Page 45 of 48
1 43 44 45 46 47 48

Ezra 10:1-9 Uitheemse vrouwen met hun kinderen weggestuurd 1

En terwijl Ezra bad en schuld beleed, en zich wenend neerwierp voor Gods tempel, kwam er een zeer grote menigte Israëlitische mannen en vrouwen en kinderen om hem heen staan. Zij huilden bitter. Toen nam Sechanja, de zoon van Jechiël, een van de zonen van Elam, het woord. Hij zei tegen Ezra: ‘Wij zijn onze God ontrouw geweest, wij zijn getrouwd met uitheemse vrouwen, afkomstig uit de bevolking van het land. En toch, ondanks dat, is er hoop voor Israël. Laat ons daarom ten overstaan van onze God de verplichting aangaan dat wij al die vrouwen en alle kinderen die zij hebben gebaard wegsturen, zoals u, heer, ons dat aanraadt,

0Shares
Lees meer ...

Ezra 10:10-19 Uitheemse vrouwen met hun kinderen weggestuurd 2

Ezra, de priester, stond op en zei: ‘U bent ontrouw geweest, u bent met uitheemse vrouwen getrouwd en daardoor hebt u de schuld van Israël vergroot. Leg daarom een bekentenis af voor de HEER, de God van uw voorouders, en doe wat Hij van u vraagt: houd u afzijdig van de bevolking van het land en van uitheemse vrouwen.’ De hele gemeenschap antwoordde luid: ‘We zullen doen wat u ons gezegd hebt. Maar wij, het volk, wij zijn met velen, en het is regentijd. We kunnen niet lang buiten blijven staan; in één of twee dagen hebben we deze zaak niet afgehandeld, want we hebben op grote schaal fouten begaan.

0Shares
Lees meer ...

Ezra 10:20-44 Uitheemse vrouwen met hun kinderen weggestuurd 3

Uit de familie van Immer: Chanani en Zebadja. Uit de familie van Charim: Maäseja, Elia, Semaja, Jechiël en Uzzia. Uit de familie van Paschur: Eljoënai, Maäseja, Jismaël, Netanel, Jozabad en Elasa. Van de Levieten: Jozabad, Simi, Kelaja (beter bekend als Kelita), Petachja, Jehuda en Eliëzer. Van de tempelzangers: Eljasib. Van de poortwachters: Sallum, Telem en Uri. Van het volk: Uit de familie van Paros: Ramja, Jizzia, Malkia, Miamin, Elazar, Malkia en Benaja.

0Shares
Lees meer ...

Nehemia 1:1-11

Verslag van Nehemia, de zoon van Chachalja. In de maand kislew van het twintigste jaar, toen ik mij in de burcht van Susa bevond, kwam een van mijn broers, Chanani, met een aantal mannen vanuit Juda naar me toe. Ik vroeg hun hoe het de Joden verging die waren overgebleven en de ballingschap hadden overleefd, en informeerde naar de toestand in Jeruzalem. Ze vertelden me dit: ‘Het gaat heel slecht met de mensen die de ballingschap hebben overleefd en die nu in de provincie Juda wonen. Ze zijn er het mikpunt van spot, want de muur van Jeruzalem is afgebroken en de poorten zijn in vlammen opgegaan.’ Toen ik deze woorden hoorde, ging ik huilend op de grond zitten.

0Shares
Lees meer ...

Nehemia 2:1-10 Nehemia gaat naar Jeruzalem

Het was in de maand nisan, in het twintigste regeringsjaar van Artaxerxes. De wijn stond op tafel. Ik nam de wijn en bood die de koning aan. Nooit had hij iets op me aan te merken gehad, maar nu zei hij: ‘Waarom kijk je zo somber, je bent toch niet ziek? Er is vast iets dat je dwarszit.’ Ik schrok hevig en zei: ‘Majesteit, leef in eeuwigheid! Hoe zou ik niet somber zijn als de stad waar mijn voorouders begraven zijn, is verwoest en haar poorten in vlammen zijn opgegaan?’ ‘Wat is dan je wens?’ vroeg de koning. Ik bad tot de God van de hemel, en antwoordde de koning: ‘Als het de koning goeddunkt,

0Shares
Lees meer ...

