Tegen de offerbereider zei Samuël:
‘Dien nu het stuk vlees op dat ik u gegeven heb met het verzoek het apart te houden.’ De offerbereider nam de rechterachterbout en diende die aan Saul op met de woorden:
‘Alstublieft. Dit stuk is speciaal voor u apart gehouden ter gelegenheid van deze bijeenkomst, die door Samuël is belegd. Laat het u smaken.’ Toen at Saul met Samuël. Daarna gingen ze van de offerhoogte terug naar de stad, waar Samuël op het dak van zijn huis met Saul een vertrouwelijk gesprek had.
De volgende morgen, bij het krieken van de dag, riep Samuël naar Saul op het dak:
‘Sta op, ik zal u uitgeleide doen.’ Samen met Samuël ging Saul naar buiten. Toen ze vanaf de stad naar beneden liepen, zei Samuël tegen Saul:
‘Zeg tegen uw knecht dat hij vast vooruitgaat.’ Toen de knecht hen een eind vooruit was, zei Samuël:
‘Blijft u nog even staan, dan zal ik u vertellen wat God met u voorheeft.’