De Judeeërs waren inmiddels op een punt aangekomen vanwaar ze de woestijn konden overzien. Toen ze uitkeken naar het leger, zagen ze dat de grond bezaaid was met lijken: niemand was ontkomen. Josafat en zijn leger gingen erop af om de buit binnen te halen. Ze troffen een grote kudde vee aan, en goederen, kleding en kostbare voorwerpen. Ieder verzamelde meer dan hij dragen kon.
Lees meer ...2 Kronieken 20:31-37-21:1-4 Het einde van Josafats regering
Zo regeerde Josafat over Juda. Hij was vijfendertig jaar oud toen hij koning van Juda werd, en regeerde vijfentwintig jaar in Jeruzalem. Zijn moeder was Azuba, de dochter van Silchi. Hij volgde het voorbeeld van zijn vader Asa en deed wat goed is in de ogen van de HEER. Toch bleven de offerplaatsen bestaan en richtten de Judeeërs hun hart niet op de God van hun voorouders. Verdere bijzonderheden over Josafat zijn van begin tot eind opgetekend in de geschriften van Jehu, de zoon van Chanani, die zijn opgenomen in het boek over de koningen van Israël.
Lees meer ...2 Kronieken 21:5-15 De regering van Joram 1
Joram was tweeëndertig jaar oud toen hij koning werd. Acht jaar regeerde hij in Jeruzalem. Hij volgde het voorbeeld van de koningen van Israël, net zoals het koningshuis van Achab dat deed, aangezien hij met een vrouw uit de familie van Achab getrouwd was. Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER, maar toch wilde de HEER het koningshuis van David niet vernietigen, omwille van het verbond dat Hij met David had gesloten, aan wie Hij had beloofd dat Hij het licht van zijn koningshuis voor altijd zou laten branden. Tijdens de regering van Joram kwamen de Edomieten tegen Juda in opstand en wezen ze een eigen koning aan.
Lees meer ...2 Kronieken 21:16-20-22:1 De regering van Joram 2
De HEER zette de Filistijnen en de Arabische stammen die in de buurt van de Nubiërs woonden tegen Joram op. Zij trokken op tegen Juda, braken door de verdediging heen en namen alle goederen uit het koninklijk paleis mee. Ze voerden ook zijn kinderen en vrouwen als gevangenen weg. Niet één kind bleef hem over, alleen zijn jongste zoon Joachaz.
Lees meer ...2 Kronieken 22:2-9 De regering van Achazja
Achazja, de zoon van koning Joram van Juda, werd dus tot koning uitgeroepen. Hij was twintig jaar oud toen hij koning werd. Eén jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Atalja, de dochter van Omri. Ook hij volgde het voorbeeld van het koningshuis van Achab, want hij liet zich door de raad van zijn moeder tot goddeloosheid verleiden. Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER, net zoals de leden van het koningshuis van Achab, want na de dood van zijn vader waren zij zijn raadgevers. Dat is zijn ondergang geworden. Het was ook op hun aanraden dat hij met koning Joram van Israël, de zoon van Achab, naar Ramot in Gilead meeging om de strijd aan te binden met koning Hazaël van Aram.
Lees meer ...2 Kronieken 22:10-12-23:1-7 Opstand tegen Atalja 1
Toen Atalja, de moeder van Achazja, hoorde dat haar zoon dood was, besloot ze alle kinderen van de koninklijke familie van Juda ter dood te brengen. Maar Jehosabat, de dochter van koning Joram, haalde een van Achazja’s zonen, Joas, heimelijk weg uit de groep koningskinderen die gedood zouden worden en verstopte hem met zijn voedster in de linnenkamer. Jehosabat was de dochter van koning Joram en ze was getrouwd met de priester Jojada. Ze was dus een zuster van Achazja. Ze wist Joas voor Atalja verborgen te houden, en zo ontsnapte hij aan de dood. Zes jaar hielden zij hem verborgen in de tempel van God, terwijl Atalja het land regeerde.
Lees meer ...2 Kronieken 23:8-15 Opstand tegen Atalja 2
De Levieten en de vertegenwoordigers van de gemeenschap van Juda deden precies wat de priester Jojada had bevolen. Allen meldden zich met hun eenheid, zowel degenen die die week dienst hadden als degenen die die week geen dienst hadden, want Jojada had alle verloven ingetrokken. Jojada gaf de bevelhebbers de speren, schilden en pijlkokers uit de tempel van God, die nog van koning David waren geweest. Het volk moest zich, ieder met zijn wapen in de aanslag, voor de tempel opstellen, over de volle breedte van het plein en vanaf de ingang van de tempel tot aan het altaar, om de koning te beschermen.
Lees meer ...2 Kronieken 23:16-21 Opstand tegen Atalja 3
Samen met het volk en de koning beloofde Jojada plechtig dat ze de HEER weer als volk zouden toebehoren. Heel het volk trok op naar de tempel van Baäl. Ze haalden de tempel omver en verbrijzelden de altaren en beelden die voor hem waren opgericht. De Baälspriester Mattan werd voor de altaren ter dood gebracht. Jojada droeg de zorg voor de tempel van de HEER op aan de Levitische priesters uit de families die David met de tempeldienst had belast.
Lees meer ...2 Kronieken 24:1-11 De regering van Joas 1
Joas was zeven jaar oud toen hij koning werd. Veertig jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder heette Sibja en was afkomstig uit Berseba. Zolang Jojada leefde, deed Joas wat goed is in de ogen van de HEER. Jojada koos twee vrouwen voor hem, en Joas kreeg zonen en dochters. Na verloop van tijd vatte Joas het plan op om de tempel van de HEER te herstellen. Hij riep de priesters en de Levieten bijeen en droeg hun het volgende op: ‘Ga naar de steden van Juda en zamel in heel Israël zilver in voor het jaarlijkse onderhoud van de tempel van uw God. Zet zo veel mogelijk spoed achter deze zaak.’ Maar de Levieten maakten geen haast.
Lees meer ...2 Kronieken 24:12-19 De regering van Joas 2
De koning en de hogepriester overhandigden het zilver aan de bouwmeesters die met het herstel van de tempel van de HEER waren belast. Die huurden steenhouwers en timmerlieden in om de tempel te herstellen, en smeden en bronsgieters om de constructie te verstevigen. Door toedoen van de bouwmeesters vorderden de herstelwerkzaamheden aan de tempel van God gestaag. Het gebouw werd tot zijn oorspronkelijke verhoudingen teruggebracht en waar nodig verstevigd.
Lees meer ...