In deze tijd begon de HEER het grondgebied van Israël in te perken. Hazaël veroverde op de Israëlieten het hele gebied ten oosten van de Jordaan:
heel Gilead, het stamgebied van Gad, Ruben en Manasse, vanaf Aroër aan de Arnon, en behalve Gilead ook Basan.
Verdere bijzonderheden over Jehu en over de overwinningen die hij behaalde zijn opgetekend in de kronieken van de koningen van Israël. Toen Jehu bij zijn voorouders te ruste ging, werd hij begraven in Samaria. Zijn zoon Joachaz volgde hem op. Achtentwintig jaar had Jehu Israël vanuit Samaria geregeerd.