Zonen van Abraham: Isaak en Ismaël. Dit zijn hun nakomelingen: Nebajot, Ismaëls oudste zoon, Kedar, Adbeël, Mibsam, Misma, Duma, Massa, Chadad, Tema, Jetur, Nafis en Kedema. Dit waren de zonen van Ismaël. Zonen van Ketura, een bijvrouw van Abraham: zij baarde Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Suach. Zonen van Joksan: Seba en Dedan. Zonen van Midjan: Efa, Efer, Chanoch, Abida en Eldaä. Zij allen waren nakomelingen van Ketura. Abraham verwekte Isaak. Zonen van Isaak: Esau en Israël. Zonen van Esau: Elifaz, Reüel, Jeüs, Jalam en Korach. Zonen van Elifaz: Teman, Omar, Sefi, Gatam, Kenaz, Timna en Amalek. Zonen van Reüel: Nachat, Zerach, Samma en Mizza. Zonen van Seïr: Lotan, Sobal, Sibon, Ana, Dison, Eser en Disan.
Lees meer ...1 Kronieken 2:1-23 Afstammelingen van Juda 1
Dit zijn de zonen van Israël: Ruben, Simeon, Levi en Juda, Issachar en Zebulon, Dan, Jozef en Benjamin, Naftali, Gad en Aser. Zonen van Juda: Er, Onan en Sela. Deze drie zonen werden hem gebaard door Batsua uit Kanaän. Juda’s oudste zoon Er was slecht in de ogen van de HEER, en daarom liet de HEER hem sterven. Bij zijn schoondochter Tamar verwekte Juda Peres en Zerach. In totaal had hij dus vijf zonen. Zonen van Peres: Chesron en Chamul. Zerach had vijf zonen: Zimri, Etan, Heman, Kalkol en Dara. Zoon van Karmi: Achar, die Israël in het ongeluk stortte doordat hij zich vergreep aan goederen die onvoorwaardelijk aan de HEER waren gewijd. Zoon van Etan: Azarja.
Lees meer ...1 Kronieken 2:24-45 Afstammelingen van Juda 2
Ook na de dood van Chesron, die getrouwd was met Abia, sliep Kaleb met Efrat. Toen baarde zij hem Aschur, de stichter van Tekoa. De zonen van Chesrons oudste zoon Jerachmeël waren Ram, de oudste, en Buna, Oren, Osem en Achia. Jerachmeël had nog een andere vrouw, die Atara heette. Zij was de moeder van Onam. De zonen van Jerachmeëls oudste zoon Ram waren Maäs, Jamin en Eker. De zonen van Onam waren Sammai en Jada. Zonen van Sammai: Nadab en Abisur. De vrouw van Abisur heette Abihaïl, zij baarde hem Achban en Molid.
Lees meer ...1 Kronieken 2:46-55 Afstammelingen van Juda 3
Kalebs bijvrouw Efa baarde Charan, Mosa en Gazez. Charan verwekte Gazez. Zonen van Jodai: Regem, Jotam, Gesan, Pelet, Efa en Saäf. Kalebs bijvrouw Maächa baarde Seber en Tirchana. Zij bracht ook Saäf ter wereld, de stichter van Madmanna, en Sewa, de stichter van Machbena en Gibea. Kaleb had ook een dochter, Achsa.
Lees meer ...1 Kronieken 3:1-24 Afstammelingen van David
Dit zijn de zonen die David in Hebron kreeg: de oudste was Amnon, een zoon van Achinoam uit Jizreël; de tweede was Daniël, een zoon van Abigaïl uit Karmel; de derde was Absalom, een zoon van Maächa, die een dochter was van koning Talmai van Gesur; de vierde was Adonia, een zoon van Chaggit; de vijfde was Sefatja, een zoon van Abital; de zesde was Jitream, een zoon van zijn vrouw Egla. Zes zonen kreeg hij in Hebron, waar hij zeven jaar en zes maanden regeerde. In Jeruzalem regeerde hij drieëndertig jaar en daar kreeg hij de volgende kinderen: Sima, Sobab, Natan en Salomo, de vier zonen van Batsua, de dochter van Ammiël;
Lees meer ...1 Kronieken 4:1-14 Andere afstammelingen van Juda 1
Nakomelingen van Juda: Peres, Chesron, Karmi, Chur en Sobal. Sobals zoon Reaja verwekte Jachat en Jachat verwekte Achumai en Lahad; al deze families komen uit Sora. Dit zijn de nakomelingen van de stichter van Etam: Jizreël, Jisma en Jidbas. Hun zuster heette Hasselelponi. Penuël, de stichter van Gedor, en Ezer, de stichter van Chusa. Dit waren de nakomelingen van Chur, de oudste zoon van Efrat en de stichter van Betlehem.
