Page 4 of 11
1 2 3 4 5 6 11

Exodus 13:11-16 Pesachfeest en uittocht uit Egypte 6

Als de HEER u in het land van de Kanaänieten gebracht heeft, zoals Hij u en uw voorouders onder ede heeft beloofd, en als Hij u dat land in bezit heeft gegeven, dan moet u alles wat als eerste de moederschoot verlaat aan de HEER afstaan. Alle eerstgeboren mannelijke dieren die uw vee werpt, moeten aan de HEER gegeven worden. Elk eerstgeboren veulen van een ezel moet u vrijkopen met een lam.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 13:17-22 Doortocht door de Rietzee 1

Toen de farao het volk had laten vertrekken, leidde God hen niet langs de weg die door het gebied van de Filistijnen loopt, ook al was dat de kortste route. God dacht namelijk: Als ze strijd zouden moeten leveren, konden ze weleens spijt krijgen en teruggaan naar Egypte. Daarom liet Hij het volk een omweg maken en door de woestijn naar de Rietzee trekken.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 14:1-14 Doortocht door de Rietzee 2

De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten dat ze omkeren en hun kamp opslaan voor Pi-Hachirot, tussen Migdol en de zee; jullie moeten je kamp recht tegenover Baäl-Sefon opslaan, vlak bij de zee. De farao zal denken dat jullie de weg kwijt zijn geraakt en de woestijn niet meer uit kunnen komen. Ik zal ervoor zorgen dat hij onverzettelijk blijft, zodat hij jullie achtervolgt, en dan zal Ik Mijn majesteit tonen door de farao en zijn hele leger ten val te brengen. Dan zullen de Egyptenaren beseffen dat Ik de HEER ben.’ De Israëlieten gehoorzaamden. Toen aan de farao, de koning van Egypte, bericht werd dat het volk gevlucht was, kregen hij en zijn hovelingen spijt. ‘Hoe konden we Israël zomaar laten vertrekken!’

0Shares
Lees meer ...

Exodus 14:15-25 Doortocht door de Rietzee 3

De HEER zei tegen Mozes: ‘Waarom roep je Mij te hulp? Zeg tegen de Israëlieten dat ze verder trekken. Jij moet je staf geheven houden boven de zee en zo het water splijten, zodat de Israëlieten dwars door de zee kunnen gaan, over droog land. Ik zal de Egyptenaren onverzettelijk maken zodat ze hen achterna gaan, en dan zal Ik Mijn majesteit tonen door de farao en zijn hele leger, zijn wagens en zijn ruiters, ten val te brengen. De Egyptenaren zullen beseffen dat Ik de HEER ben, als Ik in Mijn majesteit de farao, met al zijn wagens en ruiters, ten val heb gebracht.’

0Shares
Lees meer ...

Exodus 14:26-31 Doortocht door de Rietzee 4

De HEER zei tegen Mozes: ‘Strek je arm uit boven de zee; dan stroomt het water terug, over de Egyptenaren en over al hun wagens en ruiters.’ Mozes gehoorzaamde, en toen de dageraad aanbrak, stroomde de zee terug naar haar gewone plaats. De Egyptenaren vluchtten het water tegemoet, de HEER dreef hen regelrecht de golven in.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 15:1-15 Doortocht door de Rietzee 5

Toen zong Mozes, samen met de Israëlieten, dit lied ter ere van de HEER: ‘Ik wil zingen voor de HEER, Zijn macht en majesteit zijn groot! Paarden en ruiters wierp Hij in zee. De HEER is mijn sterkte, Hij is mijn beschermer, de HEER kwam mij te hulp. Hij is mijn God, Hem wil ik eren, de God van mijn vader, Hem loof en prijs ik. Zijn naam is HEER, Hij is een krijgsheld. De wagens van de farao slingerde Hij in zee. Daar, in de Rietzee, verdronk het leger, zijn beste officieren kwamen om. Wild kolkend water overspoelde hen, ze verdwenen in de diepte, zonken als een steen.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 15:22-27 Israël in de woestijn op de proef gesteld 1

Van de Rietzee ging Israël in opdracht van Mozes weer verder, de woestijn van Sur in. Drie dagen trokken ze door de woestijn zonder water te vinden. Toen kwamen ze in Mara. Het water van Mara konden ze echter niet drinken, zo bitter was het; vandaar ook dat die plaats Mara heet. Het volk begon zich bij Mozes te beklagen.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 16:1-12 Israël in de woestijn op de proef gesteld 2

Vanuit Elim trok het hele volk van Israël weer verder. Op de vijftiende dag van de tweede maand na hun vertrek uit Egypte bereikten ze de woestijn van Sin, die tussen Elim en de Sinai ligt. Daar in de woestijn begon het volk zich opnieuw te beklagen. ‘Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte,’ zeiden ze tegen Mozes en Aäron. ‘Daar waren de vleespotten tenminste gevuld en hadden we volop brood te eten. U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om ons hier allemaal van honger te laten omkomen.’ De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 16:13-27 Israël in de woestijn op de proef gesteld 3

Diezelfde avond kwamen er grote zwermen kwartels aangevlogen, die in het kamp neerstreken, en de volgende morgen lag er overal rond het kamp dauw. Toen de dauw opgetrokken was, bleek de woestijn bedekt met een fijn, schilferachtig laagje, alsof er rijp op de aarde lag. ‘Wat is dat?’ vroegen de Israëlieten elkaar toen ze het zagen; ze begrepen niet wat het was. Mozes zei tegen hen: ‘Dat is het brood dat de HEER u te eten geeft. De HEER heeft bepaald dat ieder ervan kan verzamelen wat hij nodig heeft. Iedereen mag er één omer van nemen voor elke persoon die bij hem in de tent woont.’ De Israëlieten deden dat. De een verzamelde veel, de ander weinig.

0Shares
Lees meer ...
Page 4 of 11
1 2 3 4 5 6 11