Hizkia, de zoon van Achaz, werd koning van Juda in het derde regeringsjaar van koning Hosea van Israël, de zoon van Ela. Hij was vijfentwintig jaar oud toen hij koning werd. Negenentwintig jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Abi, de dochter van Zecharja. Hij deed wat goed is in de ogen van de HEER, net zoals zijn voorvader David gedaan had. Hij verwijderde de offerplaatsen, verbrijzelde de gewijde stenen, haalde de Asjerapalen omver en sloeg de koperen slang die Mozes gemaakt had aan stukken. De Israëlieten hadden namelijk nog altijd de gewoonte voor deze slang, die de naam Koperslang droeg, wierook te branden. Hizkia stelde zijn vertrouwen in de HEER, de God van Israël. Nooit, noch voor noch na zijn tijd, is hij geëvenaard, door geen van de koningen van Juda. Hij was de HEER toegedaan en heeft zich nooit van Hem afgekeerd; hij hield zich aan de geboden die de HEER aan Mozes heeft gegeven. De HEER stond hem bij, zodat Hizkia alles wat hij ondernam tot een goed einde bracht. Hij kwam in opstand tegen de koning van Assyrië en weigerde nog langer diens vazal te zijn. Hij was het ook die de Filistijnen terugsloeg en het hele gebied tot aan Gaza en de omliggende dorpen veroverde, van de kleinste wachtpost tot de sterkste vestingstad.

In het vierde regeringsjaar van koning Hizkia, dus het zevende regeringsjaar van koning Hosea van Israël, trok koning Salmanassar van Assyrië tegen Samaria op en belegerde de stad. Na een beleg van drie jaar, in het zesde regeringsjaar van Hizkia, dus het negende regeringsjaar van koning Hosea van Israël, werd Samaria ingenomen. De koning van Assyrië voerde de Israëlieten als ballingen mee naar zijn land, waar sommigen een woonplaats kregen aangewezen in Chalach, anderen aan de rivier de Chabor in Gozan, en weer anderen in de steden van Medië. Dit gebeurde omdat de Israëlieten de HEER, hun God, niet gehoorzaamd hadden. Ze hadden de regels van het verbond overtreden die Mozes, de dienaar van de HEER, hun gegeven had. Ze hadden niet geluisterd en niet gehandeld naar wat hun was voorgehouden.

Loading

Lees ook deze Berichten:

2 Koningen 6:1-7 De drijvende bijl
2 Koningen 15:23-26 Pekachja, koning van Israël
2 Koningen 11:12-20 Atalja, koningin van Juda 2
2 Koningen 5:9-19 De genezing van Naäman 2
2 Koningen 11:1-11 Atalja, koningin van Juda 1
2 Koningen 15:8-12 Zecharja, koning van Israël
2 Koningen 1:9-18 De dood van Achazja 2
2 Koningen 10:12-20 Jehu roeit het koningshuis van...
2 Koningen 9:23-29 De dood van Joram en Achazja 2
2 Koningen 10:1-11 Jehu roeit het koningshuis van ...
2 Koningen 5:20-27 De genezing van Naäman 3
2 Koningen 10:21-31 Jehu roeit het koningshuis van...
2 Koningen 19:14-28 Jeruzalem door Sanherib bedrei...
2 Koningen 21:10-18 Manasse, koning van Juda 2
2 Koningen 25:18-26 Sedekia, koning van Juda; de v...
2 Koningen 8:7-15 Elisa in Damascus
2 Koningen 5:1-8 De genezing van Naäman 1
2 Koningen 21:1-9 Manasse, koning van Juda 1
2 Koningen 23:10-18 Maatregelen tegen de afgodendi...
2 Koningen 19:1-13 Jeruzalem door Sanherib bedreig...
2 Koningen 15:27-31 Pekach, koning van Israël
2 Koningen 1:1-8 De dood van Achazja 1
2 Koningen 6:8-14 Elisa's optreden in de oorlog te...
2 Koningen 4:24-37 Elisa en de vrouw uit Sunem 2
2 Koningen 3:22-27 Joram, koning van Israël, trekt...
2 Koningen 3:12-21 Joram, koning van Israël, trekt...
2 Koningen 20:12-21 Hizkia's ziekte en genezing 2
2 Koningen 18:30-37 Jeruzalem door Sanherib bedrei...
2 Koningen 12:12-22 Joas, koning van Juda 2
2 Koningen 22:1-11 Josia, koning van Juda 1
2 Koningen 14:12-22 Amasja, koning van Juda 2
2 Koningen 4:42-44 Een maal voor honderd profeten
2 Koningen 8:16-24 Joram, koning van Juda
2 Koningen 15:32-38 Jotam, koning van Juda
2 Koningen 14:23-29 Jerobeam, koning van Israël
2 Koningen 24:8-17 Jojachin, koning van Juda
2 Koningen 22:12-20 Josia, koning van Juda 2
2 Koningen 7:16-20 Het beleg van Samaria 4
2 Koningen 15:17-22 Menachem, koning van Israël
2 Koningen 7:10-15 Het beleg van Samaria 3
2 Koningen 17:19-29 Beschouwing over de ondergang ...
2 Koningen 18:24-29 Jeruzalem door Sanherib bedrei...
2 Koningen 8:25-29 Achazja, koning van Juda
2 Koningen 16:1-11 Achaz, koning van Juda 1
2 Koningen 23:36-37-24:1-7 Jojakim, koning van Jud...
2 Koningen 14:1-11 Amasja, koning van Juda 1
2 Koningen 2:19-25 Eerste optreden van Elisa
2 Koningen 9:14-22 De dood van Joram en Achazja 1
2 Koningen 13:1-9 Joachaz, koning van Israël
2 Koningen 24:18-20-25:1-9 Sedekia, koning van Jud...
2 Koningen 17:7-18 Beschouwing over de ondergang v...
2 Koningen 9:1-13 Jehu, koning van Israël
2 Koningen 4:38-41 Het bittere gerecht
2 Koningen 4:8-23 Elisa en de vrouw uit Sunem 1
2 Koningen 10:32-36 Jehu roeit het koningshuis van...
2 Koningen 6:15-23 Elisa's optreden in de oorlog t...
2 Koningen 4:1-7 Elisa helpt een arme weduwe
2 Koningen 7:1-9 Het beleg van Samaria 2
2 Koningen 25:27-30 Gratie voor Jojachin
2 Koningen 2:1-10 Elia in de hemel opgenomen 1
2 Koningen 6:24-33 Het beleg van Samaria 1
2 Koningen 25:10-17 Sedekia, koning van Juda; de v...
2 Koningen 3:1-11 Joram, koning van Israël, trekt ...
2 Koningen 17:30-41 Beschouwing over de ondergang ...
2 Koningen 12:1-11 Joas, koning van Juda
2 Koningen 23:19-30 Maatregelen tegen de afgodendi...
2 Koningen 13:20-25 Joas, koning van Israël; de do...
2 Koningen 9:30-37 De dood van Izebel
2 Koningen 15:13-16 Sallum, koning van Israël
2 Koningen 8:1-6 De vrouw uit Sunem krijgt haar be...
0Shares