Page 1 of 2
1 2

Jozua 18:11-19 Het grondgebied van de stam Benjamin 1

Het eerste lot viel op de stam Benjamin. Het grondgebied dat aan de families van deze stam werd toegewezen, lag tussen de gebieden van Jozef en Juda. De noordgrens begon bij de Jordaan. Hij ging langs de noordkant van de heuvelrug bij Jericho omhoog, liep door de bergen naar het westen en kwam uit bij de woestijn van Bet-Awen. Hij liep vervolgens naar Luz (het huidige Betel), ging zuidelijk langs de berg bij die stad, daalde naar Atrot-Addar en liep verder over de berg die ten zuiden van Laag-Bet-Choron ligt. Daar maakte hij een bocht, waarmee hij overging in de westgrens.

0Shares
Lees meer ...

Jozua 18:20-28 Het grondgebied van de stam Benjamin 2

De oostgrens werd gevormd door de Jordaan. Dit waren de grenzen van het grondgebied dat aan de families van de stam Benjamin toebehoorde. In het gebied van de stam Benjamin lagen de volgende steden: Jericho, Bet-Chogla, Emek-Kesis, Bet-Araba, Semaraïm, Betel, Awwim, Para, Ofra, Kefar-Haämmoni, Ofni en Geba.

0Shares
Lees meer ...

Jozua 19:24-31 Het grondgebied van de stam Aser

Het vijfde lot wees de families van de stam Aser het volgende grondgebied toe: De steden Chelkat, Chali, Beten, Achsaf, Allammelech, Amad en Misal. De grens van hun gebied liep helemaal langs de Karmel, via de rivier de Libnat, naar de zee. De andere kant op, in oostelijke richting, liep hij naar Bet-Dagon; daarna viel hij even ten noorden van het dal van Jiftach-El samen met de grens van Zebulon.

0Shares
Lees meer ...

Jozua 19:32-39 Het grondgebied van de stam Naftali

Het zesde lot wees de families van de stam Naftali het volgende grondgebied toe: De zuidgrens liep vanaf Chelef, vanaf de eik in Saänannim, via Adami-Nekeb en Jabneël naar Lakkum, waarna hij eindigde bij de Jordaan. De andere kant op, in westelijke richting, liep de grens vanaf Chelef naar Aznot-Tabor; van daar liep hij naar Chukok.

0Shares
Lees meer ...

Jozua 20:1-9 Vrijplaatsen

De HEER zei tegen Jozua: ‘Zeg tegen het volk van Israël dat het de vrijplaatsen moet aanwijzen waarover Ik al bij monde van Mozes met jullie gesproken heb. Iemand die per ongeluk, zonder enige opzet, een ander heeft gedood, kan daarheen uitwijken voor de bloedwreker. Hij kan naar een van die steden vluchten en in de stadspoort zijn zaak aan de oudsten voorleggen. Ze moeten hem in hun stad opnemen en een plek geven waar hij kan wonen. Als de bloedwreker hem dan achterhaalt, mogen ze hem niet uitleveren.

0Shares
Lees meer ...
Page 1 of 2
1 2