‘We krijgen geen stro meer, en toch worden we gedwongen om stenen te maken. En wij worden afgeranseld, terwijl de schuld bij uw volk ligt.’ Maar de farao antwoordde: ‘Lui zijn jullie, alleen maar lui! Daarom willen jullie offers aan de HEER gaan brengen. Vooruit, onmiddellijk aan het werk! Jullie krijgen geen stro, en jullie leveren hetzelfde aantal stenen.’ De Israëlitische opzichters beseften hoe slecht zij ervoor stonden,
Lees meer ...Exodus 6:2-15 Mozes opnieuw geroepen 1
God zei tegen Mozes: ‘Ik ben de HEER. Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God, de Ontzagwekkende, maar Mijn naam HEER heb Ik niet aan hen bekendgemaakt. Ik heb met hen Mijn verbond gesloten en Kanaän aan hen beloofd, het land waarin zij als vreemdeling hebben gewoond. Ik heb het gejammer van de Israëlieten over de slavenarbeid die hun door de Egyptenaren is opgelegd gehoord, en dat heeft Mij aan die belofte herinnerd. Daarom moet je dit tegen hen zeggen: “Ik ben de HEER. Ik zal de last die de Egyptenaren jullie opleggen van je afnemen, Ik zal jullie uit je slavenbestaan bevrijden. Met opgeheven arm zal Ik jullie verlossen en de Egyptenaren zwaar straffen.
Lees meer ...Exodus 6:16-30 Mozes opnieuw geroepen 2
En hier volgen de namen van de zonen van Levi, in volgorde van geboorte: Gerson, Kehat en Merari. Levi werd honderdzevenendertig jaar. Zonen van Gerson: Libni en Simi, elk hoofd van een familie. Zonen van Kehat: Amram, Jishar, Chebron en Uzziël. Kehat werd honderddrieëndertig jaar. Zonen van Merari: Machli en Musi. Dit waren de families die van Levi afstamden, in volgorde van geboorte van de familiehoofden. Amram trouwde met Jochebed, een zuster van zijn vader. Zij baarde hem Aäron en Mozes.
Lees meer ...Exodus 7:1-7 Mozes opnieuw geroepen 3
Maar de HEER zei: ‘Ik zal ervoor zorgen dat jij als een god voor de farao staat, en je broer Aäron zal je profeet zijn. Jij moet Aäron alles zeggen wat Ik je opdraag, en hij moet het woord voeren en de farao vragen de Israëlieten uit zijn land te laten vertrekken.
Lees meer ...Exodus 7:8-18 Egypte getroffen door plagen 1
De HEER zei tegen Mozes en Aäron: ‘Als de farao jullie om een wonder vraagt, moet jij, Mozes, tegen Aäron zeggen dat hij voor de ogen van de farao zijn staf op de grond gooit; die staf zal dan een grote slang worden.’ Mozes en Aäron gingen naar de farao en deden wat de HEER hun had opgedragen. Voor de ogen van de farao en zijn hovelingen gooide Aäron zijn staf op de grond, en de staf veranderde in een slang. De farao liet op zijn beurt de geleerden en tovenaars komen,
Lees meer ...Exodus 7:19-29 Egypte getroffen door plagen 2
Toen zei de HEER tegen Mozes: ‘Zeg tegen Aäron dat hij zijn staf geheven houdt boven het water van Egypte, boven rivieren, kanalen en moerassen, boven elke plaats waar water is. Overal in Egypte zal het water dan in bloed veranderen, tot in de houten en stenen waterbakken toe.’ Mozes en Aäron deden wat de HEER hun opdroeg. Voor de ogen van de farao en zijn hovelingen hield Aäron zijn staf geheven boven de Nijl en sloeg ermee op het water, en toen veranderde het Nijlwater in bloed.
Lees meer ...Exodus 8:1-15 Egypte getroffen door plagen 3
Toen zei de HEER tegen Mozes: ‘Zeg tegen Aäron dat hij zijn staf geheven houdt boven de rivieren, kanalen en moerassen om overal in Egypte kikkers te voorschijn te laten komen.’ Toen Aäron zijn arm boven het water hield, kwamen er kikkers uit; heel Egypte werd eronder bedolven. Maar de magiërs bereikten met hun toverformules hetzelfde: ook zij lieten overal in het land kikkers te voorschijn komen. Toen ontbood de farao Mozes en Aäron. ‘Bid tot de HEER dat Hij mij en mijn volk van die kikkers verlost,’ zei hij, ‘dan zal ik het volk laten gaan om de HEER offers te brengen.’ Mozes antwoordde: ‘Het is aan u te bepalen wanneer ik de HEER moet vragen om u, uw hovelingen en uw volk van de kikkers te bevrijden en ze uit de huizen te laten verdwijnen, zodat er alleen in de Nijl nog kikkers overblijven.’
Lees meer ...Exodus 8:16-28 Egypte getroffen door plagen 4
De HEER zei tegen Mozes: ‘Wacht de farao morgen in alle vroegte op wanneer hij naar de rivier gaat, en zeg tegen hem: “Dit zegt de HEER: Laat Mijn volk gaan om Mij te vereren. Wilt u Mijn volk niet laten gaan, dan stuur Ik steekvliegen af op u en op uw hovelingen, uw volk en uw huizen. In de huizen van de Egyptenaren en waar ze maar gaan of staan, zal het wemelen van de steekvliegen. Maar Ik zal die dag een uitzondering maken voor Gosen, het gebied waar Mijn volk woont, daar zullen de steekvliegen niet komen. Zo zal Ik u doen beseffen dat Ik, de HEER, aanwezig ben in uw land. Ik zal Mijn volk vrijwaren voor de plaag die uw volk te wachten staat.
Lees meer ...Exodus 9:1-15 Egypte getroffen door plagen 5
De HEER zei tegen Mozes: ‘Ga naar de farao en zeg tegen hem: “Dit zegt de HEER, de God van de Hebreeën: Laat Mijn volk gaan om Mij te vereren. Weigert u dat en houdt u hen nog langer vast, dan zal de HEER in alle hevigheid de pest laten uitbreken onder uw vee, onder de paarden, ezels, kamelen, runderen, schapen en geiten. De HEER zal onderscheid maken tussen het vee van de Israëlieten en dat van de Egyptenaren: de Israëlieten zullen geen enkel dier verliezen. De HEER heeft het tijdstip al vastgesteld: morgen zal Hij Egypte met deze plaag treffen.”’ De volgende dag deed de HEER wat Hij had gezegd. Al het vee van de Egyptenaren stierf, maar de Israëlieten verloren geen enkel dier.
Lees meer ...Exodus 9:16-26 Egypte getroffen door plagen 6
Maar Ik heb u alleen in leven gelaten om u Mijn macht te tonen en om iedereen op aarde te laten weten wie Ik ben. Als u Mijn volk nog langer dwarsboomt en het niet laat gaan, zal Ik het morgen om deze tijd in Egypte zo zwaar laten hagelen als het nooit eerder heeft gedaan, vanaf de dag dat Egypte ontstaan is tot nu toe. Laat daarom uw vee en alles wat er verder nog buiten is in veiligheid brengen,
Lees meer ...