Elisa stierf en werd begraven. Het was het seizoen waarin elk jaar weer Moabitische benden het land binnenvielen. Toen de plunderaars eraan kwamen, werd er juist iemand begraven. Snel wierpen ze de dode in Elisa’s graf. Zodra hij in het graf in aanraking kwam met het gebeente van Elisa, kwam de dode weer tot leven en stond hij op.
Koning Hazaël van Aram had Israël gedurende de hele regeringsperiode van Joachaz onderdrukt. Maar de HEER was de Israëlieten genadig. Hij kreeg medelijden met hen en was met hen begaan vanwege het verbond dat Hij met Abraham, Isaak en Jakob gesloten had. Hij wilde de Israëlieten niet uitroeien en verstootte hen niet, zoals Hij dat tot op de dag van vandaag niet heeft gedaan. Toen koning Hazaël van Aram stierf, volgde zijn zoon Benhadad hem op. Joas, de zoon van Joachaz, heroverde op Benhadad, de zoon van Hazaël, de steden die de vader van Benhadad in de oorlog op Joachaz veroverd had. Driemaal bracht hij hem een nederlaag toe en hij heroverde de steden voor Israël.