Het zesde lot wees de families van de stam Naftali het volgende grondgebied toe:
De zuidgrens liep vanaf Chelef, vanaf de eik in Saänannim, via Adami-Nekeb en Jabneël naar Lakkum, waarna hij eindigde bij de Jordaan. De andere kant op, in westelijke richting, liep de grens vanaf Chelef naar Aznot-Tabor; van daar liep hij naar Chukok. Hij viel in het zuiden samen met de grens van Zebulon, in het westen met de grens van Aser, en in het oosten eindigde hij bij de Jordaan, bij Jehuda. Dit gebied omvatte de vestingsteden Siddim, Ser, Chammat, Rakkat, Kinneret, Adama, Rama, Hasor, Kedes, Edreï, En-Chasor, Jiron, Migdal-El, Chorem, Bet-Anat en Bet-Semes. Negentien steden met de omliggende dorpen.
Dit was het gebied dat met alle steden en dorpen toebehoorde aan de families van de stam Naftali.