Zonen van Levi: Gerson, Kehat en Merari. Zonen van Kehat: Amram, Jishar, Chebron en Uzziël. Kinderen van Amram: Aäron, Mozes en Mirjam. Zonen van Aäron: Nadab en Abihu, Eleazar en Itamar. Eleazar verwekte Pinechas, Pinechas verwekte Abisua, Abisua verwekte Bukki, Bukki verwekte Uzzi, Uzzi verwekte Zerachja, Zerachja verwekte Merajot,
Lees meer ...1 Kronieken 6:1-23 Afstammelingen van Levi; hun taken en woongebieden 2
Zonen van Levi: Gerson, Kehat en Merari. De zonen van Gerson heetten Libni en Simi. Zonen van Kehat: Amram, Jishar, Chebron en Uzziël. Zonen van Merari: Machli en Musi. Dit zijn de Levitische families, geordend naar hun stamvaders: Gerson had een zoon, Libni. Libni was de vader van Jachat, die de vader was van Zimma, de vader van Joach, de vader van Iddo, de vader van Zerach, de vader van Jeaterai. Nakomelingen van Kehat: Kehat was de vader van Amminadab, die de vader was van Korach, de vader van Assir, de vader van Elkana, de vader van Ebjasaf, de vader van Assir, de vader van Tachat, de vader van Uriël, de vader van Uzzia, de vader van Saül.
Lees meer ...1 Kronieken 6:24-46 Afstammelingen van Levi; hun taken en woongebieden 3
Rechts van hem stond zijn stamgenoot Asaf, die de zoon was van Berechja, de zoon van Sima, de zoon van Michaël, de zoon van Baäseja, de zoon van Malkia, de zoon van Etni, de zoon van Zerach, de zoon van Adaja, de zoon van Etan, de zoon van Zimma, de zoon van Simi, de zoon van Jachat, de zoon van Gerson, de zoon van Levi. Aan de linkerkant stonden de nakomelingen van Merari, ook stamgenoten: Etan, die de zoon was van Kisi, de zoon van Abdi, de zoon van Malluch, de zoon van Chasabja, de zoon van Amasja, de zoon van Chilkia, de zoon van Amsi, de zoon van Bani, de zoon van Semer, de zoon van Machli, de zoon van Musi, de zoon van Merari, de zoon van Levi.
Lees meer ...1 Kronieken 6:47-66 Afstammelingen van Levi; hun taken en woongebieden 4
Aan de families van de nakomelingen van Gerson werden dertien steden toegewezen van de stammen Issachar, Aser, Naftali en Manasse in Basan. Aan de families van de nakomelingen van Merari werden door loting twaalf steden toegewezen van de stammen Ruben, Gad en Zebulon. De Israëlieten stonden dus steden en weidegronden aan de Levieten af. Uit de stamgebieden van Juda, Simeon en Benjamin werden hun door loting de hierboven genoemde steden toegewezen. Verder kregen de families van de nakomelingen van Kehat de volgende steden van de stam Efraïm tot hun beschikking: de vrijplaatsen Sichem, in het bergland van Efraïm, Gezer, Jokmeam, Bet-Choron, Ajjalon en Gat-Rimmon, elk met de omliggende weidegronden.
Lees meer ...1 Kronieken 7:1-5 Afstammelingen van Issachar
Issachar had vier zonen: Tola en Pua, Jasub en Simron. Zonen van Tola: Uzzi, Refaja, Jeriël, Jachmai, Jibsam en Semuël. Deze dappere krijgslieden staan in de geslachtslijsten als familiehoofden van de Tolaïeten. In de tijd van David telde deze familie 22.600 mannen.
Lees meer ...1 Kronieken 7:6-13 Afstammelingen van Benjamin en Naftali
Benjamin had drie zonen: Bela, Becher en Jediaël. Bela had vijf zonen: Esbon, Uzzi, Uzziël, Jerimot en Iri. Zij waren familiehoofden, dappere krijgslieden. Voor hun families staan 22.034 mannen ingeschreven. Zonen van Becher: Zemira, Joas, Eliëzer, Eljoënai, Omri, Jeremot, Abia, Anatot en Alemet; allemaal zonen van Becher.
Lees meer ...1 Kronieken 7:14-29 Afstammelingen van Manasse en Efraïm
Zoon van Manasse: Asriël. Zijn Aramese bijvrouw baarde Machir, de vader van Gilead. Machir nam vrouwen voor Chuppim en Suppim. Zijn zuster heette Maächa. Een andere nakomeling van Manasse heette Selofchad. Selofchad kreeg dochters. Machirs vrouw Maächa baarde een zoon, die zij Peres noemde. Zijn broer heette Seres. Zonen van Seres: Ulam en Rekem. Zoon van Ulam: Bedan. Dit waren de nakomelingen van Gilead, de zoon van Machir, de zoon van Manasse. Machirs zuster Molechet baarde Ishod, Abiëzer en Machla. De zonen van Semida waren Achjan, Sechem, Likchi en Aniam.
Lees meer ...1 Kronieken 7:30-40 Afstammelingen van Aser
Kinderen van Aser: Jimna, Jiswa, Jiswi, Beria en hun zuster Serach. Zonen van Beria: Cheber en Malkiël, de stichter van Bir-Zaït. Cheber verwekte Jaflet, Somer, Chotam en hun zuster Sua. Zonen van Jaflet: Pasach, Bimhal en Aswat; zij waren de zonen van Jaflet.
Lees meer ...1 Kronieken 8:1-28 Afstammelingen van Benjamin 1
Benjamin verwekte vijf zonen: Bela, de oudste, Asbel, de tweede, Achrach, de derde, Nocha, de vierde, en Rafa, de vijfde. Bela had de zonen Addar, Gera, Abihud, Abisua, Naäman, Achoach, Gera, Sefufan en Churam. En dit zijn de zonen van Echud – zij waren de familiehoofden van de inwoners van Geba, die als ballingen naar Manachat werden gevoerd: Naäman, Achia en Gera. Onder Gera’s leiding werden ze weggevoerd. Hij verwekte Uzza en Achichud.
Lees meer ...1 Kronieken 8:29-40-9:1 Afstammelingen van Benjamin 2
In Gibeon woonde de stichter van Gibeon met zijn vrouw, die Maächa heette, en zijn zonen: Abdon, de oudste, en Sur, Kis, Baäl en Nadab, Gedor, Achio en Zecher. Miklot verwekte Sima. Zij volgden het voorbeeld van hun verwanten en vestigden zich bij hen in Jeruzalem. Ner verwekte Kis, Kis verwekte Saul, Saul verwekte Jonatan, Malkisua, Abinadab en Esbaäl. De zoon van Jonatan was Meribbaäl.
Lees meer ...