Toen David hoorde dat Saul en zijn mannen hem op het spoor waren, daalde hij in het ravijn af. Saul, die had vernomen dat David zich in de woestijn bij Maon bevond, begon daar jacht op hem te maken. Saul volgde het pad aan de ene kant van de kloof en David en zijn mannen het pad aan de andere kant. David deed zijn uiterste best om Saul voor te blijven, maar Saul en de zijnen liepen steeds meer op David en zijn mannen in. Juist toen ze op het punt stonden hen te overmeesteren, kwam er een bode op Saul af, die zei:
‘U moet onmiddellijk meekomen, de Filistijnen zijn het land binnengevallen!’ Saul staakte de achtervolging van David en ging de Filistijnen tegemoet. Daarom noemt men die plaats Sela-Hammachlekot.