En hier volgen de namen van de zonen van Levi, in volgorde van geboorte:
Gerson, Kehat en Merari. Levi werd honderdzevenendertig jaar. Zonen van Gerson:
Libni en Simi, elk hoofd van een familie. Zonen van Kehat:
Amram, Jishar, Chebron en Uzziël. Kehat werd honderddrieëndertig jaar. Zonen van Merari:
Machli en Musi. Dit waren de families die van Levi afstamden, in volgorde van geboorte van de familiehoofden. Amram trouwde met Jochebed, een zuster van zijn vader. Zij baarde hem Aäron en Mozes. Amram werd honderdzevenendertig jaar. Zonen van Jishar:
Korach, Nefeg en Zichri. Zonen van Uzziël:
Misaël, Elsafan en Sitri. Aäron trouwde met Eliseba, die een dochter was van Amminadab en een zuster van Nachson. Zij baarde hem Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar. Zonen van Korach:
Assir, Elkana en Abiasaf. Dit waren de families die van Korach afstamden. Aärons zoon Eleazar trouwde met een dochter van Putiël, en zij baarde hem Pinechas. Dit waren de hoofden van de families van het geslacht Levi.
Deze Aäron en Mozes waren het aan wie de HEER de opdracht gaf om de Israëlieten, in groepen geordend, uit Egypte te leiden. Deze Mozes en Aäron waren het die de farao, de koning van Egypte, toestemming vroegen om de Israëlieten uit zijn land weg te leiden.
Toen de HEER zich in Egypte tot Mozes richtte, zei Hij:
‘Ik ben de HEER. Alles wat Ik tegen je zeg, moet je overbrengen aan de farao, de koning van Egypte.’ Mozes antwoordde:
‘Ik kom zo moeilijk uit mijn woorden, de farao zal niet naar me luisteren.’