Samuël vertelde alles wat de HEER had gezegd aan het volk, dat om een koning vroeg. Toen zei hij: ‘Dit zijn de rechten die aan het koningschap verbonden zijn: Uw zonen zal een koning u afnemen en ze indelen bij zijn strijdwagens, zijn ruiterij of zijn persoonlijke escorte, of ze aanstellen als bevelhebbers over duizend man of over vijftig. Hij zal ze zijn akkers laten ploegen, zijn oogst laten binnenhalen en zijn wapens en strijdwagens laten maken. Uw dochters zal hij u afnemen om ze zalf te laten bereiden en te laten koken en bakken. Uw vruchtbaarste landerijen, wijngaarden en olijfgaarden zal hij u afnemen en toewijzen aan zijn hovelingen.
Lees meer ...1 Samuel 9:1-10 Saul door Samuel tot koning gezalfd 1
In Benjamin woonde een man die Kis heette. Hij was een zoon van Abiël, die een zoon was van Seror, de zoon van Bechorat, de zoon van Afiach. Hij behoorde tot de stam Benjamin en was een vermogend man. Hij had een zoon die Saul heette, een lange, goedgebouwde jongeman die met kop en schouders boven iedereen in Israël uitstak. Op een keer, toen zijn ezelinnen waren zoekgeraakt, zei Kis tegen zijn zoon: ‘Vooruit, ga jij met een van de knechten de ezelinnen zoeken.’ Saul doorkruiste het bergland van Efraïm: Hij zocht in de streek Salisa, maar ze vonden ze niet. Hij zocht in de streek Saälim, maar van de ezelinnen geen spoor.
Lees meer ...1 Samuel 9:11-22 Saul door Samuel tot koning gezalfd 2
Toen ze de helling naar de stad op gingen, kwamen ze een paar meisjes tegen die op weg waren om water te putten. ‘Is de ziener in de stad?’ vroegen ze. ‘Jazeker,’ antwoordden de meisjes. ‘Als u snel bent, treft u hem nog. Hij is juist vandaag naar de stad gekomen ter gelegenheid van het offerfeest. Als u nu de stad binnengaat, treft u hem nog aan voordat hij naar de offerhoogte gaat voor het offermaal. De genodigden wachten namelijk met eten op hem, omdat hij het offer moet zegenen voor ze aan de maaltijd beginnen. Maak voort, dan kunt u hem niet mislopen.’
Lees meer ...1 Samuel 9:23-27 Saul door Samuel tot koning gezalfd 3
Tegen de offerbereider zei Samuël: ‘Dien nu het stuk vlees op dat ik u gegeven heb met het verzoek het apart te houden.’ De offerbereider nam de rechterachterbout en diende die aan Saul op met de woorden: ‘Alstublieft. Dit stuk is speciaal voor u apart gehouden ter gelegenheid van deze bijeenkomst, die door Samuël is belegd. Laat het u smaken.’
Lees meer ...1 Samuel 10:1-8 Saul door Samuel tot koning gezalfd 4
Hij goot een kruikje olie over Sauls hoofd uit, kuste hem en zei: ‘Hierbij zalft de HEER u tot vorst over het volk dat Hem toebehoort.’ Daarna zei hij: ‘Als u straks na ons afscheid verdergaat, zult u in Selsach op de grens met Benjamin bij het graf van Rachel twee mannen aantreffen. Zij zullen u vertellen dat de ezelinnen waarnaar u op zoek was terecht zijn, en dat uw vader zich over hen geen zorgen meer maakt, maar dat hij ongerust is over u en zich afvraagt wat hij moet doen om u te vinden.
Lees meer ...1 Samuel 10:9-16 Saul door Samuel tot koning gezalfd 5
En inderdaad, zodra Saul zich had omgedraaid om zijn weg te vervolgen, maakte God van hem een ander mens. En alle voorspelde gebeurtenissen kwamen diezelfde dag nog uit. Toen ze bij Gibea aankwamen, kwam hun een stoet profeten tegemoet. Saul werd gegrepen door de geest van God en raakte net als zij in vervoering. Allen die hem van vroeger kenden en zagen dat hij zich in vervoering bij de profeten had aangesloten, zeiden tegen elkaar: ‘Wat is er met de zoon van Kis gebeurd? Hoort Saul nu ook al bij de profeten?’
Lees meer ...1 Samuel 10:17-27 Saul door Israël tot koning uitgeroepen
Samuël riep het volk op om zich in Mispa voor de HEER te verzamelen. Daar sprak hij de Israëlieten als volgt toe: ‘Dit zegt de HEER, de God van Israël: Ik ben het die jullie uit Egypte heeft geleid. Ik ben het die jullie heeft bevrijd uit de greep van Egypte en alle andere koninkrijken door wie jullie onderdrukt werden. Maar nu hebben jullie je God, die jullie steeds uit alle rampspoed en ellende heeft gered, verworpen en vragen jullie Hem of Hij een koning over jullie aanstelt. Welnu, stel je op voor de HEER per stam en per familie.’ Samuël liet de stammen van Israël aantreden en het lot viel op de stam Benjamin.
Lees meer ...1 Samuel 11:1-13 Saul komt Jabes te hulp
Koning Nachas van Ammon trok ten strijde en belegerde Jabes in Gilead. De inwoners van Jabes stelden Nachas het volgende voor: ‘Als u met ons een verdrag sluit, zullen wij ons aan u onderwerpen.’ ‘Goed,’ antwoordde koning Nachas, ‘op voorwaarde dat ik ieder van jullie het rechteroog uitsteek, ter vernedering van heel Israël.’ Toen zeiden de oudsten van Jabes tegen hem: ‘Geef ons zeven dagen de tijd om boden het land rond te sturen. Als niemand ons komt helpen, zullen we naar u toe komen.’ Toen de boden van Jabes in Sauls woonplaats Gibea kwamen en vertelden wat er aan de hand was, begon de hele bevolking te weeklagen.
Lees meer ...1 Samuel 11:14-15-12:1-8 Samuel spreekt het volk voor het laatst toe 1
Samuël riep de Israëlieten op om naar Gilgal te gaan en daar het koningschap plechtig te bevestigen. Heel het volk ging naar Gilgal, waar Saul ten overstaan van de HEER als koning werd ingehuldigd. Ze slachtten dieren voor een vredeoffer ter ere van de HEER en Saul vierde uitbundig feest met alle Israëlieten. Toen sprak Samuël het volk als volgt toe: ‘Ik heb uw verzoek ingewilligd en gedaan wat u hebt gevraagd: ik heb een koning over u aangesteld. Hier is de koning die u voortaan voor zal gaan. Nu ik oud en grijs geworden ben, staan mijn zonen hier u bij.
Lees meer ...1 Samuel 12:9-17 Samuel spreekt het volk voor het laatst toe 2
Maar later vergaten uw voorouders de HEER, hun God, en daarom leverde Hij ze uit aan Sisera, de bevelhebber van het leger van Hasor, en aan de Filistijnen en de koning van Moab. Toen die oorlog tegen hen voerden, riepen ze de HEER te hulp en zeiden: “We hebben gezondigd! We hebben de HEER de rug toegekeerd om de Baäls en Astartes te vereren. Bevrijd ons uit de greep van onze vijanden, dan zullen we U weer dienen.” En de HEER stuurde Jerubbaäl, Bedan, Jefta en mij, Samuël. Zo bevrijdde Hij u uit de greep van de vijanden die u omringden en kon u hier onbezorgd wonen.
Lees meer ...