Page 243 of 323
1 241 242 243 244 245 323

Deuteronomium 12:1-12 Eén plaats om te offeren 1

Dit zijn de wetten en regels waaraan u zich moet houden zolang u leeft in het land dat de HEER, de God van uw voorouders, u in bezit geeft. De volken die u zult verdrijven, vereren hun goden op heuveltoppen en hoge bergen en onder bladerrijke bomen. U moet hun gewijde plaatsen met de grond gelijk maken, hun altaren slopen en hun gewijde stenen verbrijzelen; hun Asjerapalen moet u verbranden en hun godenbeelden in stukken hakken. Er mag niets overblijven dat aan die goden herinnert. Het is u verboden om de HEER, uw God, op allerlei plaatsen te vereren. U mag u daarvoor alleen naar de plaats begeven die Hij in een van uw stamgebieden zal kiezen om er Zijn naam te laten wonen.

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 12:13-19 Eén plaats om te offeren 2

Denk erom dat u geen brandoffers brengt op een willekeurige plaats. Alleen op de plaats die de HEER in een van uw stamgebieden kiest mag u offers brengen en aan uw andere verplichtingen voldoen. Maar verder mag u, naar de mate waarin de HEER, uw God, u zal zegenen, dieren slachten en vlees eten wanneer u maar wilt, overal waar u woont. Iedereen mag dat, rein of onrein, zoals dat ook geldt voor het eten van gazellen of herten.

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 12:20-28 Eén plaats om te offeren 3

Wanneer de HEER, uw God, u de beschikking heeft gegeven over het hele gebied dat Hij u beloofd heeft, ligt de plaats die Hij zal kiezen om er Zijn naam te laten wonen misschien te ver weg. In dat geval kunt u, als u zomaar eens vlees wilt eten, dat toch met een gerust hart doen. U mag runderen, schapen of geiten die u van de HEER hebt gekregen, slachten zoals ik u heb voorgeschreven, en het vlees eten wanneer u wilt, overal waar u woont. Net zoals u gazellen of herten vrijuit mag eten, mag dat ook met zulk vlees,

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 13:1-12 Tegen verleiding tot afgodendienst 2

U daarentegen moet alles wat ik u gebied strikt naleven; voeg er niets aan toe en doe er ook niets van af. Wanneer een profeet of een droomuitlegger uit uw midden een teken of een wonder voorspelt, dat vervolgens uitkomt, en hij verbindt daaraan een oproep om andere, u onbekende goden te volgen en te dienen – luister dan niet naar wat hij zegt. Want de HEER, uw God, wil u daarmee op de proef stellen, om te ontdekken of u Hem wel met hart en ziel liefhebt. Blijf de HEER, uw God, volgen en heb alleen voor Hem ontzag. Leef Zijn geboden na en luister naar Hem; dien alleen Hem en blijf Hem toegedaan.

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 13:13-19 Tegen verleiding tot afgodendienst 3

Wanneer in een van de steden die u van de HEER, uw God, krijgt om u daar te vestigen, het gerucht de ronde doet  dat er onder uw volk nietswaardige figuren zijn opgestaan die de andere inwoners van hun stad tot ontrouw hebben aangezet en hen naar andere goden hebben laten overlopen – goden die u onbekend zijn -,  dan moet u navraag doen, een onderzoek instellen en de zaak tot op de bodem uitzoeken.

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 14:1-21 Verboden rouwgebruiken; over reine en onreine dieren

Omdat u kinderen van de HEER, uw God, bent is het u niet geoorloofd als teken van rouw uw lichaam te kerven of het haar op uw voorhoofd weg te scheren. Want u bent een volk dat aan de HEER, uw God, is gewijd: u heeft Hij uitgekozen om, anders dan alle andere volken op aarde, Zijn kostbaar bezit te zijn. U mag niets eten dat door de HEER wordt verafschuwd. De volgende dieren mag u eten: runderen, schapen, geiten, herten, gazellen, reeën, steenbokken, spiesbokken, antilopen, wilde schapen, en alle andere dieren die gespleten hoeven hebben – dus hoeven die helemaal gedeeld zijn – en bovendien hun voedsel herkauwen. Dat zijn de dieren die u wel mag eten.

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 14:22-29 Over plichten op gezette tijden 1

Ieder jaar moet u het tiende deel van de opbrengst van uw akkers afdragen. Van de tienden van uw koren, wijn en olie en uw eerstgeboren runderen, schapen en geiten moet u een feestmaal aanrichten ten overstaan van de HEER, uw God, op de plaats die Hij zal uitkiezen om er Zijn naam te laten wonen. Zo leert u steeds opnieuw te leven in ontzag voor de HEER, uw God. Voor het geval u niet in staat bent om uw tienden en uw offergaven die hele afstand mee te nemen –

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 15:1-11 Over plichten op gezette tijden 2

Elk zevende jaar moet u algemene kwijtschelding verlenen. Dat houdt het volgende in: elke schuldeiser moet iedereen die iets van hem heeft geleend zijn schuld kwijtschelden; hij mag zijn volksgenoot, zijn broeder, niet tot afbetaling dwingen, want de kwijtschelding is afgekondigd in de naam van de HEER. Van een buitenlander mag u wel betaling vorderen, maar wat u van een volksgenoot te goed hebt moet u kwijtschelden. Overigens zal niemand van u in armoede leven, zozeer zal de HEER u zegenen in het land dat Hij u in bezit zal geven, tenminste, als u Hem gehoorzaamt en de geboden die ik u vandaag voorhoud zorgvuldig naleeft;

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 15:12-23 Over plichten op gezette tijden 3

Wanneer iemand uit uw volk, een Hebreeuwse man of vrouw, zich als slaaf of slavin aan u verkoopt, moet deze u zes jaar lang dienen; in het zevende jaar moet u hem of haar de vrijheid teruggeven. Wanneer u dan de betreffende persoon in vrijheid laat vertrekken, mag u hem niet met lege handen laten gaan. U moet hem met gulle hand een deel geven van uw kudde, van uw graan en uw wijn, of van wat de HEER u ook maar heeft toebedeeld. Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte totdat de HEER, uw God, u bevrijdde. Daarom geef ik u vandaag dit gebod.

0Shares
Lees meer ...
Page 243 of 323
1 241 242 243 244 245 323