Page 2 of 2
1 2

Genesis 25:19-34 Jakob en Esau

Dit is de geschiedenis van Abrahams zoon Isaak en zijn nakomelingen. Isaak, de zoon die Abraham verwekt had, was veertig jaar toen hij trouwde met Rebekka, die een dochter was van de Arameeër Betuël uit Paddan-Aram en een zuster van de Arameeër Laban. Omdat Rebekka onvruchtbaar bleek, bad Isaak vurig voor haar tot de HEER, en de HEER verhoorde zijn gebed: Rebekka, zijn vrouw, werd zwanger. De kinderen in haar lichaam botsten hard tegen elkaar. Als het zo moet gaan, dacht ze, waarom leef ik dan nog? En ze ging bij de HEER te rade. De HEER zei tegen haar: ‘Twee volken zijn er in je schoot, volken die uiteengaan nog voor je hebt gebaard.

0Shares
Lees meer ...

Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1

Eens brak er in het land hongersnood uit (een andere dan de hongersnood die er vroeger was geweest, in de tijd van Abraham), en daarom ging Isaak naar Gerar, de stad van Abimelech, de koning van de Filistijnen. Daar verscheen de HEER aan hem en zei: ‘Reis niet verder naar Egypte maar blijf hier wonen, in het land dat Ik je aanwijs. Blijf voorlopig in dit land, Ik zal je ter zijde staan en je zegenen: Ik zal dit hele gebied aan jou en je nakomelingen geven en zo de eed gestand doen die Ik je vader Abraham heb gezworen. Ik zal je zoveel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn en dit hele gebied aan hen geven,

0Shares
Lees meer ...

Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2

Isaak zaaide in dat land en hij oogstte nog hetzelfde jaar honderdvoudig, want de HEER zegende hem. Hij werd rijker en rijker, schatrijk werd hij: hij bezat grote kudden schapen, geiten en runderen en een groot aantal slaven en slavinnen. De Filistijnen werden jaloers op hem, en daarom maakten ze alle putten die de knechten van zijn vader Abraham indertijd hadden gegraven onbruikbaar door ze vol te gooien met aarde. Het kwam zo ver dat Abimelech tegen Isaak zei:

0Shares
Lees meer ...
Page 2 of 2
1 2