Page 4 of 48
1 2 3 4 5 6 48

2 Samuel 1:1-16 David rouwt over Saul en Jonatan 1

Saul was gesneuveld en David had de Amalekieten verslagen en was alweer twee dagen terug in Siklag. Op de derde dag liet zich iemand uit het legerkamp van Saul aandienen. Hij had zijn kleren gescheurd en stof over zijn hoofd geworpen. Bij David gekomen, boog hij diep voorover. ‘Waar komt u vandaan?’ vroeg David, en de man antwoordde: ‘Uit het legerkamp van Israël. Ik ben ontkomen.’ ‘Wat is er dan gebeurd?’ vroeg David ongerust. ‘De soldaten moesten vluchten,’ vertelde hij. ‘Velen van hen zijn gesneuveld, en ook Saul en zijn zoon Jonatan zijn omgekomen.’ ‘Hoe weet u zo zeker dat Saul en zijn zoon Jonatan dood zijn?’ vroeg David aan de boodschapper die hem dit was komen vertellen.

0Shares
Lees meer ...

2 Samuel 1:17-27 David rouwt over Saul en Jonatan 2

Toen hief David een klaaglied aan over Saul en zijn zoon Jonatan. Hij heeft gezegd dat alle Judeeërs dit lied, het Lied van de boog, moesten leren. Het staat opgetekend in het Boek van de Oprechte: ‘Als een gevelde hinde, Israël, ligt jouw trots gesneuveld op je heuvels. Ach, dat je helden moesten vallen! Maak het niet bekend in Gat, roep het niet rond in Askelon; laat niet de Filistijnse vrouwen zich verheugen, de dochters van die onbesnedenen niet juichen.

0Shares
Lees meer ...

2 Samuel 2:1-11 David gezalfd tot koning van Juda

Enige tijd later wendde David zich tot de HEER en vroeg: ‘Zal ik naar Juda gaan?’ ‘Goed,’ antwoordde de HEER. ‘Naar welke stad zal ik gaan?’ vroeg David, en de HEER antwoordde: ‘Naar Hebron.’ Daarop trok David naar Hebron. Hij nam zijn beide vrouwen mee, Achinoam uit Jizreël en Abigaïl, de vroegere vrouw van Nabal uit Karmel, en ook zijn aanhangers met hun families. Zij allen vestigden zich in Hebron en de omliggende dorpen. De Judeeërs kwamen naar Hebron en zalfden David tot koning van Juda.

0Shares
Lees meer ...

2 Samuel 2:12-24 De slag bij Gibeon 1

Abner, de zoon van Ner, trok met het leger van Sauls zoon Isboset uit Machanaïm op naar Gibeon. Ook Joab, de zoon van Seruja, was uitgerukt met het leger van David. Bij het waterbekken van Gibeon troffen ze elkaar, ieder aan een kant van het water. Abner zei tegen Joab: ‘Laten er kampvechters naar voren treden en met elkaar een tweegevecht houden.’ ‘Goed,’ antwoordde Joab. De kampvechters traden naar voren en werden geteld: twaalf voor Benjamin en Sauls zoon Isboset en twaalf van de mannen van David.

0Shares
Lees meer ...

2 Samuel 2:25-32 De slag bij Gibeon 2

De Benjaminieten sloten de gelederen achter Abner en stelden zich op de top van een heuvel op. Abner riep Joab toe: ‘Moet het zwaard dan blijven verslinden? Dat leidt toch alleen maar tot bittere ellende! Hoe lang zal het nog duren tot u uw mannen beveelt om hun broeders met rust te laten?’ ‘Zo waar God leeft,’ antwoordde Joab, ‘als u niets had gezegd, hadden mijn mannen hun broeders vanmorgen gewoon laten gaan.’

0Shares
Lees meer ...

2 Samuel 3:1-13 Abner onderhandelt met David en wordt door Joab vermoord 1

De strijd tussen het huis van David en het huis van Saul duurde lang. Maar terwijl David steeds sterker werd, werd het huis van Saul steeds zwakker. David kreeg in Hebron zes zonen: de oudste was Amnon, een zoon van Achinoam uit Jizreël; de tweede was Kileab, een zoon van Abigaïl, de vroegere vrouw van Nabal uit Karmel; de derde was Absalom, een zoon van Maächa, die een dochter was van koning Talmai van Gesur; de vierde was Adonia, een zoon van Chaggit; de vijfde was Sefatja, een zoon van Abital; en de zesde was Jitream, een zoon van Davids vrouw Egla. Dat waren de zonen die David in Hebron kreeg.

0Shares
Lees meer ...

2 Samuel 3:14-27 Abner onderhandelt met David en wordt door Joab vermoord 2

Hij stuurde ook afgezanten naar Sauls zoon Isboset met de boodschap: ‘Geef me mijn vrouw Michal terug, die ik als bruid verworven heb voor de voorhuiden van honderd Filistijnen.’  Isboset liet Michal ophalen bij haar man Paltiël, de zoon van Laïs. Haar man ging met haar mee en volgde haar in tranen tot aan Bachurim. Pas toen Abner zei: ‘Vooruit, ga naar huis!’ maakte hij rechtsomkeert. Abner onderhandelde met de oudsten van Israël: ‘Eigenlijk hebt u altijd David al als koning gewild.  Grijp dan nu uw kans, want de HEER heeft David beloofd dat Hij door Zijn toedoen Zijn volk Israël zal redden uit de handen van de Filistijnen en al hun andere vijanden.’  Abner sprak ook met de Benjaminieten.

0Shares
Lees meer ...

2 Samuel 3:28-39 Abner onderhandelt met David en wordt door Joab vermoord 3

David vernam pas naderhand wat er gebeurd was. Toen riep hij uit: ‘Ik en mijn koningshuis zijn tegenover de HEER onschuldig aan de dood van Abner, voor nu en altijd!  Moge het bloed van Abner, de zoon van Ner, gewroken worden aan Joab en zijn familie. Laat er in Joabs familie altijd iemand zijn die een druiper of de schurft heeft, iemand die met krukken loopt, een gewelddadige dood sterft of honger lijdt.’  Joab en zijn broer Abisai vermoordden Abner dus omdat hij hun broer Asaël in de slag bij Gibeon had gedood.

0Shares
Lees meer ...

2 Samuel 4:5-12 Isboset vermoord 2

Rechab en Baäna, de zonen van de Beërotiet Rimmon, gingen op weg en kwamen op het heetst van de dag bij het huis van Isboset, die juist zijn middagrust hield.  Onder het voorwendsel dat ze graan kwamen halen wisten de beide broers het huis binnen te dringen. Daar staken ze Isboset in de buik en toen maakten ze zich uit de voeten.  Ze drongen dus het huis binnen waar hij in het slaapvertrek op bed lag te slapen en staken hem dood. Ze sloegen zijn hoofd af en namen het mee. De hele nacht liepen ze door de Jordaanvallei.

0Shares
Lees meer ...
Page 4 of 48
1 2 3 4 5 6 48