet; in dit gebied handhaafden de Kanaänieten zich. Toen de Israëlieten sterker werden, legden ze de Kanaänieten herendienst op, maar ze verdreven hen niet. De stam Efraïm heeft de inwoners van Gezer niet verdreven; de Kanaänieten daar bleven in hun midden wonen.

0Shares
Lees meer ...

Rechters 2:1-5 Vestiging in Kanaän 4

Er kwam een engel van de HEER uit Gilgal naar Bochim. Daar zei hij: ‘Ik heb jullie uit Egypte geleid naar het land dat Ik jullie voorouders onder ede had beloofd. Ik heb gezegd dat Ik Mijn verbond met jullie nooit zou verbreken. Maar jullie mochten geen verdragen sluiten met de inwoners van dit land en hun altaren moesten jullie afbreken.

0Shares
Lees meer ...

Rechters 2:6-15 Israël verbreekt het verbond 1

Toen Jozua de volksvergadering had ontbonden, waren de Israëlieten erop uitgetrokken om het land in bezit te nemen, elke stam het gebied dat hun was toegewezen. Zolang Jozua leefde, had het volk de HEER gediend. Ook na zijn dood waren ze de HEER blijven dienen zolang de stammen werden aangevoerd door Jozua’s leeftijdsgenoten, die getuige waren geweest van de grootse daden die de HEER voor Israël had verricht. Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van de HEER, was gestorven toen hij honderdtien jaar oud was.

0Shares
Lees meer ...

Rechters 2:16-23 Israël verbreekt het verbond 2

Dan liet de HEER een rechter optreden om het volk te leiden en het te bevrijden van de roversbenden. Maar ook naar hun rechters luisterden ze niet; ze gaven zich af met andere goden en bogen zich voor hen neer. Binnen de kortste keren dwaalden ze weer af van de weg die hun voorouders waren gegaan: die hadden de geboden van de HEER gehoorzaamd, maar zij niet. Binnen de kortste keren dwaalden ze weer af van de weg die hun voorouders waren gegaan: die hadden de geboden van de HEER gehoorzaamd, maar zij niet.

0Shares
Lees meer ...

Rechters 3:1-6 Israël verbreekt het verbond 3

Om de Israëlieten die de strijd tegen de Kanaänieten niet hadden meegemaakt te leren hoe het er in de oorlog aan toegaat (dus alleen om de nieuwe generaties die nog geen ervaring met de strijd hadden opgedaan daarmee vertrouwd te maken), had de HEER de volgende volken in het land laten blijven: de Filistijnen in hun vijf vorstendommen en verder de Kanaänieten, de Sidoniërs en de Chiwwieten die in het Libanongebergte leefden, vanaf de Baäl-Hermon tot aan Lebo-Hamat.

0Shares
Lees meer ...
Page 1 of 2
1 2