Page 2 of 2
1 2

2 Koningen 19:29-37 Jeruzalem door Sanherib bedreigd 6

Jou, Hizkia, kondig Ik het volgende aan: dit jaar zul je eten wat er na de oogst toevallig nog opkomt, volgend jaar wat er vanzelf groeit, maar het jaar daarna kun je zaaien en oogsten, wijngaarden planten en van de opbrengst eten. De Judeeërs die ontkomen en het overleven, zullen wortel schieten en vrucht dragen, want wie het overleven en ontkomen, zullen zich vanuit Jeruzalem, vanaf de Sion verspreiden. De HEER zal zich daarvoor beijveren.

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 20:1-11 Hizkia’s ziekte en genezing 1

Omstreeks dezelfde tijd werd Hizkia dodelijk ziek. De profeet Jesaja, de zoon van Amos, kwam naar hem toe en zei: ‘Dit zegt de HEER: Maak je laatste wilsbeschikking op, want je sterft. Je zult niet meer beter worden.’ Hizkia draaide zijn gezicht naar de muur en bad tot de HEER: ‘HEER, ik smeek U, neem toch in aanmerking dat ik me altijd oprecht en met heel mijn hart naar Uw wil heb gericht en steeds heb gedaan wat goed is in Uw ogen.’ Daarbij stortte hij bittere tranen. Toen richtte de HEER zich opnieuw tot Jesaja, die de binnenste hof nog niet verlaten had, en zei:

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 20:12-21 Hizkia’s ziekte en genezing 2

In die tijd stuurde koning Berodach-Baladan van Babylonië, de zoon van Baladan, die had vernomen dat Hizkia ziek was, gezanten met brieven en een geschenk naar hem toe. Hizkia nam hun boodschap in ontvangst en liet hun al zijn schatkamers zien: het zilver, het goud, het reukwerk, de kostbare oliën, en ook zijn arsenaal en alles wat zich in zijn magazijnen bevond. Er was niets in zijn paleis of in zijn rijk dat Hizkia hun niet liet zien. De profeet Jesaja ging naar koning Hizkia toe en vroeg hem: ‘Wat hebben deze mannen tegen u gezegd? Waar kwamen ze vandaan?’

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 21:1-9 Manasse, koning van Juda 1

Manasse was twaalf jaar oud toen hij koning werd. Vijfenvijftig jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Chefsiba. Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER: hij gaf zich over aan de verfoeilijke praktijken van de volken die de HEER voor de Israëlieten verdreven had. Hij herstelde de offerplaatsen die zijn vader Hizkia verwijderd had, richtte nieuwe altaren op voor Baäl en maakte een nieuwe Asjerapaal, naar het voorbeeld van koning Achab van Israël. Hij aanbad de hemellichamen en diende die. Hij richtte altaren op in de tempel van de HEER, waarvan de HEER had gezegd: ‘In Jeruzalem zal Ik Mijn naam laten wonen,’

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 21:10-18 Manasse, koning van Juda 2

Daarom sprak de HEER bij monde van Zijn dienaren, de profeten: ‘Koning Manasse van Juda heeft zich ingelaten met verfoeilijke praktijken, erger nog dan die van de Amorieten die hier vroeger woonden, en hij heeft daarbij ook de Judeeërs met zijn afgoden tot zonde aangezet. Daarom – zegt de HEER, de God van Israël: Ik zal over Jeruzalem en Juda onheil brengen waarvan ieder zo zal ophoren dat zijn beide oren tuiten.

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 21:19-26 Amon, koning van Juda

Amon was tweeëntwintig jaar oud toen hij koning werd. Twee jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Mesullemet, de dochter van Charus, uit Jotba. Net als zijn vader Manasse deed hij wat slecht is in de ogen van de HEER. Hij volgde in alles het voorbeeld van zijn vader, diende dezelfde afgoden als hij en knielde voor hen neer.

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 22:1-11 Josia, koning van Juda 1

Josia was acht jaar oud toen hij koning werd. Eenendertig jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Jedida, de dochter van Adaja, uit Boskat. Hij volgde in alle opzichten het voorbeeld van zijn voorvader David en hield zich daaraan: hij deed wat goed is in de ogen van de HEER. In het achttiende jaar van zijn regering stuurde koning Josia zijn hofschrijver Safan, de zoon van Asaljahu, de zoon van Mesullam, met de volgende opdracht naar de tempel van de HEER: ‘Ga naar de hogepriester Chilkia en laat hem het zilver klaarleggen dat door het volk ten bate van de tempel is afgedragen en door de priesters die de ingang bewaken in ontvangst is genomen.

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 22:12-20 Josia, koning van Juda 2

Hij beval de priester Chilkia, Achikam, de zoon van Safan, Achbor, de zoon van Micha, de hofschrijver Safan en zijn persoonlijke dienaar Asaja: ‘Ga ter wille van mij en heel het volk van Juda de HEER raadplegen over de inhoud van de boekrol die we gevonden hebben, want het kan niet anders of de HEER is in hevige woede ontstoken omdat onze voorouders zich niet hebben gehouden aan wat er in dit boek staat en niet hebben gedaan wat ons is voorgeschreven.’ De priester Chilkia, Achikam, Achbor, Safan en Asaja gingen naar de profetes Chulda, de vrouw van Sallum. Sallum was de zoon van Tikwa, de zoon van Charchas; hij beheerde de priesterkleding. Chulda woonde in het nieuwe stadsdeel van Jeruzalem.

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 23:1-9 Maatregelen tegen de afgodendienst 1

De koning ontbood de oudsten van Juda en Jeruzalem. Met alle inwoners van Juda en Jeruzalem, de priesters en de profeten, kortom, de hele bevolking, van hoog tot laag, begaf hij zich naar de tempel van de HEER. Daar las hij hun de hele tekst voor van het verbondsboek dat in de tempel was gevonden. Staande op het podium bekrachtigde hij ten overstaan van de HEER het verbond. Hij zwoer dat hij de HEER zou volgen en zich geheel en al zou houden aan Zijn geboden, voorschriften en bepalingen, om zo het verbond dat in deze boekrol was vastgelegd met hart en ziel na te leven. Heel het volk sloot zich hierbij aan.

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 23:10-18 Maatregelen tegen de afgodendienst 2

Verder liet Josia de offerplaats Tofet in het Hinnomdal ontwijden, zodat niemand er meer zijn zoon of dochter als offer voor Moloch kon verbranden. Hij liet de paarden weghalen die de koningen van Juda ter ere van de Zon hadden opgesteld vanaf de ingang van het tempelterrein tot aan het vertrek van de eunuch Netanmelech, en de zonnewagens liet hij verbranden. Hij liet de altaren afbreken die de koningen van Juda op het dak van het bovenvertrek van Achaz hadden geplaatst, en ook de altaren die Manasse op de beide voorhoven van de tempel had laten maken. Het puin liet hij zo snel mogelijk afvoeren en in de bedding van de Kidron storten.

0Shares
Lees meer ...
Page 2 of 2
1 2