De HEER had Israël aan alle grenzen rust gegeven door het volledig van zijn vijanden te verlossen. Vele jaren later riep Jozua, die toen op hoge leeftijd was gekomen, heel Israël, de oudsten, stamhoofden, rechters en griffiers bijeen. Hij zei tegen hen:
‘Ik heb niet lang meer te leven. U hebt zelf kunnen zien wat de HEER, uw God, met al die volken heeft gedaan. Hij was het immers die voor u streed. Ik heb voor uw stammen door loting het land verdeeld van de volken die ik heb uitgeroeid, van de Jordaan tot aan de Grote Zee in het westen; en eveneens het land van de volken die nog zijn overgebleven. Die zal de HEER, uw God, zelf voor u verdrijven en uitroeien. Dan kunt u hun land in bezit nemen, zoals Hij heeft beloofd. Wees daarom zeer standvastig met betrekking tot de voorschriften van Mozes. Wijk daar op geen enkele manier van af. Vermeng u niet met die vreemde volken die nog bij u overgebleven zijn. Neem de naam van hun goden niet in de mond en zweer er nooit bij, dien die niet en buig u nooit voor ze neer. U moet alleen de HEER, uw God, zijn toegedaan, zoals u dat tot nu toe bent geweest. De HEER roeide grote en machtige volken voor u uit, niemand kon tegen u standhouden, tot op de dag van vandaag. Hoe vaak kwam het niet voor dat slechts een van u wel duizend man achtervolgde? Dat kwam doordat het de HEER was, uw God, die voor u streed, zoals Hij had beloofd.