Lees meer ...1 Kronieken 4:15-23 Andere afstammelingen van Juda 2
Zonen van Kaleb, de zoon van Jefunne: Iru, Ela en Naäm. Zoon van Ela: Kenaz. Zonen van Jehallelel: Zif en Zifa, Tireja en Asarel. Zonen van Ezra: Jeter, Mered, Efer en Jalon. Mered nam Bitja tot vrouw, een dochter van de farao. Zij werd zwanger en baarde Mirjam, Sammai en Jisbach, de stichter van Estemoa. Dit waren de nakomelingen van Bitja. Zijn Judese vrouw baarde hem Jered, de stichter van Gedor, Cheber, de stichter van Socho, en Jekutiël, de stichter van Zanoach.
Lees meer ...1 Kronieken 4:24-43 Afstammelingen van Simeon
Zonen van Simeon: Nemuël, Jamin, Jarib, Zerach en Saül. Saül was de vader van Sallum, die de vader was van Mibsam, de vader van Misma. Nakomelingen van Misma: Misma was de vader van Chammuël, die de vader was van Zakkur, de vader van Simi. Simi had zestien zonen en zes dochters; zijn broers hadden niet veel kinderen. Al deze families waren samen minder talrijk dan de nakomelingen van Juda. Zij woonden in Berseba, Molada en Chasar-Sual, in Bilha, Esem en Tolad, in Betuël, Chorma en Siklag, in Bet-Hammarkabot, Chasar-Susim, Bet-Biri en Saäraïm. Tot koning David aan de macht kwam behoorden deze steden en de omliggende dorpen aan hen toe.
Lees meer ...1 Kronieken 5:1-17 Afstammelingen van Ruben, Gad en Manasse 1
Zonen van Ruben, de oudste zoon van Israël – Ruben was de oudste zoon, maar omdat hij zijn vaders bed had ontwijd, ging zijn eerstgeboorterecht over op de nakomelingen van Israëls zoon Jozef, hoewel deze niet als eerstgeborene staat ingeschreven. Juda was sterker dan zijn broers en er is een vorst uit hem voortgekomen, maar het eerstgeboorterecht ging over op Jozef – zonen van Ruben, de oudste zoon van Israël: Chanoch en Pallu, Chesron en Karmi. Nakomelingen van Joël: Joël was de vader van Semaja, die de vader was van Gog, de vader van Simi, de vader van Micha, de vader van Reaja, de vader van Baäl, de vader van Beëra. Beëra, die door koning Tiglatpileser van Assyrië als balling werd weggevoerd, stond aan het hoofd van de stam Ruben.
Lees meer ...1 Kronieken 5:18-26 Afstammelingen van Ruben, Gad en Manasse 2
Ruben, Gad en Oost-Manasse hadden een legermacht van vierenveertigduizend zevenhonderdzestig geoefende en strijdvaardige krijgslieden, bewapend met kleine schilden, zwaarden en bogen. Ze deden een aanval op de Hagritische stammen Jetur, Nafis en Nodab. Daar de Israëlieten in hun strijd geholpen werden, vielen de Hagrieten en hun bondgenoten hun in handen. Tijdens de gevechten riepen ze God aan, en omdat ze hun vertrouwen in Hem stelden, stond Hij hen bij. Ze maakten vee buit: vijftigduizend kamelen, tweehonderdvijftigduizend schapen en geiten,
Lees meer ...