Daarom kan het volk van Israël niet standhouden tegen zijn vijanden. Het zal voor zijn vijanden op de vlucht slaan, omdat het nu zelf aan de vernietiging is prijsgegeven. Ik zal jullie niet meer bijstaan als jullie je niet van de gestolen goederen ontdoen. Zorg ervoor dat het volk zich reinigt. Geef het volgende bevel: “Wees morgen rein, want dit zegt de HEER, de God van Israël: jullie hebben goederen in je bezit waarop Mijn ban rust, Israëlieten. Jullie zullen niet kunnen standhouden tegen je vijanden totdat jullie die hebben weggedaan. Treed morgenochtend aan volgens jullie stammen. De stam die de HEER aanwijst moet volgens de geslachten aantreden.
Lees meer ...Jozua 7:22-26 Schending van de ban 3
Jozua stuurde een paar mannen, die snel naar de tent gingen en daar de mantel vonden, met het zilver eronder. Ze namen het allemaal mee uit de tent, brachten het naar Jozua en de Israëlieten en spreidden het voor de ark van de HEER uit op de grond. Hierna brachten Jozua en de Israëlieten Achan, de nakomeling van Zerach, naar het Achordal,
Lees meer ...Jozua 8:1-9 Vernietiging van Ai 1
De HEER zei tegen Jozua: ‘Maak je gereed om met het voltallige leger tegen Ai ten strijde te trekken. Wees niet bang en laat je door niets ontmoedigen. Ik lever de koning van Ai met heel zijn leger, heel zijn stad en heel zijn gebied aan je uit. Doe met Ai en de koning hetzelfde als wat je met Jericho en de koning hebt gedaan. Maar nu mogen jullie de goederen en het vee voor jezelf buitmaken. Laat een troepenmacht zich verdekt achter de stad opstellen.’
Lees meer ...Jozua 8:10-17 Vernietiging van Ai 2
De volgende ochtend vroeg inspecteerde Jozua het leger. Daarna trok hij samen met de oudsten van Israël aan het hoofd van het leger ten strijde naar Ai. Al het krijgsvolk rukte met hem op, en toen ze in de omgeving van Ai waren gekomen, sloegen ze hun kamp op ten noorden van de stad. Ze werden alleen van haar gescheiden door een dal. Verder liet Jozua ongeveer vijfduizend man zich ten westen van de stad, tussen Ai en Betel, verdekt opstellen.
Lees meer ...Jozua 8:18-29 Vernietiging van Ai 3
Toen zei de HEER tegen Jozua: ‘Strek je zwaard uit naar Ai, want Ik geef je de stad in handen.’ Jozua strekte zijn zwaard uit naar Ai, en op dat teken kwam de achterhoede onmiddellijk te voorschijn, stormde de stad binnen, nam haar in en stak haar in brand. Toen de soldaten van Ai omkeken en zagen dat er uit de stad rook opsteeg, stonden ze zo verlamd van schrik dat ze niet in staat waren om nog te vluchten. Ook werden ze nu bestookt door het leger van Israël, dat niet langer naar de woestijn vluchtte. Want toen Jozua en het leger zagen dat de achterhoede de stad had ingenomen en dat er rook uit opsteeg, keerden ze om en vielen het leger van Ai aan.
Lees meer ...Jozua 8:30-35 Plechtigheid op de Ebal
Hierna bouwde Jozua op de Ebal een altaar voor de HEER, de God van Israël, zoals Mozes, de dienaar van de HEER, het volk van Israël had opgedragen. Hij bouwde het altaar volgens de voorschriften van Mozes: een altaar van ruwe stenen, die niet met ijzeren gereedschap bewerkt waren. De Israëlieten brachten daarop brandoffers en vredeoffers voor de HEER. Jozua maakte op stenen een afschrift van de wet die Mozes in aanwezigheid van het volk had opgeschreven.
Lees meer ...Jozua 9:1-13 List van de Chiwwieten 1
Toen de koningen ten westen van de Jordaan, die van het bergland, het heuvelland en het hele kustgebied bij de Grote Zee, tot aan de Libanon toe, van Israëls zegetocht hoorden, sloten ze een bondgenootschap. Zij, de koningen van de Hethieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Perizzieten, de Chiwwieten en de Jebusieten, besloten gezamenlijk tegen Jozua en Israël te strijden. Maar toen de Chiwwieten uit Gibeon te weten kwamen wat Jozua met Jericho en Ai had gedaan, namen ze hun toevlucht tot een list: een aantal van hen ging naar Jozua onder de dekmantel van een gezantschap. Ze bepakten hun ezels met versleten zadeltassen en oude, gebarsten wijnzakken en trokken opgelapte sandalen en afgedragen kleren aan.
Lees meer ...Jozua 9:14-27 List van de Chiwwieten 2
De stamhoofden van Israël namen toen wat van de proviand aan, maar ze verzuimden de HEER om raad te vragen. Jozua sloot een vredesverdrag met hen en beloofde hun dat hun leven zou worden gespaard. De stamhoofden bekrachtigden dit met een eed. Maar drie dagen nadat ze dit verdrag met hen gesloten hadden, ontdekten ze dat de Chiwwieten niet ver weg maar juist dichtbij woonden. De Israëlieten waren namelijk verder getrokken en na drie dagen bij hun steden gekomen: Gibeon, Kefira, Beërot en Kirjat-Jearim. Maar de Chiwwieten werden niet door hen gedood, omdat de stamhoofden hun dat bij de HEER, de God van Israël, hadden gezworen.
Lees meer ...Jozua 10:1-11 Slag bij Gibeon 1
Toen Adonisedek, de koning van Jeruzalem, hoorde dat Jozua Ai had ingenomen en alle inwoners had gedood, dat hij met Ai en de koning van die stad hetzelfde had gedaan als met Jericho en zijn koning, en dat de inwoners van Gibeon een vredesverdrag met Israël hadden gesloten en in hun midden woonden, toen werden hij en zijn volk doodsbang. Gibeon was namelijk even groot als de koningssteden, zelfs nog groter dan Ai, en de mannen die er woonden waren buitengewoon dapper. Koning Adonisedek stuurde boden naar Hoham, de koning van Hebron, Piram, de koning van Jarmut, Jafia, de koning van Lachis, en Debir, de koning van Eglon. Hij vroeg hun: ‘De inwoners van Gibeon hebben een vredesverdrag met Jozua en Israël gesloten.
Lees meer ...Jozua 10:12-25 Slag bij Gibeon 2
Want op die dag, de dag dat de HEER de Amorieten aan Israël overleverde, had Jozua gebeden tot de HEER. In aanwezigheid van Israël sprak hij: ‘Zon, sta stil boven Gibeon, Maan, blijf staan boven de vlakte van Ajjalon.’ En de Zon stond stil en de Maan bleef staan, tot Israël zijn vijanden had afgestraft. Dit staat opgetekend in het Boek van de Oprechte. De Zon bleef een volle dag boven aan de hemel staan voordat ze onderging. Het is voor noch na die dag ooit voorgekomen dat de HEER op die manier gehoor gaf aan de bede van een mens, maar de HEER streed dan ook voor Israël. Na deze overwinning keerde Jozua met het hele leger terug naar het kamp bij Gilgal.
Lees meer ...