Op die dag werden er mannen aangesteld tot opzichters van de voorraadkamers waarin de opbrengst van de eerste oogst en de tienden bijeengebracht werden, namelijk het deel dat volgens de wet aan de priesters en de Levieten toekwam, al naar gelang de opbrengst van de rond de steden gelegen akkers.
Lees meer ...Nehemia 13:1-7 Over het gebruik van de tempelruimtes 2
In die tijd las men het volk voor uit het boek van Mozes. Daarin bleek te zijn opgetekend dat Ammonieten en Moabieten nooit ofte nimmer tot Gods gemeenschap mogen worden toegelaten, omdat ze ooit geweigerd hadden de Israëlieten met brood en water tegemoet te gaan, en omdat ze Bileam hadden omgekocht om hen te vervloeken – een vloek die door onze God werd veranderd in een zegen. Nadat deze wettelijke bepalingen waren voorgelezen, zette men alle vreemdelingen apart van de Israëlieten.
Lees meer ...Nehemia 13:8-14 Over het gebruik van de tempelruimtes 3
Dit beviel mij in het geheel niet, en daarom gooide ik alle huisraad van Tobia naar buiten, het vertrek uit. Ik beval de vertrekken te reinigen en bracht vervolgens het tempelgerei weer terug, en ook de graanoffers en de wierook. Ook kwam ik te weten dat de Levieten hun aandeel niet kregen, en dat zij en de dienstdoende zangers daarom wegliepen, terug naar hun akkers.
Lees meer ...Nehemia 13:15-22 Nehemia treedt op tegen misstanden 1
In diezelfde tijd zag ik in Juda op sabbat mensen druiven in wijnpersen treden en graanschoven op ezels laden, en ook wijn, druiven, vijgen en allerlei koopwaar naar Jeruzalem brengen, en dat op sabbat, en ik vermaande hen omdat zij op die dag levensmiddelen verkochten. De Tyriërs die er woonden voerden op sabbat vis aan en andere koopwaar, die ze verkochten aan de Judeeërs, en dat in Jeruzalem! Ik maakte de vooraanstaande burgers van Juda verwijten, en zei tegen hen: ‘Wat doet u voor schandaligs, u ontheiligt de sabbat!
Lees meer ...Nehemia 13:23-31 Nehemia treedt op tegen misstanden 2
In diezelfde tijd ook kwam ik erachter dat er Joden met vrouwen uit Asdod, Ammon en Moab waren getrouwd, en kinderen hadden van wie de helft Asdoditisch of de taal van een ander volk sprak, maar geen Judees. Ik maakte hun daarover verwijten, ik vervloekte hen, sommige mannen sloeg ik, ik trok de haren uit hun hoofd en ik bezwoer hen bij God: ‘Waag het niet je dochters aan hun zonen te geven of een van hun dochters voor je zonen of voor jezelf te nemen!
Lees meer ...