De HEER zei tegen Mozes en Aäron: ‘Voor het pesachmaal gelden deze voorschriften: Er mag geen enkele vreemdeling aan deelnemen. Een slaaf die door iemand gekocht is, mag er echter aan deelnemen zodra hij besneden is. Een vreemdeling die tijdelijk bij je verblijft of een dagloner mag er niet aan deelnemen.
Lees meer ...Exodus 13:1-10 Pesachfeest en uittocht uit Egypte 5
De HEER zei tegen Mozes: ‘Wijd alle eerstgeborenen aan Mij; alles wat bij de Israëlieten of bij hun vee als eerste de moederschoot verlaat behoort Mij toe.’ Mozes zei tegen het volk: ‘Blijf deze dag gedenken, de dag waarop u weggetrokken bent uit Egypte, dat slavenland, want met krachtige hand heeft de HEER u daaruit bevrijd. Er mag dan niets gegeten worden dat zuurdesem bevat. Deze dag, de dag van uw uittocht, valt in de maand abib.
Lees meer ...Exodus 13:11-16 Pesachfeest en uittocht uit Egypte 6
Als de HEER u in het land van de Kanaänieten gebracht heeft, zoals Hij u en uw voorouders onder ede heeft beloofd, en als Hij u dat land in bezit heeft gegeven, dan moet u alles wat als eerste de moederschoot verlaat aan de HEER afstaan. Alle eerstgeboren mannelijke dieren die uw vee werpt, moeten aan de HEER gegeven worden. Elk eerstgeboren veulen van een ezel moet u vrijkopen met een lam.
Lees meer ...Exodus 13:17-22 Doortocht door de Rietzee 1
Toen de farao het volk had laten vertrekken, leidde God hen niet langs de weg die door het gebied van de Filistijnen loopt, ook al was dat de kortste route. God dacht namelijk: Als ze strijd zouden moeten leveren, konden ze weleens spijt krijgen en teruggaan naar Egypte. Daarom liet Hij het volk een omweg maken en door de woestijn naar de Rietzee trekken.
Lees meer ...Exodus 14:1-14 Doortocht door de Rietzee 2
De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten dat ze omkeren en hun kamp opslaan voor Pi-Hachirot, tussen Migdol en de zee; jullie moeten je kamp recht tegenover Baäl-Sefon opslaan, vlak bij de zee. De farao zal denken dat jullie de weg kwijt zijn geraakt en de woestijn niet meer uit kunnen komen. Ik zal ervoor zorgen dat hij onverzettelijk blijft, zodat hij jullie achtervolgt, en dan zal Ik Mijn majesteit tonen door de farao en zijn hele leger ten val te brengen. Dan zullen de Egyptenaren beseffen dat Ik de HEER ben.’ De Israëlieten gehoorzaamden. Toen aan de farao, de koning van Egypte, bericht werd dat het volk gevlucht was, kregen hij en zijn hovelingen spijt. ‘Hoe konden we Israël zomaar laten vertrekken!’
Lees meer ...Exodus 14:15-25 Doortocht door de Rietzee 3
De HEER zei tegen Mozes: ‘Waarom roep je Mij te hulp? Zeg tegen de Israëlieten dat ze verder trekken. Jij moet je staf geheven houden boven de zee en zo het water splijten, zodat de Israëlieten dwars door de zee kunnen gaan, over droog land. Ik zal de Egyptenaren onverzettelijk maken zodat ze hen achterna gaan, en dan zal Ik Mijn majesteit tonen door de farao en zijn hele leger, zijn wagens en zijn ruiters, ten val te brengen. De Egyptenaren zullen beseffen dat Ik de HEER ben, als Ik in Mijn majesteit de farao, met al zijn wagens en ruiters, ten val heb gebracht.’
Lees meer ...Exodus 14:26-31 Doortocht door de Rietzee 4
De HEER zei tegen Mozes: ‘Strek je arm uit boven de zee; dan stroomt het water terug, over de Egyptenaren en over al hun wagens en ruiters.’ Mozes gehoorzaamde, en toen de dageraad aanbrak, stroomde de zee terug naar haar gewone plaats. De Egyptenaren vluchtten het water tegemoet, de HEER dreef hen regelrecht de golven in.
Lees meer ...Exodus 15:1-15 Doortocht door de Rietzee 5
Toen zong Mozes, samen met de Israëlieten, dit lied ter ere van de HEER: ‘Ik wil zingen voor de HEER, Zijn macht en majesteit zijn groot! Paarden en ruiters wierp Hij in zee. De HEER is mijn sterkte, Hij is mijn beschermer, de HEER kwam mij te hulp. Hij is mijn God, Hem wil ik eren, de God van mijn vader, Hem loof en prijs ik. Zijn naam is HEER, Hij is een krijgsheld. De wagens van de farao slingerde Hij in zee. Daar, in de Rietzee, verdronk het leger, zijn beste officieren kwamen om. Wild kolkend water overspoelde hen, ze verdwenen in de diepte, zonken als een steen.
Lees meer ...Exodus 15:16-21 Doortocht door de Rietzee 6
Angst overviel hen, vrees beving hen toen zij hoorden van Uw machtige daden, zij werden stom als steen, terwijl Uw volk voorbijtrok, HEER, terwijl Uw volk voorbijtrok, het volk door U geschapen. U brengt hen naar de berg die Uw domein is, HEER, en daar zult U hen planten,
Lees meer ...Exodus 15:22-27 Israël in de woestijn op de proef gesteld 1
Van de Rietzee ging Israël in opdracht van Mozes weer verder, de woestijn van Sur in. Drie dagen trokken ze door de woestijn zonder water te vinden. Toen kwamen ze in Mara. Het water van Mara konden ze echter niet drinken, zo bitter was het; vandaar ook dat die plaats Mara heet. Het volk begon zich bij Mozes te beklagen.
Lees meer ...