Mocht zo iemand bij het horen van de vervloekingen menen:
Als ik mijn eigen koppige hart volg zal het me evengoed voor de wind gaan, en zichzelf daarmee geruststellen, dan zet hij alles wat hij is en heeft op het spel. Want de HEER zal het hem niet willen vergeven; de HEER zal Zijn gekrenkte liefde wreken en al Zijn woede tegen hem laten losbarsten. Alle vervloekingen die in dit boek beschreven zijn zullen hem treffen, en de HEER zal ervoor zorgen dat niets op aarde nog aan hem herinnert. De HEER zal hem afzonderen van de stammen van Israël en hem voor het ongeluk bestemmen overeenkomstig de vervloekingen van het verbond dat in dit wetboek is opgetekend.
Dan zal de vraag rijzen bij de komende generaties, zowel uw eigen nakomelingen als buitenlanders uit verre streken, wanneer ze zien hoe uw land te lijden heeft en met welke plagen de HEER het heeft getroffen – heel de bodem door zwavel en zout vergiftigd, zodat zaaien geen zin meer heeft en er helemaal niets meer wil groeien, net zoals toen de HEER in Zijn grote woede Sodom en Gomorra, Adma en Seboïm weggevaagd had -, bij ieder volk rijst dan de vraag:
“Waarom behandelt de HEER dit land zo? Waarom is Zijn toorn zo hevig opgelaaid?” Dit zal het antwoord zijn:
“Zij hebben het verbond geschonden dat de HEER, de God van hun voorouders, met hen sloot toen Hij hen wegleidde uit Egypte; ze zijn andere goden gaan vereren en hebben neergeknield voor goden die ze nog niet kenden en die de HEER niet voor hen had bestemd. Dat is de reden waarom de HEER in woede tegen dit land is uitgebarsten en alle vervloekingen die in dit boek beschreven staan over hen heeft uitgestort. Zo kwaad, zo woedend, zo razend was de HEER dat Hij hen van hun eigen grond heeft gerukt en naar een ander land heeft weggeslingerd. Zover is het nu gekomen.”
Wat verborgen is, behoort de HEER, onze God, toe; wat openbaar is, komt ons toe. Wij en onze kinderen dienen ons altijd te richten naar alle bepalingen van deze wet.