Van Paulus, apostel van Christus Jezus in opdracht van God, onze Redder, en van Christus Jezus, onze hoop. Aan Timoteüs, mijn waarachtig kind in het geloof. Genade, barmhartigheid en vrede van God, de Vader, en Christus Jezus, onze Heer!

Opdracht aan Timoteüs.

Toen ik naar Macedonië vertrok, heb ik je gevraagd in Efeze te blijven. Je moet voorkomen dat bepaalde mensen daar een afwijkende leer onderwijzen en zich verdiepen in verzinsels en eindeloze geslachtsregisters. Die leiden meer tot speculaties dan tot de vervulling van de taak die God met het geloof gegeven heeft. Het doel van je opdracht is de liefde die voortkomt uit een rein hart, een zuiver geweten en een oprecht geloof. Sommigen hebben zich daarvan afgewend en zijn vervallen tot zinloos gepraat. Zij willen de wet van God onderwijzen, maar weten niet wat ze zeggen en begrijpen niets van wat ze zo stellig beweren. Wij daarentegen weten dat de wet goed is als hij op de juiste wijze gebruikt wordt. We weten ook dat de wet er niet is voor de rechtvaardige, maar voor wie zich aan wet of gezag niet stoort, voor goddelozen en zondaars, die alles wat heilig is verachten en ontwijden, die hun eigen vader of moeder doden, voor moordenaars, ontuchtplegers, knapenschenders, slavenhandelaars, leugenaars en plegers van meineed. De wet is er voor alles wat indruist tegen de heilzame leer, die in overeenstemming is met het evangelie dat mij is toevertrouwd, het evangelie over de majesteit van de gelukzalige God. Ik dank Christus Jezus, onze Heer, dat Hij mij kracht gegeven heeft en het mij heeft toevertrouwd Hem te dienen, hoewel ik Hem vroeger heb bespot, vervolgd en beschimpt. Toch heeft Hij zich over mij ontfermd, omdat ik door mijn ongeloof niet wist wat ik deed. Onze Heer heeft mij Zijn genade in overvloed geschonken, evenals het geloof en de liefde die we in Christus Jezus bezitten.

Loading

0Shares