Nehemia 2:11-20 Nehemia krijgt medestanders in Jeruzalem

Zo kwam ik in Jeruzalem aan. Na drie dagen trok ik er met enkele mannen in de nacht op uit. Ik had niemand verteld welke plannen mijn God mij voor Jeruzalem had ingegeven, en het enige dier dat ik bij me had, was het dier waarop ik reed. Die nacht ging ik door de Dalpoort en langs de Drakenbron naar de Mestpoort, om de neergehaalde stadsmuren en de door vuur verteerde poorten te inspecteren. Ik ging door naar de Bronpoort en naar de Koningsvijver, waar mijn rijdier niet verder kon. Daarom klom ik die nacht door het Kidrondal omhoog om de muur te inspecteren,

0Shares
Lees meer ...

Nehemia 3:1-12 Herbouw van de stadsmuur 1

Eljasib, de hogepriester, begon samen met zijn medepriesters aan de herbouw van de Schaapspoort. Nadat ze die hadden ingewijd, plaatsten ze de deuren en wijdden ze het gedeelte van de Honderdtoren tot de Chananeltoren in. Naast hem werkten de mannen van Jericho, en daarnaast Zakkur, de zoon van Imri. De Vispoort werd door de zonen van Senaä herbouwd. Ze legden de balken en plaatsten de deuren, compleet met sluitbalken en grendels. Naast hen voerde Meremot, de zoon van Uria, de zoon van Hakkos, de herstelwerkzaamheden uit, en daarnaast Mesullam, de zoon van Berechja, de zoon van Mesezabel, en wat verderop Sadok, de zoon van Baäna.

0Shares
Lees meer ...

Nehemia 3:13-21 Herbouw van de stadsmuur 2

Chanun en de inwoners van Zanoach herstelden de Dalpoort: ze bouwden hem op, plaatsten de deuren, compleet met sluitbalken en grendels, en repareerden de muur over een lengte van duizend el, tot aan de Mestpoort. De Mestpoort zelf werd hersteld door Malkia, de zoon van Rechab, het hoofd van het district Bet-Hakkerem. Hij bouwde hem op en plaatste de deuren, compleet met sluitbalken en grendels. Sallun, de zoon van Kolchoze en het hoofd van het district Mispa, herstelde de Bronpoort. Hij bouwde hem op, legde het dak en plaatste de deuren, compleet met sluitbalken en grendels,

0Shares
Lees meer ...

Nehemia 3:22-32 Herbouw van de stadsmuur 3

Daarnaast werkten de priesters uit de nabije omgeving, en verderop herstelden Benjamin en Chassub het gedeelte tegenover hun huis, en daar weer naast herstelde Azarja, de zoon van Maäseja, de zoon van Ananja, het gedeelte naast zijn huis. Binnuï, de zoon van Chenadad, herstelde nog een deel, van het huis van Azarja tot de Punt en tot de Hoek. Palal, de zoon van Uzai, werkte tegenover de Punt en de hoge uitspringende toren van het koninklijk paleis, bij het plein van de paleiswacht.

0Shares
Lees meer ...

Nehemia 3:33-38 Tegenwerking bij het herstel van de muur 1

Toen Sanballat hoorde dat de muur door ons werd herbouwd, werd hij woedend, en in zijn ergernis bespotte hij de Joden. In tegenwoordigheid van zijn ambtgenoten en van het leger van Samaria zei hij: ‘Wat doen die zielige Joden toch? Denken ze de muur zelf te kunnen repareren? Willen ze echt gaan offeren? Denken ze dat werk vandaag nog af te krijgen?

0Shares
Lees meer ...
Page 45 of 48
1 43 44 45 46 47 48