Page 2 of 2
1 2

1 Kronieken 2:1-23 Afstammelingen van Juda 1

Dit zijn de zonen van Israël: Ruben, Simeon, Levi en Juda, Issachar en Zebulon, Dan, Jozef en Benjamin, Naftali, Gad en Aser. Zonen van Juda: Er, Onan en Sela. Deze drie zonen werden hem gebaard door Batsua uit Kanaän. Juda’s oudste zoon Er was slecht in de ogen van de HEER, en daarom liet de HEER hem sterven. Bij zijn schoondochter Tamar verwekte Juda Peres en Zerach. In totaal had hij dus vijf zonen. Zonen van Peres: Chesron en Chamul. Zerach had vijf zonen: Zimri, Etan, Heman, Kalkol en Dara. Zoon van Karmi: Achar, die Israël in het ongeluk stortte doordat hij zich vergreep aan goederen die onvoorwaardelijk aan de HEER waren gewijd. Zoon van Etan: Azarja.

0Shares
Lees meer ...

1 Kronieken 2:24-45 Afstammelingen van Juda 2

Ook na de dood van Chesron, die getrouwd was met Abia, sliep Kaleb met Efrat. Toen baarde zij hem Aschur, de stichter van Tekoa. De zonen van Chesrons oudste zoon Jerachmeël waren Ram, de oudste, en Buna, Oren, Osem en Achia. Jerachmeël had nog een andere vrouw, die Atara heette. Zij was de moeder van Onam. De zonen van Jerachmeëls oudste zoon Ram waren Maäs, Jamin en Eker. De zonen van Onam waren Sammai en Jada. Zonen van Sammai: Nadab en Abisur. De vrouw van Abisur heette Abihaïl, zij baarde hem Achban en Molid.

0Shares
Lees meer ...

1 Kronieken 2:46-55 Afstammelingen van Juda 3

Kalebs bijvrouw Efa baarde Charan, Mosa en Gazez. Charan verwekte Gazez. Zonen van Jodai: Regem, Jotam, Gesan, Pelet, Efa en Saäf. Kalebs bijvrouw Maächa baarde Seber en Tirchana. Zij bracht ook Saäf ter wereld, de stichter van Madmanna, en Sewa, de stichter van Machbena en Gibea. Kaleb had ook een dochter, Achsa.

0Shares
Lees meer ...

1 Kronieken 3:1-24 Afstammelingen van David

Dit zijn de zonen die David in Hebron kreeg: de oudste was Amnon, een zoon van Achinoam uit Jizreël; de tweede was Daniël, een zoon van Abigaïl uit Karmel; de derde was Absalom, een zoon van Maächa, die een dochter was van koning Talmai van Gesur; de vierde was Adonia, een zoon van Chaggit; de vijfde was Sefatja, een zoon van Abital; de zesde was Jitream, een zoon van zijn vrouw Egla. Zes zonen kreeg hij in Hebron, waar hij zeven jaar en zes maanden regeerde. In Jeruzalem regeerde hij drieëndertig jaar en daar kreeg hij de volgende kinderen: Sima, Sobab, Natan en Salomo, de vier zonen van Batsua, de dochter van Ammiël;

0Shares
Lees meer ...
Page 2 of 2
1 2