Page 40 of 48
1 38 39 40 41 42 48

2 Kronieken 29:1-11 Jechizkia neemt de tempel weer in gebruik 1

Jechizkia was vijfentwintig jaar oud toen hij koning werd. Negenentwintig jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Abia, de dochter van Zecharja. Hij deed wat goed is in de ogen van de HEER, net zoals zijn voorvader David gedaan had. Al in de eerste maand van het eerste jaar van zijn regering heropende hij de tempel van de HEER en liet hij de deuren herstellen. Hij riep de priesters en de Levieten bijeen op het plein aan de oostzijde van de tempel en sprak hen als volgt toe: ‘Levieten, luister! Heilig u, zodat u de tempel van de HEER, de God van uw voorouders, kunt reinigen door alles wat onrein is uit het heiligdom te verwijderen.

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 29:12-19 Jechizkia neemt de tempel weer in gebruik 2

De Levieten traden aan: Machat, de zoon van Amasai, en Joël, de zoon van Azarja, uit de familie van Kehat; van de nakomelingen van Merari: Kis, de zoon van Abdi, en Azarja, de zoon van Jehallelel; van de nakomelingen van Gerson: Joach, de zoon van Zimma, en Eden, de zoon van Joach; van de nakomelingen van Elisafan: Simri en Jeïel; van de nakomelingen van Asaf: Zecharja en Mattanja; van de nakomelingen van Heman: Jechiël en Simi; en van de nakomelingen van Jedutun: Semaja en Uzziël. Ze riepen hun verwanten bijeen en heiligden zich om de tempel van de HEER te heiligen, zoals de koning op gezag van de HEER bevolen had.

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 29:20-30 Jechizkia neemt de tempel weer in gebruik 3

De volgende ochtend vroeg riep koning Jechizkia de stadscommandanten bijeen en begaf hij zich naar de tempel. Ze brachten zeven stieren, zeven volwassen rammen en zeven jonge rammen mee, en zeven bokken als reinigingsoffer voor het koningshuis, voor het heiligdom en voor Juda. Jechizkia beval de nakomelingen van Aäron, de priesters, de dieren te verbranden op het altaar van de HEER. Het rundvee werd geslacht, en de priesters vingen het bloed op en goten het tegen het altaar. De volwassen rammen werden geslacht, en de priesters goten het bloed tegen het altaar. De jonge rammen werden geslacht, en de priesters goten het bloed tegen het altaar.

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 29:31-36 Jechizkia neemt de tempel weer in gebruik 4

Daarna nam Jechizkia het woord en zei: ‘U hebt u weer in dienst gesteld van de HEER. Breng nu wat u voor de vredeoffers en dankoffers hebt meegebracht naar de tempel van de HEER.’ De hele gemeenschap kwam dieren brengen voor vredeoffers en dankoffers, en wie daartoe bereid was ook voor brandoffers. Alleen al voor het brandoffer voor de HEER werden door de gemeenschap zeventig runderen, honderd volwassen rammen en tweehonderd jonge rammen aangeboden,

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 30:1-9 Jechizkia herstelt de pesachviering in ere 1

Jechizkia stuurde boden rond in heel Israël en Juda en schreef ook brieven naar Efraïm en Manasse, waarin hij iedereen opriep naar de tempel van de HEER in Jeruzalem te komen om aan de HEER, de God van Israël, het pesachoffer op te dragen. De koning had zich, samen met zijn raadsheren en de volksvergadering van Jeruzalem, gebogen over de mogelijkheid om Pesach te vieren in de tweede maand. Het was namelijk niet mogelijk geweest Pesach te vieren op de vastgestelde tijd, omdat zich toen niet genoeg priesters geheiligd hadden en het volk niet in Jeruzalem bijeen was. Nadat dit voorstel door de koning en de volksvergadering was aangenomen, besloten ze om in heel Israël, van Berseba tot Dan,

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 30:10-20 Jechizkia herstelt de pesachviering in ere 2

Met deze boodschap gingen de boden in het gebied van Efraïm en Manasse van stad tot stad, tot aan Zebulon toe, maar ze werden uitgelachen en bespot. Slechts enkelen uit Aser, Manasse en Zebulon bogen het hoofd en kwamen naar Jeruzalem. In Juda echter gaf men, door toedoen van God, eensgezind gehoor aan de oproep die de koning en de raadsheren op gezag van de HEER hadden doen uitgaan. Een grote menigte verzamelde zich in Jeruzalem om in de tweede maand het feest van het Ongedesemde brood te vieren; ze kwamen in groten getale.

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 30:21-27-31:1 Jechizkia herstelt de pesachviering in ere 3

Vol vreugde vierden de in Jeruzalem bijeengekomen Israëlieten zeven dagen lang het feest van het Ongedesemde brood. Dag aan dag loofden de Levieten en de priesters de HEER door klankvolle instrumenten voor de HEER te bespelen. Jechizkia prees de Levieten om de kundigheid waarmee ze de HEER dienden. Gedurende de zeven dagen van het feest werden er vredeoffers gebracht en beleed men trouw aan de HEER, de God van de voorouders. Vervolgens besloot de volksvergadering om nog zeven feestdagen af te kondigen, en vol vreugde vierde men nog zeven dagen feest.

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 31:2-10 Jechizkia regelt de bijdragen voor de tempel 1

Jechizkia liet de priesters en de Levieten in dienstafdelingen aantreden en wees de verschillende afdelingen hun taken. Ze waren verantwoordelijk voor de brandoffers en vredeoffers en moesten binnen de poorten van het kamp van de HEER dienst doen en de lofzang verzorgen. De koning stond voortaan uit zijn eigen vermogen een vaste bijdrage af voor de brandoffers die in de wet van de HEER zijn voorgeschreven, zowel de brandoffers die elke ochtend en avond worden opgedragen, als de brandoffers op sabbat, nieuwemaan en andere hoogtijdagen. Het volk, de inwoners van Jeruzalem, droeg hij op hun bijdrage af te staan voor het onderhoud van de priesters en de Levieten,

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 31:11-17 Jechizkia regelt de bijdragen voor de tempel 2

Jechizkia beval dat in de tempel van de HEER de voorraadkamers in gereedheid moesten worden gebracht. Toen dat gebeurd was, werd alles wat werd afgedragen, dus de tienden en de heilige gaven, steeds daarheen gebracht. De Leviet Konanjahu werd belast met het toezicht op de gang van zaken en zijn broer Simi was zijn plaatsvervanger. Zij hadden de leiding over Jechiël, Azazjahu, Nachat, Asaël, Jerimot, Jozabad, Eliël, Jismachjahu, Machat en Benaja,

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 31:18-21 Jechizkia regelt de bijdragen voor de tempel 3

De hele groep werd met gezin en al geregistreerd, vrouwen, zonen en dochters inbegrepen, want zij waren door het ambt van de Levieten geheiligd. Voor de priesters, de afstammelingen van Aäron, die op de weidegronden bij hun steden woonden, werd de distributie van levensmiddelen onder de mannelijke leden van de priesterfamilies en de geregistreerde Levieten per stad geregeld door speciaal daartoe aangewezen personen.

0Shares
Lees meer ...
Page 40 of 48
1 38 39 40 41 42 48