Page 1 of 11
1 2 3 11

Numeri 1:1-21 Telling van de Israëlieten 1

Op de eerste dag van de tweede maand, in het tweede jaar na het vertrek van de Israëlieten uit Egypte, richtte de HEER zich in de Sinaiwoestijn tot Mozes. Hij sprak tegen hem in de ontmoetingstent en zei: ‘Houd onder heel Israël een telling van alle weerbare mannen van twintig jaar en ouder. Tel hen hoofdelijk en schrijf hen met naam en toenaam in, geordend naar geslacht en familie en ingedeeld naar de legerafdelingen waartoe ze behoren. Doe dit samen met Aäron. Uit elke stam moet iemand die aan het hoofd van een familie staat jullie daarbij behulpzaam zijn. Dit zijn degenen die jullie zullen helpen: uit de stam Ruben Elisur, de zoon van Sedeür;

0Shares
Lees meer ...

Numeri 1:22-39 Telling van de Israëlieten 2

Afstammelingen van Simeon, alle weerbare mannen van twintig jaar en ouder, hoofdelijk geteld en met naam en toenaam geregistreerd, geordend naar geslacht en familie – aantal ingeschrevenen voor de stam Simeon: 59.300. Afstammelingen van Gad, alle weerbare mannen van twintig jaar en ouder, met naam en toenaam, geordend naar geslacht en familie – aantal ingeschrevenen voor de stam Gad: 45.650. Afstammelingen van Juda, alle weerbare mannen van twintig jaar en ouder, met naam en toenaam, geordend naar geslacht en familie – aantal ingeschrevenen voor de stam Juda: 74.600.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 1:40-54 Telling van de Israëlieten 3

Afstammelingen van Aser, alle weerbare mannen van twintig jaar en ouder, met naam en toenaam, geordend naar geslacht en familie – aantal ingeschrevenen voor de stam Aser: 41.500. Afstammelingen van Naftali, alle weerbare mannen van twintig jaar en ouder, met naam en toenaam, geordend naar geslacht en familie – aantal ingeschrevenen voor de stam Naftali: 53.400. Dit waren de aantallen die Mozes noteerde, samen met Aäron en de twaalf leiders van de Israëlieten, die elk aan het hoofd van een familie stonden. Het aantal weerbare Israëlieten van twintig jaar en ouder dat ingeschreven werd, geordend naar families, bedroeg in totaal 603.550.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 2:1-17 Legering van de Israëlieten 1

De HEER zei tegen Mozes en Aäron: ‘Wanneer de Israëlieten hun tenten opslaan, moeten ze dat doen rond de ontmoetingstent, op enige afstand ervan, ieder bij zijn eigen vaandel en bij de herkenningstekens van zijn familie. Aan de oostkant, waar de Zon opkomt, moeten de afdelingen van Juda zich bij hun vaandel legeren. Aanvoerder van de Judeeërs is Nachson, de zoon van Amminadab. Zijn leger is volgens de telling 74.600 man sterk. Aan dezelfde kant slaat de stam Issachar zijn tenten op. Hun aanvoerder is Netanel, de zoon van Suar.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 2:18-34 Legering van de Israëlieten 2

Aan de westkant moeten de afdelingen van Efraïm zich bij hun vaandel legeren. Aanvoerder van de Efraïmieten is Elisama, de zoon van Ammihud. Zijn leger is volgens de telling 40.500 man sterk. Aan dezelfde kant komt de stam Manasse. Hun aanvoerder is Gamliël, de zoon van Pedasur. Zijn leger telt 32.200 man. Ook de stam Benjamin komt daar. Hun aanvoerder is Abidan, de zoon van Gidoni. Zijn leger telt 35.400 man. In totaal tellen de legerafdelingen van Efraïm 108.100 man. Zij breken als derde op.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 3:1-16 Telling van de Levieten; hun taken 1

Dit waren de nakomelingen van Aäron en Mozes in de tijd dat de HEER op de Sinai met Mozes sprak. Dit zijn de namen van Aärons zonen: Nadab – de oudste -, Abihu, Eleazar en Itamar. Dit waren de namen van Aärons zonen; zij waren tot priester gezalfd, zij waren aangesteld om het priesterambt te bekleden. Nadab en Abihu waren bij het heiligdom gestorven toen ze de HEER in de Sinaiwoestijn vuur hadden aangeboden dat niet voldeed aan de voorschriften. Ze hadden geen zonen, zodat alleen Eleazar en Itamar overbleven om tijdens het leven van hun vader Aäron het priesterambt te bekleden. De HEER zei tegen Mozes: ‘Laat de stam Levi komen om zich in dienst te stellen van Aäron: zij moeten hem, de priester, behulpzaam zijn.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 3:17-32 Telling van de Levieten; hun taken 2

Dit zijn de namen van de zonen van Levi: Gerson, Kehat en Merari. De zonen van Gerson heetten Libni en Simi. De zonen van Kehat: Amram, Jishar, Chebron en Uzziël. De zonen van Merari: Machli en Musi. Naar hen werden de verschillende geslachten genoemd. Dit waren de geslachten van de Levieten, die elk weer onderverdeeld waren in families. Van Gerson stamden de Libnieten en de Simieten af; dit waren de geslachten van de Gersonieten. Het aantal mannelijke personen van één maand en ouder dat werd ingeschreven, bedroeg 7500. De Gersonieten sloegen hun kamp op achter de tabernakel, aan de westkant.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 3:33-43 Telling van de Levieten; hun taken 3

Van Merari stamden de Machlieten en de Musieten af; dat waren de geslachten van de Merarieten. Het aantal mannelijke personen van één maand en ouder dat werd ingeschreven, bedroeg 6200. Hun leider was Suriël, de zoon van Abichaïl. Zij sloegen hun kamp op aan de andere lange zijde van de tabernakel, aan de noordkant. De Merarieten waren belast met de zorg voor de planken van de tabernakel, de dwarsbalken, palen en voetstukken en wat daarbij hoorde. Alles wat hiermee te maken had, was hun werk.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 3:44-51 Telling van de Levieten; hun taken 4

De HEER zei tegen Mozes: ‘Zonder de Levieten voor Mij af in de plaats van de eerstgeboren Israëlieten, en het vee van de Levieten in de plaats van het vee van de Israëlieten. De Levieten behoren Mij toe. Ik ben de HEER. Voor elk van de tweehonderddrieënzeventig eerstgeboren Israëlieten die het aantal Levieten te boven gaan, moet je als losgeld vijf sjekel innen,

0Shares
Lees meer ...

Numeri 4:1-14 Telling van de Levieten; hun taken 5

De HEER zei tegen Mozes en Aäron: ‘Houd onder de Levieten een telling van de Kehatieten die tussen de dertig en vijftig jaar oud zijn en verplicht zijn werkzaamheden bij de ontmoetingstent te verrichten. Tel hen per geslacht en per familie. De Kehatieten hebben als taak zorg te dragen voor het allerheiligste in de ontmoetingstent. Wanneer het kamp wordt opgebroken, moeten Aäron en zijn zonen het voorhangsel losmaken en er de ark met de verbondstekst mee bedekken. Ze leggen er een kleed van zeekoevellen overheen, spreiden daarover een geheel blauwpurperen kleed en brengen de draagbomen aan.

0Shares
Lees meer ...
Page 1 of 11
1 2 3 11