Het zilver werd in afgewogen hoeveelheden overhandigd aan de bouwmeesters die met het herstel van de tempel waren belast. De bouwmeesters betaalden de timmerlieden, metselaars, steenhouwers en andere werklieden die aan de tempel werkten, zodat zij balken en gehouwen steen konden aanschaffen om de bouwvallige gedeelten van de tempel te herstellen, en bekostigden ook verder alles wat er voor de herstelwerkzaamheden nodig was. Het zilver dat voor de tempel van de HEER werd afgedragen werd niet gebruikt om zilveren schotels, messen, offerschalen, trompetten of andere zilveren of gouden voorwerpen aan te schaffen; alles werd aan de bouwmeesters gegeven om er de herstelwerkzaamheden mee te bekostigen.
Lees meer ...2 Koningen 13:1-9 Joachaz, koning van Israël
Joachaz, de zoon van Jehu, werd koning van Israël in het drieëntwintigste regeringsjaar van koning Joas van Juda, de zoon van Achazja. Zeventien jaar regeerde hij in Samaria. Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER: hij volgde het slechte voorbeeld van Jerobeam, de zoon van Nebat, die de Israëlieten tot zonde had aangezet, en brak niet met diens zondige praktijken. Daarom werd de HEER woedend op de Israëlieten en leverde Hij hen gedurende die hele periode over aan koning Hazaël van Aram en diens zoon Benhadad.
Lees meer ...2 Koningen 13:10-19 Joas, koning van Israël; de dood van Elisa 1
Joas, de zoon van Joachaz, werd koning van Israël in het zevenendertigste regeringsjaar van koning Joas van Juda. Zestien jaar regeerde hij in Samaria. Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER: hij brak niet met de zondige praktijken van Jerobeam, de zoon van Nebat, die de Israëlieten tot zonde had aangezet, maar volhardde erin. Verdere bijzonderheden over Joas en over de overwinning die hij behaalde in de oorlog tegen koning Amasja van Juda, zijn opgetekend in de kronieken van de koningen van Israël.
Lees meer ...2 Koningen 13:20-25 Joas, koning van Israël; de dood van Elisa 2
Elisa stierf en werd begraven. Het was het seizoen waarin elk jaar weer Moabitische benden het land binnenvielen. Toen de plunderaars eraan kwamen, werd er juist iemand begraven. Snel wierpen ze de dode in Elisa’s graf. Zodra hij in het graf in aanraking kwam met het gebeente van Elisa, kwam de dode weer tot leven en stond hij op.
Lees meer ...2 Koningen 14:1-11 Amasja, koning van Juda 1
Amasja, de zoon van Joas, werd koning van Juda in het tweede regeringsjaar van koning Joas van Israël, de zoon van Joachaz. Hij was vijfentwintig jaar oud toen hij koning werd. Negenentwintig jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Jehoaddan, ze was afkomstig uit Jeruzalem. Hij deed wat goed is in de ogen van de HEER, zij het niet in die mate als zijn voorvader David. Hij volgde in alle opzichten het voorbeeld van zijn vader Joas, dus bleven de offerplaatsen bestaan en bleven de Judeeërs daar offers brengen en wierook branden. Toen Amasja de macht eenmaal stevig in handen had, liet hij de hovelingen die zijn vader hadden vermoord ter dood brengen.
Lees meer ...2 Koningen 14:12-22 Amasja, koning van Juda 2
Juda werd door Israël verslagen en alle Judeeërs sloegen op de vlucht. De koning van Juda, Amasja, de zoon van Joas, de zoon van Achazja, werd in Bet-Semes door koning Joas van Israël gevangengenomen. Vervolgens trok koning Joas op naar Jeruzalem en sloeg een bres van vierhonderd el in de stadsmuur, van de Efraïmpoort tot aan de Hoekpoort. Toen hij naar Samaria terugkeerde, nam hij al het goud en zilver en alle andere voorwerpen mee die zich in de tempel van de HEER en de schatkamers van het koninklijk paleis bevonden,
Lees meer ...2 Koningen 14:23-29 Jerobeam, koning van Israël
Jerobeam, de zoon van Joas, werd koning van Israël in het vijftiende regeringsjaar van koning Amasja van Juda, de zoon van Joas. Eenenveertig jaar regeerde hij in Samaria. Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER: hij brak niet met de zondige praktijken van Jerobeam, de zoon van Nebat, die de Israëlieten tot zonde had aangezet. Jerobeam herstelde de grens van Israël, van Lebo-Hamat tot aan de Zoutzee, zoals de HEER, de God van Israël, had voorzegd bij monde van Zijn profeet Jona,
Lees meer ...2 Koningen 15:1-7 Azarja, koning van Juda
Azarja, de zoon van Amasja, werd koning van Juda in het zevenentwintigste regeringsjaar van koning Jerobeam van Israël. Hij was zestien jaar oud toen hij koning werd. Tweeënvijftig jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Jecholja, ze was afkomstig uit Jeruzalem. Hij deed wat goed is in de ogen van de HEER, net zoals zijn vader Amasja gedaan had.
Lees meer ...2 Koningen 15:8-12 Zecharja, koning van Israël
Zecharja, de zoon van Jerobeam, werd koning van Israël in het achtendertigste regeringsjaar van koning Azarja van Juda. Zes maanden regeerde hij in Samaria. Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER: net zomin als zijn voorvaders brak hij met de zondige praktijken van Jerobeam, de zoon van Nebat, die de Israëlieten tot zonde had aangezet.
Lees meer ...2 Koningen 15:13-16 Sallum, koning van Israël
Sallum, de zoon van Jabes, werd koning in het negenendertigste regeringsjaar van koning Uzzia van Juda. Eén maand regeerde hij in Samaria. Menachem, de zoon van Gadi, trok vanuit Tirsa naar Samaria op en versloeg Sallum, de zoon van Jabes.
Lees meer ...