Page 3 of 3
1 2 3

2 Korintiërs 11:17-33 Verdediging tegen schijnapostelen 2

Want wat ik nu ga zeggen komt niet van de Heer, het is de grootspraak van een dwaas. Wanneer er zo velen zijn die zich op hun afkomst laten voorstaan, zal ik dat ook maar doen. U, die zo verstandig bent, verdraagt dwazen toch met het grootste gemak. Tenslotte verdraagt u het ook dat men u tiranniseert, uitzuigt, onderwerpt, zich boven u verheft en u beledigt. Nu, ik moet u tot mijn schande bekennen dat wij daarvoor te zwak zijn geweest. Als anderen over zichzelf durven op te scheppen, durf ik het ook. Ik ben toch maar een dwaas. Zijn zij Hebreeën? Dat ben ik ook. Zijn zij Israëlieten? Dat ben ik ook. Zijn zij nakomelingen van Abraham? Dat ben ik ook.

0Shares
Lees meer ...

2 Korintiërs 12:1-13 Verdediging tegen schijnapostelen 3

Ik word er wel toe gedwongen hoog van mezelf op te geven. Daarom zal ik, hoewel het geen enkel doel dient, het hebben over visioenen en openbaringen die de Heer ons schenkt. Ik ken een volgeling van Christus die veertien jaar geleden tot in de derde hemel werd weggevoerd – in zijn lichaam of buiten zijn lichaam, dat weet ik niet, dat weet God alleen. Maar ik weet dat deze man – in zijn lichaam of zonder zijn lichaam, dat weet ik niet, dat weet God alleen – werd weggevoerd tot in het paradijs en dat hij daar woorden hoorde die door geen mens mogen worden uitgesproken. Van zo iemand wil ik hoog opgeven.

0Shares
Lees meer ...

2 Korintiërs 12:14-21 Aankondiging van een derde bezoek 1

Ik sta klaar om u nu voor de derde keer te bezoeken, en ik zal u niets kosten. Het gaat mij niet om uw geld, maar om u. Niet de kinderen moeten voor de ouders sparen, maar de ouders voor de kinderen. Ik wil graag alles wat ik bezit aan u geven, tot mezelf toe. Maar neemt uw liefde voor mij soms af naarmate mijn liefde voor u toeneemt? U geeft toe dat ik geen beroep op u heb gedaan, maar ik zou volgens u wel zo geslepen zijn geweest dat ik u bedrogen heb.

0Shares
Lees meer ...

2 Korintiërs 13:1-13 Aankondiging van een derde bezoek 2

Ik kom nu voor de derde keer naar u toe. Er staat geschreven dat een aanklacht rechtsgeldig wordt op grond van ten minste twee getuigenverklaringen. Welnu, toen ik de tweede keer bij u was, heb ik al tegen degenen die maar bleven zondigen gezegd dat ik u niet zou sparen wanneer ik weer zou komen. Ik heb dat ook tegen alle anderen gezegd en zeg het u op dit moment, nu ik nog niet bij u ben, opnieuw. U wilt toch een bewijs dat mijn woorden die van Christus zijn? Ik zeg u dat Hij tegenover u niet zwak is, maar dat Hij u Zijn kracht toont. Dat Hij gekruisigd werd past bij Zijn zwakheid, maar nu leeft Hij door Gods kracht.

0Shares
Lees meer ...
Page 3 of 3
1 2 3