Page 4 of 8
1 2 3 4 5 6 8

1 Koningen 10:1-9 Bezoek van de koningin van Seba 1

De roem van Salomo, die de naam van de HEER tot eer strekte, was tot de koningin van Seba doorgedrongen. Ze ging naar hem toe om hem met raadsels op de proef te stellen. Ze kwam naar Jeruzalem met een grote karavaan kamelen beladen met reukwerk, een grote hoeveelheid goud, en edelstenen. Ze bracht Salomo een bezoek en legde hem alle vragen voor die ze had bedacht. En Salomo wist op al haar vragen een antwoord, er was er niet één waarop hij het antwoord schuldig moest blijven.

0Shares
Lees meer ...

1 Koningen 10:10-13 Bezoek van de koningin van Seba 2

De koningin van Seba schonk Salomo honderdtwintig talent goud en een grote hoeveelheid reukwerk en edelstenen. Zoveel reukwerk als de koningin van Seba aan koning Salomo gaf, is later nooit meer aangevoerd. De vloot van Chiram die het goud uit Ofir had meegebracht, voerde van daar ook een grote hoeveelheid sandelhout en edelstenen mee.

0Shares
Lees meer ...

1 Koningen 10:14-22 Salomo’s rijkdom 1

Koning Salomo ontving jaarlijks zeshonderdzesenzestig talent goud, nog afgezien van het goud dat de handelskaravanen meebrachten, de winst die zijn handelaars maakten en het goud dat de oosterse vorsten en de stadhouders van Israël afdroegen. De koning liet tweehonderd grote schilden maken van gedreven goud; in één zo’n schild werd zeshonderd sjekel goud verwerkt. En ook nog driehonderd kleinere schilden van gedreven goud; in één zo’n schild werd drie mine goud verwerkt.

0Shares
Lees meer ...

1 Koningen 10:23-29 Salomo’s rijkdom 2

Koning Salomo overtrof alle andere koningen op aarde in rijkdom en wijsheid. Uit alle delen van de wereld kwamen mensen naar Salomo toe om te luisteren naar de wijsheid waarmee God hem vervuld had. En allemaal brachten ze geschenken mee: zilveren en gouden voorwerpen, gewaden, wapens, reukwerk, paarden en muildieren. Dat ging zo jaar in jaar uit.

0Shares
Lees meer ...

1 Koningen 11:1-13 Salomo’s ontrouw

Koning Salomo beminde vele buitenlandse vrouwen: behalve de dochter van de farao beminde hij ook vrouwen uit Moab, Ammon, Edom en Sidon, en Hethitische vrouwen. Ze waren afkomstig uit de volken waarover de HEER tegen de Israëlieten had gezegd: ‘Jullie mogen je niet met hen inlaten en zij mogen zich niet met jullie inlaten, anders zullen zij jullie ertoe verleiden hun goden te gaan dienen.’ Juist tot die vrouwen voelde Salomo zich aangetrokken. Hij had zevenhonderd hoofdvrouwen en driehonderd bijvrouwen, en deze vrouwen maakten hem ontrouw: op zijn oude dag verleidden zij hem ertoe andere goden te gaan dienen en was hij de HEER, zijn God, niet meer met hart en ziel toegedaan zoals zijn vader David dat was geweest.

0Shares
Lees meer ...

1 Koningen 11:14-25 Salomo’s tegenstanders 1

De HEER gaf Salomo een tegenstander: de Edomiet Hadad, een lid van het koningshuis van Edom. Dat kwam zo: Toen Davids legeraanvoerder Joab tijdens de veldtocht tegen Edom de gesneuvelden ging begraven, had hij daar alles wat mannelijk was gedood. Zes maanden was Joab met het leger in Edom gebleven, tot hij er alles wat mannelijk was had uitgeroeid. Hadad, die toen nog heel jong was, was met enkele Edomieten, hovelingen van zijn vader, ontkomen. Via Midjan en Paran, van waar ze een aantal mannen meenamen, vluchtte hij naar Egypte, waar de farao, de koning van Egypte, hem onderdak verschafte.

0Shares
Lees meer ...

1 Koningen 11:26-33 Salomo’s tegenstanders 2

Een ander die tegen koning Salomo in opstand kwam, was een van zijn eigen ambtenaren, Jerobeam, de zoon van Nebat, een Efraïmiet uit Sereda. Zijn moeder was weduwe en heette Serua. De reden waarom hij tegen de koning in opstand kwam, was de volgende. Salomo liet het Millobolwerk bouwen om de laatste bres in de Davidsburcht te dichten. Jerobeam toonde zich daarbij een flinke kracht. Omdat hij Salomo opviel door het werk dat hij verzette, stelde de koning hem aan als opzichter over alle werklieden uit het gebied van de nakomelingen van Jozef.

0Shares
Lees meer ...

1 Koningen 11:34-40 Salomo’s tegenstanders 3

Toch zal Ik Salomo het koningschap niet helemaal ontnemen. Omwille van Mijn dienaar David, die Ik had uitgekozen en die Mijn geboden en voorschriften in acht heeft genomen, mag Salomo blijven regeren zolang hij leeft. Maar zijn zoon zal Ik het koningschap ontnemen. Tien stammen geef Ik aan jou, en zijn zoon zal Ik één stam laten houden, opdat er bij Mij in Jeruzalem, de stad die Ik heb uitgekozen om er Mijn naam te laten wonen, altijd iemand zal zijn die het licht van het koningshuis van Mijn dienaar David brandend houdt.

0Shares
Lees meer ...

1 Koningen 12:1-14 De scheuring van het rijk 1

Rechabeam ging naar Sichem, waar heel Israël was samengekomen om hem tot koning uit te roepen. Jerobeam, de zoon van Nebat, hoorde hiervan, maar hij bleef in Egypte, waarheen hij voor koning Salomo was gevlucht. Daarom werden er boden gestuurd om hem te halen, en samen met de verzamelde Israëlieten wendde hij zich tot Rechabeam met het volgende verzoek: ‘Uw vader heeft ons een zwaar juk opgelegd. Maakt u onze taak nu minder zwaar, verlicht het juk waarmee uw vader ons heeft belast, dan zullen wij u dienen.’ ‘Geef me drie dagen bedenktijd,’ antwoordde Rechabeam, ‘en kom dan bij me terug.’ Toen het volk was weggegaan, raadpleegde Rechabeam de oudsten die zijn vader Salomo ter zijde hadden gestaan toen die nog leefde:

0Shares
Lees meer ...
Page 4 of 8
1 2 3 4 5 6 8