Maar als u de HEER, uw God, niet gehoorzaamt en Zijn geboden en wetten, zoals ik ze u vandaag heb voorgehouden, niet nauwkeurig naleeft, zullen deze vervloekingen u treffen:
Vervloekt zult u zijn in de stad en vervloekt op het land.
Vervloekt is de oogst die u binnenhaalt en het deeg dat u kneedt.
Vervloekt is de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw land en de dracht van uw runderen, schapen en geiten.
Vervloekt zult u zijn in uw komen en uw gaan.
De HEER zal aan alle arbeid die u verricht een vloek laten kleven; Hij sticht verwarring en vijandschap. Omdat u zich slecht hebt gedragen en zich van Hem hebt afgekeerd, zult u spoedig ten onder gaan.
De HEER zal u met de pest treffen, tot u geheel en al bent weggevaagd uit het land dat u in bezit zult nemen.
De HEER zal u treffen met tering en ontstekingen, met koorts en waanzin, met droogte, korenbrand en meeldauw, die u zullen achtervolgen en te gronde richten. De hemel boven uw hoofd zal van koper zijn en de grond onder uw voeten van ijzer.
De HEER zal het stof laten regenen op uw akkers:
fijn zand zal uit de hemel op u neerdalen. Zo zult u ten onder gaan.
De HEER zal de overwinning aan uw vijanden schenken:
als één man gaat u op hen af, maar naar alle kanten zult u uiteenstuiven. Voor alle koninkrijken op aarde zult u als afschrikwekkend voorbeeld gelden. Vogels en roofdieren zullen zich aan uw lijken te goed doen, zonder dat iemand ze verjaagt.
De HEER zal u treffen met zweren als Egypte destijds, met builen, uitslag en schurft, met ongeneeslijke ziekten.
De HEER zal u treffen met krankzinnigheid, blindheid en verstandsverbijstering. U zult op klaarlichte dag in het duister tasten, zoals een blinde op de tast zijn weg moet zoeken. Alles wat u onderneemt zal mislukken. Dag in dag uit zult u worden beroofd en uitgebuit, en er is niemand die u komt redden.
U zult een bruid hebben gevonden, maar een ander zal met haar slapen. U zult een huis bouwen, maar er niet in wonen. U zult een wijngaard planten, maar niet zelf van de eerste vruchten genieten.