Van Paulus, apostel van Christus Jezus in opdracht van God, onze Redder, en van Christus Jezus, onze hoop. Aan Timoteüs, mijn waarachtig kind in het geloof. Genade, barmhartigheid en vrede van God, de Vader, en Christus Jezus, onze Heer! Opdracht aan Timoteüs. Toen ik naar Macedonië vertrok, heb ik je gevraagd in Efeze te blijven. Je moet voorkomen dat bepaalde mensen daar een afwijkende leer onderwijzen en zich verdiepen in verzinsels en eindeloze geslachtsregisters. Die leiden meer tot speculaties dan tot de vervulling van de taak die God met het geloof gegeven heeft. Het doel van je opdracht is de liefde die voortkomt uit een rein hart,
Lees meer ...1 Timoteüs 1:15-20 De eerste brief aan Timoteüs 2
Deze boodschap is betrouwbaar en verdient onze volledige instemming: Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaars te redden. Ik was de eerste, en juist over mij heeft Christus Jezus zich ontfermd; ik was de eerste aan wie Hij Zijn grote geduld toonde,
Lees meer ...1 Timoteüs 2:1-15 Aanwijzingen voor de gemeente 1
Allereerst vraag ik dat er voor alle mensen gebeden wordt, dat er smeekbeden, voorbeden en dankgebeden voor hen worden uitgesproken. Bid voor alle koningen en gezagsdragers, opdat we rustig en ongestoord kunnen leven, in alle vroomheid en waardigheid. Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Redder, die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen. Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen,
Lees meer ...1 Timoteüs 3:1-16 Aanwijzingen voor de gemeente 2
Het is een waar woord: als iemand opziener wil worden, is dat een eerzaam streven. Een opziener moet onberispelijk zijn. Hij kan slechts de man van één vrouw zijn en hij moet sober, bezonnen, gematigd, gastvrij en een goede leraar zijn. Hij mag niet te veel drinken of driftig zijn, maar hij moet vredelievend en vriendelijk zijn, en niet geldzuchtig. Hij moet zijn huisgezin goed leiden en op een waardige manier gezag over zijn kinderen uitoefenen. Als iemand geen leiding kan geven aan zijn huisgezin, hoe zou hij dan voor de gemeente van God kunnen zorgen? Hij mag ook niet iemand zijn die net bekeerd is; anders raakt hij verblind en valt hij ten prooi aan de duivel.
Lees meer ...1 Timoteüs 4:1-10 Aanwijzingen voor de gemeente 3
Maar de Geest zegt nadrukkelijk dat in de eindtijd sommigen het geloof zullen verlaten, doordat ze luisteren naar dwaalgeesten en naar wat demonen hun leren. Ze worden hiertoe aangezet door huichelachtige leugenaars, die hun eigen geweten hebben dichtgeschroeid, die het huwelijk verbieden en hen dwingen tot onthouding van voedsel dat God geschapen heeft om door de gelovigen, die de waarheid kennen, onder dankzegging te worden gegeten.
Lees meer ...1 Timoteüs 4:11-16 Aanwijzingen voor Timoteüs 1
Draag dit alles over in je onderricht. Sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt, maar wees voor de gelovigen een voorbeeld in wat je zegt, in je levenswijze, in liefde, geloof en zuiverheid.
Lees meer ...1 Timoteüs 5:1-15 Aanwijzingen voor Timoteüs 2
Ga niet tekeer tegen een oude man. Als je hem vermaant, beschouw hem dan als een vader, zoals je jonge mannen als broers moet zien, oude vrouwen als moeders en jonge vrouwen als zusters – en dit in alle zuiverheid. Ondersteun weduwen die alleen staan. Als een weduwe kinderen of kleinkinderen heeft, moeten die godvruchtig voor haar huishouding zorgen. Zo betalen ze hun voorouders terug, en dat is God welgevallig. Een weduwe die helemaal alleen staat, houdt haar hoop op God gevestigd en blijft smeken en bidden, dag en nacht. Maar een weduwe die losbandig leeft, is levend dood.
Lees meer ...1 Timoteüs 5:16-25 Aanwijzingen voor Timoteüs 3
Als een gelovige vrouw weduwen in haar familie heeft, moet zij die zelf ondersteunen en niet de gemeente met de zorg belasten. Dan kan de gemeente voor weduwen zorgen die alleen staan. Oudsten die goed leiding geven moeten dubbel worden beloond, vooral degenen die zich veel moeite geven voor de prediking en het onderricht. De Schrift zegt immers: ‘U mag een dorsend rund niet muilkorven’ en ‘De arbeider is zijn loon waard’.
Lees meer ...1 Timoteüs 6:1-2 Aanwijzingen voor Timoteüs 4
Wie het slavenjuk draagt, moet zijn meester hoogachten, zodat Gods naam en de leer niet worden bespot. Een slaaf die een gelovige meester heeft,
Lees meer ...1 Timoteüs 6:3-10 De ware rijkdom 1
Iemand die iets anders onderwijst en niet instemt met de heilzame woorden van onze Heer Jezus Christus en de leer van ons geloof, is verblind. Zo iemand begrijpt niets, maar is ziek door zijn geredetwist en geruzie; dat leidt tot afgunst, onenigheid, laster en kwaadaardige verdachtmakingen, en tot eindeloos gekrakeel tussen mensen van wie de geest verziekt is,
Lees meer ...