Koning David was op hoge leeftijd gekomen. Hoewel men hem met dekens toedekte, kon hij het niet meer warm krijgen. Zijn hovelingen zeiden tegen hem: ‘Laat ons een jong meisje voor u zoeken, mijn heer en koning, dat u gezelschap kan houden en verzorgen. Laat haar in uw schoot slapen, dan zult u weer warm worden.’ Ze gingen overal in Israël op zoek naar een mooi meisje, en de keus viel op Abisag uit de stad Sunem. Haar brachten ze bij de koning. Ze was werkelijk bijzonder mooi.
Lees meer ...1 Koningen 1:11-26 Salomo tot koning gezalfd 2
Natan zei tegen Batseba, de moeder van Salomo: ‘Hebt u het gehoord? Adonia, de zoon van Chaggit, is buiten medeweten van onze heer David tot koning uitgeroepen. Laat mij u raadgeven: stel uw leven en dat van uw zoon Salomo in veiligheid! Ga naar koning David en zeg hem: “Hebt u, mijn heer en koning, mij niet zelf gezworen dat mijn zoon Salomo na u koning zou zijn, en dat hij op uw troon zou zitten? Waarom is Adonia dan koning geworden?” Terwijl u met de koning spreekt, zal ik binnenkomen en uw woorden aanvullen.’ Batseba ging het vertrek binnen waar de oude koning werd verzorgd door Abisag uit Sunem. Ze neeg en knielde voor de koning, en hij vroeg haar wat ze wenste.
Lees meer ...1 Koningen 1:27-40 Salomo tot koning gezalfd 3
Als dit van u is uitgegaan, mijn heer en koning, waarom hebt u mij dan niet laten weten wie er na u op uw troon zou zitten?’ Koning David nam het woord en beval: ‘Laat Batseba hier komen.’ Batseba liep op de koning toe en ging voor hem staan, en de koning zwoer: ‘Zo waar de HEER leeft, die mij steeds uit de nood heeft gered, vandaag zal ik doen wat ik je bij de HEER, de God van Israël, gezworen heb: je zoon Salomo zal na mij koning zijn, en hij zal in mijn plaats op mijn troon zitten.’ Batseba neeg, boog diep voorover en zei: ‘Moge mijn heer, koning David, leven tot in eeuwigheid.’ Toen beval koning David: ‘Laat de priester Sadok, de profeet Natan en Benaja, de zoon van Jojada, hier komen.’
Lees meer ...1 Koningen 1:41-53 Salomo tot koning gezalfd 4
Adonia en al zijn gasten waren juist aan het einde van de maaltijd gekomen toen dit rumoer tot hen doordrong. Toen Joab het geluid van de ramshoorn herkende, vroeg hij: ‘Waarom komt er zo’n lawaai uit de stad?’ Hij was nog niet uitgesproken, of daar kwam Jonatan aan, de zoon van de priester Abjatar. Adonia zei: ‘Kom eens hier, op jou kan ik vertrouwen, dus je zult wel goed nieuws brengen.’ Maar Jonatan antwoordde: ‘Integendeel! Onze heer, koning David, heeft Salomo tot koning uitgeroepen. Hij heeft de priester Sadok en de profeet Natan met hem meegestuurd, en ook Benaja met de Keretieten en Peletieten. Ze hebben hem op het muildier van de koning laten rijden, en bij de Gichonbron hebben Sadok en Natan hem tot koning gezalfd.
Lees meer ...1 Koningen 2:1-12 Davids laatste wilsbeschikking 1
Toen David zijn einde voelde naderen, droeg hij zijn zoon Salomo op: ‘Ik moet nu heengaan, net als iedereen. Wees sterk en laat zien dat je een man bent. Houd je aan je verplichtingen tegenover de HEER, je God: gehoorzaam Hem en neem Zijn bepalingen, geboden, rechtsregels en voorschriften in acht, zoals die zijn vastgelegd in de wetten van Mozes. Dan zul je slagen in alles wat je doet en onderneemt, en dan zal de HEER Zijn woord aan mij gestand doen: Als je zonen het rechte pad houden en Mij met hart en ziel toegewijd blijven, dan zal er altijd een van jouw nakomelingen op de troon van Israël zitten.
Lees meer ...1 Koningen 2:13-25 Davids laatste wilsbeschikking 2
Op zekere dag wendde Adonia, de zoon van Chaggit, zich tot Batseba, de moeder van Salomo. ‘Kan ik u met een gerust hart ontvangen?’ vroeg ze. ‘Wees gerust,’ antwoordde hij, ‘ik wil u alleen maar iets vragen.’ ‘Ga uw gang,’ zei Batseba. Toen zei Adonia: ‘U weet dat het koningschap mij toekwam; heel Israël verwachtte dat ik koning zou worden. Maar de HEER besliste anders en het koningschap ging over op mijn broer. Nu heb ik een verzoek aan u, alstublieft, weiger het me niet.’ ‘Ga verder,’ zei Batseba. ‘Wilt u aan Salomo, de koning, vragen of hij me de hand schenkt van Abisag uit Sunem?
Lees meer ...1 Koningen 2:26-35 Davids laatste wilsbeschikking 3
Tegen de priester Abjatar zei de koning: ‘Ga terug naar Anatot, naar uw landerijen. Eigenlijk verdient u de doodstraf, maar voor deze keer zal ik u niet terechtstellen, omdat u de ark van God, de HEER, voor mijn vader David uit hebt gedragen en alle ellende met hem hebt gedeeld.’ Salomo ontzette Abjatar uit het priesterambt en liet zo in vervulling gaan wat de HEER in Silo over Eli en zijn familie had verkondigd. Toen Joab hiervan hoorde, vluchtte hij naar het heiligdom van de HEER en greep de horens van het altaar vast. Hij had immers de zijde van Adonia gekozen, hoewel hij Absalom niet had gesteund. Men vertelde Salomo dat Joab zijn toevlucht had gezocht in het heiligdom van de HEER en zich daar aan het altaar had vastgeklampt.
Lees meer ...1 Koningen 2:36-46 Davids laatste wilsbeschikking 4
Vervolgens ontbood de koning Simi, de zoon van Gera, en zei tegen hem: ‘U kunt in Jeruzalem voor uzelf een huis bouwen en er gaan wonen, maar u mag de stad niet verlaten om ergens anders heen te gaan. Zodra u de stad verlaat en de Kidron oversteekt, bent u ten dode opgeschreven, wees daarvan verzekerd. U hebt uw dood dan aan uzelf te wijten.’ Simi antwoordde: ‘Het is goed, mijn heer en koning, ik zal doen wat u zegt,’ en hij bleef in Jeruzalem wonen.
Lees meer ...1 Koningen 3:1-14 Salomo’s wijsheid 1
Door de dochter van de farao tot vrouw te nemen, werd Salomo de schoonzoon van de koning van Egypte. Hij liet haar in de Davidsburcht wonen, totdat hij gereed was met de bouw van zijn paleis, de tempel van de HEER en de muur rondom Jeruzalem. Omdat er in die tijd nog geen tempel was gebouwd voor de naam van de HEER, bleef het volk zijn offers brengen op de offerplaatsen. Salomo zelf toonde zijn liefde voor de HEER door te handelen naar wat zijn vader David hem had voorgehouden, maar ook hij bracht zijn offers en brandde wierook op de offerplaatsen. Zo ging de koning op een keer naar Gibeon, de belangrijkste offerhoogte van het land, om er te offeren. Wel duizend dieren droeg hij daar op het altaar als brandoffer op.
Lees meer ...1 Koningen 3:15-28 Salomo’s wijsheid 2
Toen Salomo wakker werd, besefte hij dat hij een droom had gehad. Bij zijn terugkomst in Jeruzalem ging hij naar de ark van het verbond met de Heer, waar hij brandoffers en vredeoffers bracht. Hij nodigde al zijn hovelingen voor het feestmaal uit. Kort daarna vroegen twee hoeren bij de koning gehoor. De eerste vrouw vertelde: ‘Staat u mij toe, heer, deze vrouw en ik wonen in hetzelfde huis. In dat huis heb ik in haar bijzijn een kind ter wereld gebracht. Drie dagen later kreeg ook zij een kind. Wij waren daar samen; er was niemand anders in huis, alleen wij tweeën. Maar haar kind is ’s nachts doodgegaan, want zij was erop gaan liggen. Toen is ze midden in de nacht opgestaan en heeft ze mijn kind bij me weggenomen, terwijl ik sliep.
Lees meer ...